Ja, ik heb de titel geleend van een groot schrijver. Ik denk niet dat hij dat erg zou hebben gevonden, want hij leende hem zelf immers ook.[1] Voortbouwen op het werk van iemand anders is goed en menselijk: het brengt de dingen tot een grotere openbaring. Geen mens is een eiland. Ernest Hemingway was een grootheid in de Engelse literatuur en een moedig man. Ik draag dit artikel op aan iets wat hij zei:
Er is niets nobels aan superieur zijn aan je medemens; ware adel is superieur zijn aan je vroegere zelf.
Als het over ons vroegere zelf gaat, iets dat ooit bestond maar is verdwenen, dan is de klok een begrafenisklok. Kunnen we onze eigen doodsklok horen luiden en leven? Ja, als we het hebben over verandering, over bewustzijnstransformatie, dan is het positief om onze eigen doodsklok te horen.
De dood is een angstaanjagend onderwerp. Het wordt geassocieerd met verlies, ziekte, pijn, leegte en eenzaamheid. Door onze angst komen we niet in het reine met de dood. Hoewel het de enige zekerheid is in het leven, blijft de dood ver van ons, alsof het ons niet aangaat. Natuurlijk zien we elke dag op het nieuws overleden mensen, maar we laten de realiteit niet binnen. Het is alsof we naar een andere wereld kijken, totdat de dood onze naaste omgeving treft. Dan veranderen de dingen. De realiteit ontkennen werkt maar voor een korte tijd. De ongewenste aspecten van het leven halen ons in en breken onze illusionaire wereld af. Dat is pijnlijk en over het algemeen hebben we tijd nodig om te herstellen en de werkelijkheid te accepteren.
De grote vraag
Dit artikel is niet bedoeld als een zware en sombere tekst, integendeel! Daarom stel ik meteen de grote vraag: Kunnen we de dood overwinnen? Kunnen we de dood de pas afsnijden? Het is een vraag die zo oud is als de mensheid.
Abstract beschouwd zijn er twee benaderingen van dit probleem. Ten eerste is er de poging om de oude situatie te verbeteren en te perfectioneren. Ten tweede is er het pad van transformatie, van dood en wedergeboorte, het omzetten van lood in goud. De eerste benadering is wijdverspreid en alomtegenwoordig, de tweede is zeldzaam en verborgen. Daarom worden ze ook het brede en het smalle pad genoemd.
Vanuit een natuurlijk gezichtspunt is het brede pad logisch en normaal. Het ik-bewustzijn neemt zichzelf altijd als uitgangspunt. We zien het grote geheel niet, omdat we bezig zijn met onze behoeften en ons moeten wapenen tegen omringende gevaren. Dat maakt de wereld angstaanjagend. We rennen altijd ergens naar toe of ergens van af. We staan altijd onder druk. We moeten het onmogelijke bereiken: een veilige plek voor onszelf creëren.
Terwijl we over het brede pad stormen, zijn we moeilijk te stoppen. In feite kunnen we alleen onszelf stoppen. We hebben het fundamentele probleem nog niet gezien en zitten vol dromen: we gaan Mars koloniseren, we gaan ons bewustzijn overbrengen in een robotbrein, we gaan… We blijven dromen en onze technologie lijkt onze verlangens om te zetten in werkelijkheid.
Terugkeer
Maar het punt is: in de natuur gaan we nooit ergens heen en we worden ook nooit iets. We gaan alleen maar rond in cirkels. Alleen, de illusie die we op de natuur projecteren is de overtuiging dat we vooruitgaan, dat we op de juiste weg zijn naar ons doel.
Lao Tse zegt:
Alle dingen worden tezamen geboren; ik zie ze weer terugkeren. [2]
Dit kleine zinnetje geeft de essentie van de natuur weer. De elementen verenigen zich in levende vormen, de dood scheidt ze weer. De dingen keren terug naar hun beginpunt en het proces herhaalt zich. Natuurlijk zijn we vrij om te blijven proberen, om onze poging te herhalen, maar de observatie van Lao Tse blijft hetzelfde: “Ik zie ze weer terugkeren”.
Uiteindelijk openen deze eindeloze herhalingen, het cirkelvormige karakter van de natuur, een venster in ons. We zien de onmogelijkheid van het oude streven; ons bewustzijn komt tot inzicht dat er meer in het leven moet zijn dan robotachtige routine. Dan ontdekken we dat er een andere weg is: het smalle pad.
