Grote spirituele leiders spreken vaak over drie levenscentra in de mens:
dat van het hoofd – dat van het hart – en dat van het handelingsvermogen.
Ze verklaren daarbij: er is een activiteitscentrum in het hoofd, waar weten, denken, kennis en analyse plaats vinden.
Er is het hartcentrum waarmee we voelen, wensen en verlangen. En er is een centrum van actie, van daadkracht.
In dit essay onderzoeken we de kwaliteiten en mogelijkheden van het tweede centrum, dat van het hart. Met het hart kun je doorvoelen en ‘proeven’ wat verborgen is voor het verstand. Met andere woorden:
Het hart heeft (beweeg)redenen die ons redenerende verstand niet kan volgen.
Om een punt van de sluier op te lichten van een spiritueel mysterie: we hebben zowel een hart met een kleine h, als een Hart met een hoofdletter H en beide hebben hun specifieke invloed in ons.
Het hart met een kleine h is de generator van gevoelens en verlangens en het Hart met een hoofdletter H is de plaats waar de spirituele zoeker de stille aanwijzingen en vermaningen van de ziel hoort.
Om te beginnen met het stóffelijke hart, dat verricht een aantal ongelofelijke prestaties in de complexiteit die wij ‘lichaam’ noemen:
- Het hart is de sterkste spier van het lichaam. Het is de enige spier die niet veroudert, mits hij niet door ziekte wordt aangetast;
- Het klopt zo’n 100.000 maal per dag – dat is 40 miljoen keer per jaar;
- Het is zo krachtig dat het zo’n 7½ liter bloed per minuut door het lichaam stuwt met een kracht die water 2 meter de lucht in zou spuiten;
- Elk van de miljarden hartcellen klopt altijd in eendracht samen met alle andere hartcellen;
- Het hart is qua elektromagnetische kracht 5.000 maal krachtiger dan het brein.
Dat het hart niet alleen belangrijk is als bloedpomp, als spier, geven talrijke gezegdes weer die de gevoelwerking van het hart als onderwerp hebben:
- We zijn het hart-grondig met iemand eens of oneens;
- Een kind is hart-veroverend en een goede daad hart-verwarmend;
- Harts-tochten drijven ons voort en soms gaat ons iets aan het hart;
- Wij nemen goede raad ‘ter harte’ – en zo zijn er nog vele andere.
Deze gezegdes hebben een reële achtergrond. Het hart heeft een zeer speciale, zeer krachtige, elektromagnetische energie met specifieke uitwerkingen.
Ook de wetenschap heeft nog niet zo lang terug een aantal eigenschappen van het hart ontdekt die ver uitgaan boven die van een gewone onwillekeurige spier. Zoals:
- Een aantal hartcellen van verschillende oorsprong en met een verschillend ritme die naast elkaar worden gelegd zonder elkaar te raken, gaan snel eendrachtig in hetzelfde ritme kloppen;
- Het hart vraagt op neuro-hormonale wijze het brein voortdurend om gegevens uit de omgeving, om de energie van het lichaam op de beste manier te kunnen organiseren;
- En misschien wel het belangrijkste: de bovenste boezemkamers van het hart produceren een hormoon dat elk belangrijk orgaan in het lichaam, en óók het brein, diepgaand beïnvloedt. Dit neuro-hormoon ANF beïnvloedt rechtstreeks de hypothalamus (die onze emoties regelt) en de pinealis (of pijnappelklier), de thalamus en de hypofyse, die centraal staan in de hormoon-huishouding van het hele lichaam.
Kortom het hart speelt een veel centralere rol in onze lichaams- en geestesprocessen dan wij vaak denken. Het is ons krachtigste orgaan en de centrale en voornaamste organiserende kracht in het lichaam. Het is de grootste opwekker van elektromagnetische energie, die het doorstuurt naar andere delen en organen. Het hart reageert vaak onafhankelijk van het brein op de buitenwereld.
