Merlijn Twaalfhoven houdt zich niet alleen bezig met allerlei aspecten van muziek maar heeft een sterke drang om iets voor de mensheid te betekenen. Enkele jaren geleden gebruikte hij muzikale opdrachten op basis van zijn composities om mensen, vaak buiten het theater, een wezenlijke ervaring te bieden en hen met elkaar te verbinden. Sinds enkele jaren gaat het hem niet meer om de kunst als eindproduct, maar om het proces van kunst maken. Merlijn praat enthousiast, snel en zeer gedreven. Hij vindt niet alleen heel veel dingen interessant maar ziet ook zoveel dat anders zou moeten.
De 2020-3 uitgave van de NL-gedrukte-LOGON gaat grotendeels over allerlei aspecten en diepten van leren. Jij hebt veel gestudeerd, een muziekinstrument op het conservatorium, componeren, maar ook verschillende aspecten van muziek en kunst aan de universiteit. En nu ben je ook bezig met een missie, je wilt iets overbrengen aan anderen. Wat is leren voor jou?
Om eerlijk te zijn gebruik ik het woord ‘leren’ niet zo vaak. Ik heb het veel liever over waarnemen. Ik denk veel na over hoe we kunnen zorgen dat we goed, helder kunnen waarnemen. Natuurlijk bestaat er niet zoiets als objectieve waarneming, maar we kunnen wel zorgen dat we de voorwaarden scheppen om zo open mogelijk waar te nemen. Zo is het goed om niet bedwelmd te zijn, door bepaalde stoffen of zo, maar er zijn ook veel vormen van microbedwelming, zoals het consumeren van nieuws, het reageren op losse berichtjes of het delen van je mening over alles.
Mijn denken heeft een paradigma-shift doorgemaakt door een verblijf in Japan toen ik 26 was. In het Westen denken we vaak in termen van goed en slecht, het hogere en het lagere. We plaatsen van alles in hokjes en er zit ook een morele lading aan. In Japan is dat heel anders. Daar is de kijk op de wereld dat alles wat je om je heen ziet een ziel heeft (animisme). Er zijn zogezegd allemaal krachten die op elkaar inwerken, geven en nemen, en daar probeer je mee in harmonie te zijn, te accepteren wat er is. Als je bijvoorbeeld een huis bouwt, zeg je dank én sorry tegen de geest van het woud waar je het hout van hakt, maar je bent ook dienend aan de geest van het huis dat je bouwt. Ook zoiets moois, je drinkt daar de hele dag thee, maar toch is daar de theeceremonie, omdat al het alledaagse ook iets heiligs in zich heeft, zodra je werkelijk aandachtig bent. Deze Japan-ervaring maakt me open voor een totaal andere manier van kijken en ervaren, een totaal ander perspectief op de wereld.
Voor mij is leren dus een open waarnemen.
Hoe kun je dat doen, open waarnemen? Wat is daarvoor nodig?
Er zijn veel zaken die open waarneming kunnen bemoeilijken of juist bevorderen. Zo is daar het aspect van tijd. Kun je in het nu zijn? Want wanneer je in het verleden of in de toekomst leeft, dan kun je niet open waarnemen, dan ben je er met je gedachten, je zintuigen, je bewustzijn niet bij. Je hebt een soort van oogkleppen op als een paard in het verkeer, dat alleen nog maar bepaalde dingen ziet en de rest buitensluit. Ook het aspect van ruimte. We zijn geneigd om onze wereld helemaal vol te zetten, met ideeën, met spullen, met zekerheden. Het moet allemaal zo efficiënt mogelijk en wat je doet moet nut hebben, zo lijkt de heersende moraal. Ik vind het belangrijk om ruimte te scheppen die niet is ingekleurd door dingen die je al besloten hebt, ruimte voor het niet-weten. Als je echt open kunt waarnemen, zie je wellicht ook dingen die je verwonderen. Dingen die onverwacht zijn, die je raken. Dan leer je.
Aan de andere kant zijn er veel momenten wanneer het enorm handig is dat we onze wereld vereenvoudigen tot functies en symbolen. Zo kun je efficiënt en doelgericht zijn. Een verhaaltje dat in ons gezin erg gewaardeerd werd toen mijn kinderen klein waren is: ‘We komen bij een kruispunt en zien daar de kleur rood. Wauw, wat een mooie kleur rood. Daarna zien we de kleur groen. Wauw, wat een mooie kleur, dat groen. Daarna zien we de kleur oranje. Ja, dat is een bijzondere kleur. En dan zien we weer rood. Oké, nu wordt het saai, we gaan.’ Zo zie je, die doelgerichtheid en volgens labels kunnen reageren op je omgeving is maar wat handig. Maar leren gebeurt het beste in momenten van vertraging, deze huidige tijd is daar een voorbeeld van. In die vertraging sta je open voor alle nieuwe dingen die de omgeving aan je wil vertellen.