Dood, liefde en leven
Het smalle pad is in veel opzichten het tegenovergestelde van het brede pad. Voor een ik-centraal bewustzijn is het heel moeilijk om de waarde van de smalle poort te zien. Dit fundamentele obstakel heeft te maken met de manier waarop we de dood benaderen, of beter gezegd: hoe we deze proberen te negeren. Als ik ‘dood’ zeg, bedoel ik niet het fysieke einde, maar de innerlijke, psychologische dood: het sterven van het ik-centrale bewustzijn.
Krishnamurti zegt in een discussie genaamd ‘Dood, leven en liefde zijn ondeelbaar’:
Leven is sterven. En liefde is in wezen het afsterven van het ik. (…)
Leven, liefde en dood zijn één ding.
Hoe kan leven, sterven zijn? Het klinkt vreemd en tegenstrijdig. Hoe kan het meest gewenste en het meest ongewenste één zijn?
Het smalle pad gaat over het overwinnen van de dood. Wat is de dood? Alles in de natuur beweegt in cirkels. Deze eindeloze verandering, dit terugkeren naar het beginpunt, noemen we de dood. De winter sterft, de lente wordt geboren. De zon gaat onder, de nacht wordt geboren. We sterven in de materiële wereld, we worden geboren in het hiernamaals, het land aan gene zijde. Later sterven we ook in deze spiegelsfeer en begint een nieuw leven op aarde.
Over het algemeen zijn we bang voor deze veranderingen en de onzekerheid die ze brengen. Maar het is deze angst en het vasthouden aan vergankelijke dingen die ons het slachtoffer maakt van de dood. Hoe ontwapenen we de dood? We bewegen in de tegenovergestelde richting, naar de dood toe. Op het smalle pad leren we om ons vrijwillig over te geven aan de dood. Niet lichamelijk, maar innerlijk, psychologisch.
Wanneer we ons losmaken van alle aardse dingen, bevrijden we onszelf van onze ankers. We geven alles terug wat we genomen hebben van de aarde. Het is niet zo dat we bepaalde dingen niet kunnen hebben, maar innerlijk zijn we er vrij van. Het is niet alleen onthechting van materiële objecten, maar ook van onze doelen en ambities, verlangens, idealen, kennis, religie, autoriteiten, meningen, enzovoort. Innerlijk gaan we nergens naartoe, we worden niet iemand. Dit is heel beangstigend voor een gemiddelde persoon. In één woord ‘verschrikkelijk’, want het is sterven.
Het is angstaanjagend, maar alleen omdat we de kwaliteiten van de dood niet begrijpen. Wat brengt het innerlijke graf ons? Stilte en helderheid. Als alle mist is verdwenen, alle meningen, alle conflicten, alle kleinmenselijke zorgen, dan is de hemel helder. Geen wolkje te bekennen. Het bewustzijn is helder als kristal, stil als een bergmeer. Nu begrijpen we het leven, nu zien we de waarheid. In het graf van ons dwaze kleine zelf vinden we stilte, helderheid en vrede.
De Waarheid
In deze innerlijke open ruimte, het open graf, kan het ware Leven zich manifesteren. De Waarheid was er altijd al, ze was echter bedekt door de enorme berg aan menselijke onwetendheid. Nu begrijpen we waarom sterven en Leven één zijn. We sterven af van onze dwaasheid, onze onwetendheid en hebzucht, we leven in de Waarheid.
Meister Eckhart zegt:
Liefde is sterk als de dood, zo hard als de hel. De dood scheidt de ziel van het lichaam, maar liefde scheidt alle dingen van de ziel. [3]
Hij probeert ons hetzelfde duidelijk te maken als Krishnamurti. Wanneer we in de gewone zin sterven, wordt ons lichaam gescheiden van onze ziel, ons bewustzijn. Maar wanneer we innerlijk, psychologisch sterven, omdat we de Waarheid zoeken, dan scheidt onze liefde voor de Waarheid alle dingen van de ziel. Het vuur van de liefde reinigt ons bewustzijn. Dit vuur transformeert ons bewustzijn, verandert ons in waarlijk levende zielen. Nu begrijpen we waarom dood, liefde en leven ondeelbaar zijn.
Als we de twee paden samenvatten, zien we de volgende schematische structuur:
Het smalle pad: Liefde (voor de Waarheid) brengt dood, brengt helderheid, brengt Leven.
Het brede pad: Liefde (voor het gewone leven) brengt dood, brengt herhaling, brengt ervaring.
Het is de ervaring, de voortdurende gewaarwording van winst en verlies, die ons innerlijk opent voor de mogelijkheid van een nieuwe weg, het pad naar de smalle poort.