Als deze prestaties van ons fysieke uiterlijke hart op zichzelf al verbazingwekkend genoeg zijn, welke krachten en mogelijkheden zijn er dan wel verborgen in ons innerlijke Hart, dat de ingewijden ook het Diepe Hart, het Hogere Hart, het Harmonische Hart, het Heilige Hart hebben genoemd?
In essentie is dát Hart een heiligdom. Wat is een heiligdom?
Een heiligdom is een toegangspoort waardoor een hogere energie toegankelijk is en opgevangen kan worden, om een uitwerking te hebben in een systeem met een lagere energie.
Wat is energie dan?
Energie is zowel drager van informatie alsook ontsluiter van mogelijkheden.
Geest en Ziel zijn beide manifestaties van die energie, zij het dan van verschillend niveau.
Geest, Ziel en lichaam zijn manifestaties van energie op verschillende niveaus.
Het spirituele leven, of het spirituele pad zoals het vaak genoemd wordt, is als zodanig een Jakobsladder met sporten van steeds hogere energie.
Daarom wordt iemand die zo’n pad gaat ook gevraagd om zich te onthouden van negatieve gedachten en emoties en de situaties te vermijden waar deze zouden kunnen ontstaan – ze zouden de energie in het stelsel verlagen.
Als het hart de voornaamste generator en verspreider is van energie en dus van informatie in ons stelsel, waar komt die energie dan vandaan? Die energie komt primair uit ons astrale lichaam, ook wel het begeertelichaam genoemd.
In een hart dat gericht is op het horizontale leven hebben de astrale stormen van begeerte veelal vrij spel.
Via de beïnvloedingsstroom van hart naar hoofd worden onze gedachten aangewakkerd, daarna ons wilsvermogen en dat mondt ten slotte uit in handelingen.
De mens mòet dus volgen wat er in zijn hart als synthese, als gemoedstoestand, ontstaat.
Als er dus een levensverandering gewenst wordt, in spirituele zin, dan zal die ìn het hart en mèt het hart moeten beginnen want dan zal de rest van het systeem hebben te volgen.
Daarom bidt koning David in Psalm 51:10:
Schep in mij een zuiver hart, o God.
Het begin daarvan, de ingang, naar het Hogere Hart, naar Liefde met een hoofdletter L, is ook een verlangen, maar het wordt genoemd: een heilsverlangen, een verlangen naar verlossing.
Het is de hoogste vorm van astrale energie in een zoeker.
Dit spirituele verlangen is een diep verlangen naar heelheid – naar de eenheid met het Al, een hartewens om één te zijn met de Alomtegenwoordige Liefde. Het is de liefde voor dé Liefde.
In dié toestand van werkelijk diep verlangen, die je bidden in zijn hoogste vorm zou kunnen noemen, kan de “Kosmische Elektriciteit”, zoals de grondlegger van de School van het Rozenkruis, Jan van Rijckenborgh dat noemt, ons aanraken in dat wonderlijke Heilige Hart áchter het stoffelijke hart. Dat is overigens niet fysiek maar is een elektromagnetische energieconcentratie, een Krachtvortex.
Dat doet het tot ontwaken komen wat in vele oude heilige literatuur met vele sprekende namen aangeduid wordt: de Godsvonk, de Heer in de Grot, het Juweel in de Lotus, of de Geestvonk, het Heilige Midden, het Oeratoom.
In de Hermetische geschriften uit de oude Egyptische Geestesschool wordt daarover gezegd:
Daar waar het Hart is, is het Leven. Richt het Hart op het Licht en ken Het.
Als dat Licht woning kan maken in het Hart, dan moet de lagere begeertenatuur verdwijnen. Dan wordt de ik-drift uitgeblust. En in de vrijgekomen ruimte kan dan de oorspronkelijke menselijke gestalte, het oertype van de goddelijke Mens, zich weer ontvouwen en ontwikkelen.