Wat hebben wij te leren als mens in jouw optiek?
De wereld is complex geworden. Vroeger wist een mens wat hij of zij zou worden, daarvoor hoefde je maar naar je ouders te kijken en je wist welk beroep je zou uitvoeren. Religie was er voor de dingen die je niet kon verklaren en het gaf je zekerheid rondom ziekte en dood. Maar tegenwoordig kun je van alles worden, voor even dan. En religie is niet meer vanzelfsprekend. Dan vervalt het houvast dat mensen daaraan hadden, maar dat betekent niet dat de mens geen zekerheden meer zoekt.
Consumentisme is zo’n houvast dat zich in de afgelopen honderd jaar heel slim heeft ontwikkeld, door waarden te verbinden aan spullen. Dus als je dat product koopt, heb je weer houvast, over wie je bent en wilt zijn. En met het nieuwe seizoen moet je dat weer vernieuwen. Hiermee bewegen we weg van het ongemak van het niet-weten. Maar we zien toch allemaal dat de aarde dit niet aan kan. Daar mogen we best ongemak over voelen. Waar is dan je houvast en hoeveel houvast heb je nodig?
Ik was in mijn jeugd en als jongere betrokken bij het Rozenkruis en daar werd altijd gesproken over zoekers. Ik zie dat als een fase als mensen zich losmaken van een soort van bedwelmde staat, zoals het consumeren. En dan is er een paradox. Je moet je veilig voelen om bepaalde vragen te kunnen stellen. Dus om te mogen twijfelen, moet je ook zekerheden hebben. Bijvoorbeeld de veiligheid van een sociale omgeving waar mensen snappen dat je vragen stelt en twijfelt. In deze tijd mogen we zoeker zijn naar onze eigen waarheid. Maar dat begint bij het verblijven in het niet-weten.
Je zegt ‘verblijven in het niet-weten’. Is dat waar jij nu zo mee bezig bent, ‘onzekerheidsvaardigheid’?
Ja, dat is het oké zijn terwijl je geen houvast hebt. Kunstenaars kennen dat enorm goed, want ze beginnen bij een wit canvas en creëren iets vanuit niets. Daarbij gaat het mij steeds minder om het eindproduct, zoals toen ik mijzelf nog vooral componist noemde. Ik geniet natuurlijk wel van een mooi vioolspel. Maar nog waardevoller voor mij is het proces van het zoeken en onderzoeken. Hoe reageert de omgeving op wat ik doe, wat is dan mijn volgende stap? Het is het omarmen van de onzekerheid. Dat is per definitie niet efficiënt of nuttig. Kunst ‘ís’ gewoon. Daarom vind ik het zo zonde dat kunst grofweg de laatste anderhalve eeuw zelf een onderdeel is geworden van de economie, waar het nut moet hebben en waar de kunstenaar de professional is die het weet.
Ik wil mij inzetten voor de kunstenaar in iedereen. Die ‘kunstenaars-mindset’ kan iedereen helpen om oplossingen te zoeken voor problemen én oké te zijn zonder houvast. Als de huidige lockdown ons iets heeft geleerd, is het wel dat de toekomst niet te voorspellen is. En wat nu dan?
Hoe krijgen we dat, een kunstenaars-mindset?
Dat is niet wat je krijgt via een boekje. Maar er zijn voorwaarden die je kunt scheppen: Bijvoorbeeld dat je openstaat, en dat je de verwondering toelaat. Maar ook dat je de schoonheid toelaat, dat zie ik als een belangrijke voorwaarde om je met iets te verbinden.
Voor mij is het heel logisch dat ons ego ons in de weg staat, maar ik heb altijd wat moeite gehad met wat wel eens wordt genoemd: onthechten van de wereld. Want dat is juist mijn drive: ontmoeten van mensen, verbinden met alles en iedereen, de schoonheid van de wereld zien, achter de oppervlakte. Als je in de ontmoeting met anderen je intens verbonden voelt dan bestrijdt dat volgens mij het ego. Dan krijg je ontzag voor die complexe wereld, voor de zoektocht en worsteling van anderen, omdat je hun angsten en onzekerheden ook herkent. Het klinkt misschien als een paradox, maar de verbinding met anderen geeft je vrijheid om je angsten los te laten. Angst voor bezit of materie is dan zo relatief. Ik heb dit bijvoorbeeld ervaren toen ik als componist en muzikant werkte in vluchtelingenkampen. Ik dacht, dit is dus een heel andere cultuur, we zijn vast heel anders. Maar in muziek konden we zo veel delen, onze emoties, onze gevoelens zijn allemaal zo herkenbaar. Toen relativeerde ik mijn eigenheid en ervaarde de samenhang.