Vereffening
Onlangs was ik in een Romeins graf in Hisarya. Hoewel de boeken zeggen dat het Romeins is, heeft het typisch Egyptische kenmerken[4]. Om het graf binnen te gaan, is er een afdalende gang die naar de tombe leidt. Toen ik de deur van de graftombe bereikte, moest ik knielen, de ingang was vrij laag. Dit buigen voor de dood wordt ook symbolisch uitgedrukt in de Grote Piramide van Gizeh. Het is de afdalende tunnel die leidt naar de ondergrondse kamer en de doodlopende gang. Wat vertelt deze smalle poort ons? We moeten knielen voor de dood om het Leven te vinden. De dood accepteren, in het reine komen met de dood, is de poort waardoor we een nieuw leven kunnen bereiken, een getransformeerde bewustzijnsstaat.
Het draait allemaal om vereffening. We hebben veel van de aarde genomen, dat maakt ons schuldenaars. Als we dat niet inzien, zijn we trotse mensen die denken dat ze de aarde hebben veroverd. In onze onwetendheid staan we fier rechtop en kunnen het graf niet binnengaan. We hebben onze schulden nog niet betaald. Maar uiteindelijk brengt de last van onze schulden ons zelfkennis.
Ware zelfkennis is belangrijk omdat we daardoor onszelf en ook de dood accepteren. In wezen is het hetzelfde. Het leven in de natuur en de dood zijn volledig met elkaar verweven. Het oordeel van de natuur is onaanvechtbaar. Als we dit niet inzien, leven we in een illusie en worstelen met de dood. Het is een gevecht dat we niet kunnen winnen, maar we zijn vrij om het te proberen. Op een dag, als we moe zijn en naar verlossing verlangen, begrijpen we dat we niet als een trots ik-centraal wezen rechtop kunnen staan en waarachtig kunnen Leven. Het relatieve en het Absolute gaan niet samen. We stoppen onze poging om het relatieve te perfectioneren en accepteren onszelf, inclusief de dood. We accepteren de werkelijkheid. We buigen voor de dood, we knielen voor de nauwe poort en de dood laat ons passeren. We gaan het innerlijke graf binnen waar we helderheid en vrede vinden. We komen in het reine met onszelf.
Mysterie
Het klinkt als het einde, maar het mysterie van de mens is veel dieper. De dood was niet het einde, noch de vijand, het was slechts de poortwachter. Het belette ons de doorgang omdat illusies niet geaccepteerd kunnen worden op het pad naar het ware Leven. Onwetendheid en illusies zijn de hiel van Achilles. Onze voeten waren in de verkeerde richting gekeerd.
Het is verbazingwekkend dat het geheim van het Leven zo openlijk wordt verkondigt en het toch zo diep verborgen is, helemaal niet begrepen. Vele wijze mensen en leraren van de mensheid hebben er de aandacht op gevestigd. Jezus de Christus zei:
Want ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van mij, zal het behouden. [5]
In de graftempel van Christiaan Rozenkruis stond geschreven:
Deze samenvatting van het heelal heb ik mij, bij mijn leven, tot een graf gemaakt. [6]
Elk waarachtig spiritueel pad kent de fase van liquidatie van het verleden, de innerlijke dood. Als we deze fase negeren en fier rechtop blijven staan, laat de poortwachter ons niet passeren. Dan blijven we opgesloten in de eindeloze, cirkelvormige loop van de natuur. Wanneer we deze onveranderlijke voorwaarde uiteindelijk begrijpen, zijn we verbijsterd. De waarheid ervan is zo overweldigend, de noodzaak ervan zo logisch en onontkoombaar, dat we niet begrijpen waarom het ons zo lang heeft gekost om het in te zien.
Uiteindelijk keren onze voeten zich in de juiste richting. Achilles komt in het reine met zijn hiel. We hebben zo’n lange weg afgelegd, we zijn zo vaak het slachtoffer geweest van onze eigen onwetendheid. Maar uiteindelijk daagt het inzicht. De oude man, moe en vol ervaring, ziet de zee, de eeuwige adem van de schepper. Dan luidt de klok.
Bronnen:
[1] John Donne: For Whom the Bell Tolls by John Donne – Your Daily Poem
[2] 19 Gnosis nu! – De Chinese Gnosis | Spirituele teksten – blog van Pentagram boekwinkel
[3] Sermon Four
[4] Het Romeinse graf bij Hisarya gemaakt als de Egyptische piramide… (marica.bg)
[5] Mattheus 16:25
[6] De roep der broederschap van het Rozenkruis | Pentagram (pentagramboekwinkel.com)