Het hart speelt een allesbepalende rol in de weg die leidt tot bewustwording, want werkelijk begrip komt nooit voort uit de machinaties van het spitsvondige denken. Een mens die de schepping wil leren doorzien moet leren waarnemen in het eigen hart en daar de diepte van het universum peilen. In die diepte aanschouwt hij eenheid, licht, onbegrensdheid en oneindige ontwikkeling. Vanwaar komt dan die begrenzing, die beperking, die pijnlijke zelfzucht?
De wateren
De scheppingskracht zweeft over de wateren van het kwantumveld. De schepper toont zich als eenheid, die de waarnemer zijn onbegrensdheid, zijn oneindigheid en zijn glorie wil tonen. In zeven scheppende impulsen. Het volle potentieel van de schepper openbaart zich in een moederveld dat de zeven impulsen kan ontvangen om leven te geven aan de Mens van de Nieuwe Tijd. Uit het kwantumveld komt deze Mens tot bewustzijn met een waarnemende ziel. Deze verkrijgt het vermogen om magisch te scheppen uit het kwantumveld, tot vervolmaking van de schepping. Hij leert scheppend te denken: zijn gedachten zijn lichtende beelden in het Al. Zij kennen geen beperking of begrenzing, maar brengen leven voort. De Mens ziet vervolgens zelf dat de schepping goed is, vervult van licht en oneindigheid. De schepping wordt doorvoeld in liefde voor alle leven. Het leven is één in de schepper en kan zich daarin als planetaire eenheid in volmaaktheid ontwikkelen. En zo kan de mens uiteindelijk de heilige moeder-aarde en al het leven dienen, dat zich op de weg tot de volmaaktheid bevindt. En de schepper ziet de waarnemer en geeft deze een unieke zelfstandigheid. En de waarnemer zendt al zijn liefde in het kwantumveld.
De projectie
Het leven volgens de zeven impulsen is in vergelijking met ons huidige bewustzijn alomtegenwoordig. Het is niet beperkt in ruimte en tijd, zoals onze zintuigen dat waarnemen. Als we ons proberen voor te stellen of er iets is buiten ruimte en tijd, dan nadert de kern van ons bewustzijn een sluier. Een opening daarin laat de oneindigheid zien vanuit het centrum van ons wezen. Het is een impressie van al wat bestaat en niet bestaat en is daardoor onbegrensd voor de waarnemer. De eenheid drukt zich uit in de mens en is tegelijkertijd het Al zelf in zijn oneindigheid. De waarnemer zelf is degene die de openbaring beperkt tot wat het bewustzijn toelaat.
Om de eenheid te naderen is het daarom nodig om alle beperkingen van zich af te schudden, om zich te onthechten van ruimte en tijd. Het naderen van de eenheid is namelijk een proces van verdieping van de waarneming. Door die verandering groeit het bewustzijn, waaraan de eenheid zich kenbaar kan maken.
Vanuit deze eenheid gezien is onze huidige werkelijkheid een toenemende begrenzing en beperking van het bewustzijn. Anders gezegd: de eenheid splitst zich door ons bewustzijn in delen die in hun samenhang een eigen begrensde werkelijkheid voorstellen. In het licht van de eenheid is dat een schepping buiten de eenheid zelf. De mens speelt als het ware met de schaduwen die het licht van de eenheid werpt in de zintuiglijk waarneembare wereld. Zo projecteert zich een universum in de schaduw met een begin en een einde. Als mensen zijn we een stip in de tijd, ieder met zijn eigen begeerte naar het bezit van enige fragmenten van de eenheid. Want de projectie vanuit de eenheid heeft een miljoenen jaren durende fragmentatie van bewustzijn tot gevolg. Wat dus “eens” is voorgesteld volgen we nu slaafs tot de grootst mogelijke fragmentatie van de voorstelling. Ieder mens gevangen in zijn eigen kwantum fysische voorstelling van de oorspronkelijke projectie vanuit de eenheid.
Nu is er iets in de projectie ingebouwd dat er in voorziet, dat de begrenzing weer waargenomen kan worden. We kunnen daardoor de eenheid weer vermoeden, om er vervolgens naar te gaan verlangen. De projectie wordt niet opgeheven, maar steeds meer in het licht van de eenheid geplaatst. Zo verkrijgt het menselijke bewustzijn de sensatie van het doorzien van een grote illusie. Er is immers een projectie vanuit de eenheid gaande en ieder mens heeft zijn eigen manier om zich daarvan bewust te worden. Daar helpt de huidige kosmische verandering van de collectieve sfeer van de projecties bij. Steeds meer mensen krijgen op de een of andere manier besef van wat er in het collectieve bewustzijn gaande is.
