De Upanishads en de oude doctrine van het Zelf

Dit, mijn Zelf binnen in het hart, is kleiner dan een rijstkorrel, ... en tegelijkertijd groter dan de aarde, groter dan de lucht, groter dan alle werelden.

De Upanishads en de oude doctrine van het Zelf

 

De Upanishads De Upanischads, vertaald en toegelicht door Wim van der Laar, Uitgever Nachtwind, Hilversum 2015., opgeschreven in de periode van 700 tot 200 voor Christus worden het “hart” van de Indiase filosofie genoemd en behoren tot de oude, nog steeds veel gebruikte en gereciteerde teksten van het hindoeïsme. De meeste maken deel uit van de Veda’s, de oudste religieuze geschriften. Er zijn vier Veda’s: Rig Veda, Sama Veda, Yajur Veda en Athar Veda.

In de Taittiriya Upanishad Ibid. deel II, 3. Blz. 158 staat:

De vorm van het zelf is als die van een mens. De Yajur Veda is zijn hoofd. De Rig Veda is de rechterzijde. De Sama Veda is de linkerzijde. Het onderricht is de romp, de hymnen van de Atharvans en Angirasa’s zijn het onderlichaam, de basis.

De Upanishads zijn een grote, diepgaande verzameling van verklaringen en dialogen, meestal tussen studenten en meesters, maar ook tussen koningen en wijzen. Ze bespreken vele spirituele onderwerpen die herhaaldelijk en op verschillende manieren en contexten de universele leer beschouwen voor het overwinnen van het wiel van geboorte en dood.

De Chandogya Upanishad Ibid. Deel III, hoofdstuk 14, blz. 86-87 brengt ons in een paar woorden de wijsheid leringen van de Shandilya:

1. ‘Al dit is Brahman. Uit Dat komt de mens voort. In Dat gaat hij terug. Dat ademt hij. Mediteer hierop in volkomen kalmte. Een mens is de overtuiging die hij koestert. Zo zijn overtuiging is in deze wereld, zo wordt hij als hij heengaat van hier. Daarom dient hij zich een overtuiging te vormen.

….

3. Dit, mijn Zelf binnen in het hart, is kleiner dan een rijstkorrel, kleiner dan een gerstkorrel, kleiner nog dan een mosterdzaadje of de kern van een mosterdzaadje. Dit, mijn Zelf binnen in het hart, is groter dan de aarde, groter dan de middenruimte, groter dan de hemel, groter dan al deze werelden.

4. Dit is mijn Zelf binnen in het hart. Het omvat elk handelen, elk verlangen, elke geur en elke smaak. Het omgeeft de hele wereld, alles wat hier is, zonder dat het spreekt, onaangeraakt. Dit is Brahman. Als ik heenga van hier, zal ik opgaan in dit. De mens die dit als diepste overtuiging in zich draagt, kent geen enkele twijfel meer.’

Zo waren de woorden van Shandilya, ja, zo sprak Shandilya.

 

Deze korte beschrijving van het universum is vergelijkbaar met het axioma van Hermes Tresmegistus:

Zo boven als hieronder, zo beneden zo boven.

Duizenden jaren lang heeft de mensheid deze leer doorgegeven dat al het uiterlijke zoeken ons niet tot redding leidt. Alleen het “omkeren” van buiten naar binnen maakt het mogelijk om de tegenstellingen te overwinnen en op te lossen die zo duidelijk en sterk zijn in onze buitenwereld. Wanneer we Atman, ons diepste zelf, met Brahman, de Schepper van het Universum, in ons hart kunnen verenigen, is er geen scheiding, geen dualiteit, noch verandering van leven en dood.

Daarom zegt de Prashna Upanishad Ibid. Deel VI, blz. 224-225 :

5. Zoals de stromende rivieren de zee als bestemming hebben en met het bereiken van hun bestemming in haar opgaan, hun naam en vorm verliezen en enkel “zee” genoemd worden, zo hebben ook de zestien De mens bestaat volgens deze leer uit 16 delen. bestanddelen van de alziende Persoon Afhankelijk van de bron en de tijd varieert de betekenis van Persoon tussen: kosmische mens of Zelf, bewustzijn en universeel principe., hem als bestemming, verdwijnen ze wanneer ze hem bereikt hebben en worden ze, met hun namen en vormen opgelost, louter “Persoon” genoemd. Hij, ontdaan van bestanddelen, is onsterfelijk. Hierover bestaat het volgende vers:

6. “Ken hem, aan wie de bestanddelen geklonken zijn als spaken aan de naaf van een wiel, als de Persoon die gekend dient te worden. Dan zal de dood je geen onrust baren.”

7. Toen zei hij tegen allen: ‘Dit is wat ik weet van dit allerhoogste Brahman. Er is niets wat het te boven gaat.’

Het middelpunt van het wiel waarin deze verschijnselen samenkomen of emaneren, is het Zelf wiens realisatie leidt tot een bewustzijnsstaat ‘niet van deze wereld’, tot het al-bewustzijn van de zee waarin de rivieren uitmonden en hun individualiteit opgeven. Deze bewustzijnsstaat laat alle manifestaties en daarmee ook het wiel van geboorte en dood vervagen.

In de Brihad-aranyaka Upanishad staat IV.5 in Upanischaden, Die Geheimlehre der Inder, vertaald door Alfred Hillebrandt, Diederichs Gelbe Reihe, Düsseldorf, Köln 1977:

Je bent je diepste, drijvende verlangen.

Je wil is zoals je verlangen is.

Je doen is zoals je wil.

En uw lot zal zijn zoals u doet.

 

De Upanishads behoren tot de grote getuigenissen van de Weg van de Mensheid, waarop de evolutie voltooid wordt wanneer de zelfkennis volmaakt wordt.

Mens, ken uzelf.

is het onophoudelijke beroep dat op het portaal van de tempel voor Delphi staat.

Vind je ware Zelf en verenig je daarmee.

Deel dit artikel

Artikel informatie

Datum: april 6, 2019
Auteur: Horst Matthäus (Nepal)

Featured image: