Het was tegen het eind van 2018. Ik keek uit het raam, zag de kale bomen en voelde mij innerlijk omgewoeld. Waarom? Zometeen start ik een skype-ontmoeting met een expert in de psychoanalyse: met Annegret Hallanzy. Zij heeft een sensationeel, uiterst spannend boek geschreven: De software van de ziel [1]. Ik heb haar gemaild, omdat ik haar wil betrekken bij de Stichting Rozenkruis. We startten toen een nieuw project: “Wat wil worden? Spiritualiteit in de 21ste eeuw.”
Langzaam maar steeds sterker rees de twijfel in mij. Eerst als enkele belletjes in een zojuist ingeschonken glas sekt, toen steeds meer en tenslotte bruisten ze: Ben ik sowieso in staat op voet van gelijkheid met haar te communiceren? Wat weet ik überhaupt van haar? Wat stond er ook weer in haar boek? Wat kan ik zeggen over het rozenkruis, of beter nog, over mijn eigen ontwikkeling en ervaring? Ben ik bereid iets van mijzelf prijs te geven? Verstoppen kan niet meer, zometeen begint de ontmoeting.
Zodra ik Annegret Hallanzy aan het andere einde van de skypelijn zag, waren al mijn kleine en grote twijfels verdwenen. Er was helemaal geen mist, alleen maar stille, gespannen vreugde over de ontmoeting.
We begonnen uit te wisselen, omcirkelden elkaar met onze denkbeelden, maar al na heel korte tijd werd duidelijk: hier ontmoeten twee zoekende en strijdende zielen elkaar. Wij wisten: hier begint een vruchtbare uitwisseling, een “met elkaar” van hart tot hart, van bewustzijn tot bewustzijn. Hier waren twee “T-vormige” mensen bereid boven hun eigen waarneming uit te stijgen, zich met elkaar te verbinden, een vruchtbare samenwerking te realiseren. Innerlijke vreugde doorstroomde mij.
Ik noem ons “T-vormige mensen” omdat wij enerzijds een diepe verankering van ons zijn en worden in ons dragen – de loodrechte streep van de T – en anderzijds een wijdte van ontmoeting, die – de horizontale T-balk – alles met elkaar verbindt en omarmt.
Openheid maakt een ongelofelijke diepte van samenzijn mogelijk. Nieuwsgierigheid laat ons in de ruimte blikken die de ander voor ons opent. Wij kijken korte tijd met zijn ogen en verknopen onze waarneming en indrukken daarmee. Er ontstaat een stromen van de taal, van het met elkaar zijn, van de uitwisseling, van de vragen en antwoorden, van het zoeken en vinden, maar ook van het ontdekken van steegjes, achterafpleintjes en zwarte poorten.
De ontmoeting van mens tot mens kan een spirituele dimensie bereiken.
Alle vrije religiositeit die zich in de toekomst binnen de mensheid zal ontwikkelen, zal daarop berusten dat in ieder mens het evenbeeld van de godheid werkelijk in directe levenspraktijk, niet allen maar in theorie, wordt herkend. Dan zal er geen godsdienstdwang zijn, dan hoeft er geen godsdienstdwang meer te zijn, want dan wordt de ontmoeting van ieder mens met ieder mens vanaf het begin een religieuze handeling, een sacrament, en niemand zal het nodig hebben om door een bijzondere kerk, die op het fysieke niveau een uiterlijke vorm heeft, het religieuze leven in stand te houden. De kerk kan, als zij zichzelf goed verstaat, slechts dat ene doel hebben: zich op het fysieke niveau overbodig te maken, omdat het gehele leven tot uitdrukking van het bovenzinnelijke gemaakt wordt.[2]
Leven bergt een geweldig ontwikkelingspotentieel in zich. Het is een oneindige stroom van eeuwige verandering, en toch drijft er een constante achter. Deze onnoembare kracht, dit potentieel, zoekt in ons zijn uitdrukking, zijn uiterlijke vorm. Wij kunnen ons tot zijn “vaas” maken. Dan ervaren wij zowel zijn geest-zielecomponent alsook de uitwerking in tijd en ruimte.
Ruth Langford spreekt in het tijdschrift Evolve nr. 21 (voorjaar 2019) over de ‘pauze tussen het grote in- en uitademingsproces’ waarin wij momenteel staan:
In vele profetieën en ceremoniën zien wij het ontwaken van het mysterie. Verborgen scheppende wezens, spiritueel weten of oeroude geheimen overal op de wereld, die tot nu toe overwegend sluimerden, ontwaken. Zij laten nieuwe vormen van verbinding ontstaan en scheppen nieuwe vormen van de dialoog die de oorspronkelijkheid weer zullen opwekken.
Met deze dialoog voelt de Stichting Rozenkruis zich verbonden.
Verwijzingen
[1] Hallanzy, Annegret. Die Software der Seele, 2e druk, Gelnhausen 2015.
Speciaal aanbevolen: hoofdstuk 4: De drie zintuigelijke misverstanden van de mensheid: consumeren, goedheid en verlichtzijn.
[2] Steiner, Rudolf. Hoe werken engelen in ons astrale lichaam?, 1918