De eenheid.
De paradox die ik bedoel, is dat ik door verbinding met anderen, kan loslaten.
Dus als voorwaarde voor die kunstenaars-mindset zie ik dat we ons verbonden voelen met het geheel, dat we vertrouwen hebben en dat we de moed krijgen om zelf ook iets te doen. Want er moet heel veel veranderen. Het is geen passief proces, want alleen dode vissen drijven met de stroom mee. In de zen-literatuur bijvoorbeeld is meebewegen een heel actieve houding.
Als mens ben je aan het streven. Je streeft naar het hogere, of naar iets dat je moet doen, een urgentie. Met die verbondenheid, het vertrouwen, heb je ook de moed om concrete daden voor elkaar te krijgen. Als in een soort van ridderverhaal.
Je hebt ergens gezegd dat je wel honderden jaren zou willen leven. Wat wil jij dan zo graag ‘voor elkaar krijgen’?
Het leven is zo’n groot wonder, waar wij één moment een deel van uitmaken. Ik zie zoveel mogelijkheden; er is helaas ook zoveel dat ik niet zal kunnen doen, landen die ik niet kan bereizen, mensen die ik niet zal ontmoeten. Ik vind het belangrijk om dingen te kunnen veranderen, om de wereld mooier te maken. Dan is het wel vreselijk frustrerend dat je daar maar zo weinig tijd voor hebt.
In de toekomst wil ik de inzichten rondom die kunstenaars-mindset delen en dat proces toegankelijk maken, samen met mensen die daar vertrouwd mee zijn, zoals kunstenaars. Hoe kun je het leven tegemoet treden met die open waarneming, het speelse en de verbeeldingskracht? Ik wil die principes aan de wereld brengen. Zodat we ons gevoel van schaarste los kunnen laten. Dat is wat de planeet van ons vraagt. Niet meer economisch groeien, maar juist dingen die constructief werken voor ons mensen, voor onze planeet, voorrang geven. Dat gaat over samenhang, over hoe mensen zich verbinden met elkaar, hoe ze elkaar helpen en kunnen steunen, leren van elkaar. Die menselijke waarden komen naar boven, juist in deze lockdown.
Als spirituele mens denk ik aan het scheppen van ruimte. Als je het kabaal in ons hoofd en in de samenleving, tot stilte brengt. Niet vanuit een bedwelmde sfeer, of vanuit de relaxte stand van een yoga-klas of zo. Maar een actief niet-weten, een wakkerheid en alertheid. Dan is daar een stem vanuit je binnenste. Misschien wel paradoxaal dat ik het over die stilte heb. Want ikzelf wil mij heel graag inzetten om dit alles in andere mensen aan te wakkeren. Ik heb het dus wel over vertragen maar het is voor mezelf een enorme uitdaging om meer rust te vinden. Want ik voel de drang om de inzichten te delen.
Wie is Merlijn Twaalfhoven
Merlijn Twaalfhoven (1976) is een Nederlandse componist, dirigent en cultureel ondernemer. Hij studeerde al in zijn middelbare schooltijd aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, studeerde Compositie en Altviool in Amsterdam, maar ook Kunstgeschiedenis (Universiteit Leiden) en Etnomusicologie (Universiteit van Amsterdam).
Merlijn is 44 jaar en al zijn hele leven een druk mens, die veel dingen tegelijk doet en niet wil kiezen. In zijn werk speelt ruimte vaak een belangrijke rol, vaak buiten een theater. Al vroeg in zijn carrière is hij geëngageerd, bijvoorbeeld als hij 400 Turks-Cypriotische en Grieks-Cypriotische mensen het muziekstuk ‘Long distance call’ laat uitvoeren op daken en balkons aan beide zijden van de grens. Thema’s in zijn werk zijn stilte, ontmoeting en ontregeling. Sinds enkele jaren staat de kunst als eindproduct niet meer centraal, maar juist het proces en wat hij noemt de kunstenaars-mindset. Hiervoor richtte hij The Turn Club op. Hij daagt mede-kunstenaars uit om hun denkwijze en vaardigheden breder in de samenleving uit te dragen om zo de uitdagingen van deze tijd aan te pakken
Merlijn schrijft een wekelijkse update met inspiratie en voorbeelden van de wisselwerking tussen kunst en samenleving. Inschrijven kan via www.turnclub.org