Als antwoord op een vraag hoor je het heel vaak:
Ja, maar…
Heb jij ook wel eens dat je daar een beetje de kriebels van krijgt? Ik onderga dat onbehaaglijke gevoel tenminste wél. Het wordt best heel vaak gezegd. Is dat dan een probleem? Wat is er eigenlijk mis mee?
Bij mij komt dan steeds het gesprek tussen twee zakenmensen naar boven dat ik jaren geleden in een vliegtuig hoorde. Die mannen zaten een stuk achter mij en ik kon ze niet zien. Hun gesprek kabbelde een tijdje voort totdat de ene antwoordde met de uitspraak:
Ja, maar…
Waarop de andere zeer gedecideerd zei:
Waarom zeg je steeds Ja, maar…? Zeg dan gewoon nee, als je dat bedoelt en niet: jaaahh, maaaarrr…..
Ik was het meteen eens met die laatste opmerking, wat voor mij nu steeds een lichtelijk vervelend gevoel naar boven doet kruipen, elke keer als ik iemand ja, maar… hoor zeggen.
Ik ben er over blijven nadenken, waarbij verschillende gedachten naar boven kwamen. Eentje kwam er steeds terug, namelijk dat het woord ‘maar’ afbreuk doet aan de bevestiging die in het woord ‘ja‘ ligt. Het wordt me steeds duidelijker dat ‘ja’ een heel positief woord is, in tegenstelling tot zijn tegenpool ‘nee’. Bij sommigen gaat hun afkeer voor ‘nee’ heel ver, gezien ook het boek: Never Take No for an Answer en de gelijknamige film.
Je kunt natuurlijk denken dat niet alles in deze wereld zwart-wit is. En dat je met het woordje ‘maar’ na de bevestiging ‘ja’ wat nuances kunt aanbrengen. Dat is een mogelijkheid en tegelijkertijd de reden waarom ik in mijn zoeken naar het absolute, het onvoorwaardelijke, het ‘JA‘, een aanmerkelijke afkeer heb ontwikkeld van het woordje ‘maar’.
Zo kom ik als vanzelf bij het ‘alles of niets’. Wie een beetje bijbelvast is, kent de uitspraak van Matheüs:
Je kunt niet God en de Mammon dienen,
of het onvoorwaardelijke:
Alles of niets.
Het woordje ’maar’ bij ‘ja’ doet echt afbreuk aan het ‘alles’ en brengt het ‘niets’ een stapje dichterbij. Nu begrijp je waarom ik het woordje ‘maar’ uit mijn vocabulaire schrap en dat het tweeletterige woord ‘JA’ mijn grootste favoriet is, zodat:
Mijn ‘ja’ ‘ja’ is zijn en mijn ‘nee’ ‘nee’.