Eerst als een Ziel, als een kristallijne krachtlijnenstructuur van hoog-energetische Kracht.
Daarna, als die krachtlijnenstructuur voldoende stevigheid en continuïteit heeft verkregen, kan de Geest er indalen en er woning maken. De mens is dan opnieuw de geest-ziel die hij was vóór de val uit de kosmische tuin van Eden en is opnieuw een universeel wezen.
Wie zo het hart weer tot zijn oorspronkelijke taak heeft toebereid zal daardoor ook het hoofdcentrum kunnen transformeren.
Dan verandert het hoofd van een continue radio-uitzending van gedachten, tot een Hogere Hoofdwerking, waarin kennis verandert in Wijsheid en denken in Bewustzijn.
Tot nu toe hebben het vooral gehad over het ‘wat’ – wat de verschillende aanzichten van dit proces behelzen. De belangrijke vraag die nu opdoemt is ‘hoe’ ? – hoe bereiken we die andere realiteit en beleving? Wat heb ik dan te doen en te laten in de praktijk van het dagelijkse leven?
Jan van Rijckenborgh zegt daarover in het boek De Egyptische Oer-gnosis, deel III
Ga ertoe over al wat van deze natuur is noch lief te hebben, noch te haten.
Ga staan in de ongehechtheid.
Ga staan in de objectiviteit ten opzichte van al het verschijnende.
Doe wat uw plicht is in het leven, doe wat correct is, doch ook niet meer.
Wat zal dan het gevolg zijn?
Dat de begeertekrachten van deze natuur, de astrale krachten van het gewone levensveld, hoe langer hoe minder factoren worden in het hartheiligdom.
Wanneer u nu in de ongehechtheid gaat staan, consequent en volhardend, stelt u de drie hogere beginselen van het hart in staat op krachtige, stimulerende wijze de vier lagere beginselen te beïnvloeden en komt u tot een heel andere levensstaat.
Als u iets in deze wereld liefheeft, dan trekt u het aan.
Als u iets haat, stoot u het af.
Voor beide processen hebt u de aardse astrale energieën nodig.
Zo houdt u het vuur van de dood in de aura van het hart in stand.
Dan blijven de harts-tochten.
Het gehele spirituele proces wordt ingezet door twee bewegingen –
een innerlijke en een uiterlijke.
Door een diep innerlijk verlangen, een ziele-heimwee naar bevrijding van deze ons beperkende aarde en een terugkeer naar de staat van kosmisch wezen.
En door een uiterlijk beoefende neutraliteit ten aanzien van al de dualistische bewegingen in deze wereld. Boeddha noemde dat het Pad van het Midden.
Grotere en kleinere levensmoeilijkheden zullen blijven, want je kunt je niet in één keer volledig uit het leven terugtrekken. Maar staande in dit proces kunnen kan een spirituele leerling er anders tegenover staan. Het is of het hem niet meer zo raakt en aangrijpt en beïnvloedt.
Er komt meer rust en evenwicht in zijn of haar leven.
Er ontstaat innerlijke ruimte, er komt een innerlijke stilte die toch zeer levend is.
Op een meer poëtische wijze verwoord:
Nu je oren tuiten van de kreten van de strijdende partijen in de wereld
Nu je neusgaten zijn gevuld met de stank van de leugens en onwaarheden van de magiërs in de wereld
Nu je je mond opent om de wereld te verlossen maar er geen woorden komen…
Open dan je ogen en lees de brief van verlangen in je hart
Open je oren om het zachte lied van de ziel te horen
Open je neusgaten voor de geur van het innerlijke heiligdom
En open daarna je mond om de bevrijdende woorden van wijsheid te spreken
En genees zo de wereld van binnenuit.
Reference:
Jan van Rijckenborgh, De Egyptische Oer-Gnosis, deel 3 , Hoofdstuk 6, De boetezang van verlossing, Rozekruis Pers, Haarlem 2013