Ander bewustzijn
Zich opnieuw verbinden met de moeder-aarde – met haar zevenvoudige eenheidsbewustzijn – staat gelijk aan opnieuw geboren worden. Om dit voor te bereiden is een staat van diep zelfbewustzijn nodig. Afdalen tot de ruimte van het hart is een voorwaarde voor groei, want dáár ligt het potentieel om tot eenheidsbewustzijn geboren te kunnen worden. Dit hoog energetisch menselijk potentieel is de kern waar de eenheidsmens uit geboren kan worden en groeien. Deze leeft uit de zeven velden van de aarde, die zelf een entiteit is binnen de eenheid van het zonnelichaam. Wat we zonder eenheidsbewustzijn zien en ervaren van de aarde is de geprojecteerde tijd-ruimtelijke variant in de gefragmenteerde werkelijkheid. De mens drukt zich van nature hier met zijn beperkte zintuiglijke vermogens in uit. Al zijn scheppingen zijn daarom tijdelijk en ten opzichte van de eenheid niet-bestaand.
De oorzaak van de begrenzing van het bewustzijn ligt aan de wortel van de ruggengraat. Het is een energiecentrum dat in twaalf ruimten is verdeeld, die worden beïnvloed door een – ook weer twaalfvoudig – kosmisch energieveld. Met dit energiecentrum verhoudt een mens zich tot de wetmatigheden van de medemens, de aarde, het zonnestelsel en het universum. Zolang dit energieveld regeert, denkt de mens binnen het raam van de begrensde wereld. Want ook het denken is twaalfvoudig georganiseerd als een spiegel van de karmische wortel van het menselijke bestaan. Het heeft al menig mens, met een aangeleerd kritisch denken, vast laten lopen in gestolde denkbeelden. De illusie van de projectie wordt voor werkelijkheid aangezien.
De voorbereiding van het opnieuw geboren worden – laten we het aanduiden als een kwantum sprong van het bewustzijn – is het accepteren van de reflectiewerkzaamheid, het karma, om dit vervolgens nauwgezet te leren waarnemen. Dat is mogelijk door het licht van de geestelijke zon de ruimten van het onbewuste deel van de psyche te laten verlichten. De geestelijke maan is de voltrekker van deze werkzaamheid in de tijd. Als je op deze wijze het leven voorbij laat komen, zonder iets te willen veranderen, dan toont alles zich in het licht van deze geestelijke zon. Zij verlicht zo alle resultaten van het wortelvuur: de menselijke neurosen. Observeren en dankbaar zijn voor het inzicht dat wordt verkregen heeft de magische voltrekking van de geboorte van het eenheidsbewustzijn tot gevolg. Het zevenvoudige liefde-potentieel in het hart neemt dan zijn ruimte in. In een plotselinge openbaring kan dan de zevenvoudige moeder-aarde worden waargenomen. Deze schepping volgt uit het bewust worden van de schepping uit de wateren van het kwantumveld. Vanaf dat moment kan een mens opnieuw in het zevenvoudige veld van de aarde werkzaam zijn.
Spiritueel groeien
Het hart is dus een magnetisch geladen centrum dat het menselijke systeem op een bepaalde specifieke, persoonlijke wijze polariseert. Door deze polarisatie heeft de mens iedere dag opnieuw de sensatie van een coherente waarneming van zijn omgeving. Het is zijn eigen persoonlijke begrensde waarneming van een deel van het kwantum energieveld. Het is als een projectiescherm van de psyche voor wat geprojecteerd gaat worden. Het wortelvuur van de plexus sacralis projecteert in de psyche wat volgt uit de karmische energie. Zo neemt een mens deel aan een projectie in een begrensde werkelijkheid, die door vele identiek gepolariseerde leerling-scheppers in stand wordt gehouden. De ervaring van geboorte en dood is deel van de collectieve projectie. Binnen deze cyclische wetmatigheid tonen zich steeds nieuwe polarisaties en steeds nieuwe werkelijkheden. Een mens die dit vanuit zijn magnetische hart gaat waarnemen kan zich bewust worden van het beperkende mechanisme van de hart-polarisatie: het is op zichzelf gericht. Het wil een deeltje van de eenheid voor zichzelf houden. In zelf-liefde. Zelfbewustzijn verandert deze polarisatie: door het eigen leven te beschouwen met al zijn resultaten op een vrije, verwonderde, nooit beschuldigende manier. Het eenheidsbewustzijn komt dan tot volle ontplooiing en dooft uiteindelijk het karmische wortelvuur.
Voor het zover is projecteert dit wortelvuur zich steeds opnieuw door middel van gedachten en gevoelens, waarvan het grootste deel onbewust is. Zij vormen een reservoir aan gepolariseerde onbewuste aanvallers van het eenheidsbewustzijn. Zij vinden altijd voldoende aanknopingspunten in de menselijke psyche. Zij zijn de bron van het lijden. Het vernietigen van deze bron is de grote opgave van ieder mens die in de velden van de heilige moeder-aarde werkzaam wil zijn. Dit is het grote werk waar steeds meer zielen hun leven aan wijden. Zij doorkruisen in verbinding met elkaar de collectieve neurosen die de psyche beheersen. Het grote werk is: onvatbaar worden voor de drijfveren die uit deze neurosen voortkomen. Vervolgens de projectie ontstijgen en beginnen te leven uit de geestelijke bron die onophoudelijk vloeit vanuit de eenheid. De herschepping van het werkelijke leven.