Horizontaal en verticaal – Een visie op Mondriaan, Vasarely, Scully

Met elkaar verbonden door de lijnen van de tijd, van inspiratie, van gevoel voor licht en kleur. In het twintigste-eeuwse West-Europa loopt een stroom van licht en inzicht door de schilderkunst. Mondriaan, Vasarely, Scully. Voorlopers op de weg uit het concreet-materiële naar de essentie van alles.

Horizontaal en verticaal – Een visie op Mondriaan, Vasarely, Scully

Piet Mondriaan

Objecten, teruggebracht tot hun meest basale lijnen, soms in onaardse kleurstellingen. Lijnen, loodrecht op elkaar, diagonaal. Vlakken, ruiten, blokken in primaire kleuren. Opbrengst van een zoektocht naar de essentie van het leven, van mens, dier, ding. Tastend abstraherend vanuit de vorm door meer en meer zaken weg te laten. Door details in vorm en kleur voortdurend te reduceren, terug te brengen tot de kern. Mede gevoed door de stijlen uit zijn tijd – expressionisme, impressionisme – kwam Mondriaan (1872-1944) ten slotte via het kubisme tot een volstrekt eigen stijl. Zijn werk toont een leven van zoeken naar het ene in alles. Als kunstschilder ontwikkelde hij zich volgens een eigen, unieke weg en legde daarmee de eerste steen voor een andere, nieuwe richting: het neoplasticisme ofwel de Nieuwe Beelding. [1]

Uitgangspunt daarvoor is het aardse, het horizontale als basis. In zijn werk zien we een gerichte ontwikkeling vanuit de materiële vorm naar het bezielende aspect ervan, vanuit het horizontale en het verticale principe in het zintuiglijk waarneembare naar de abstractie van het geestelijke. Veel legt hij vast uit het Zeeuwse landschap, dat hem zo vertrouwd was na enkele kortere of langere verblijven in Domburg en omstreken. De vuurtoren bij Westkapelle, de kerk van Oostkapelle, geschilderd in een onaards licht. Alle bouwwerken van onderaan naar boven bezien, de blik gericht omhoog, weg uit het aardse, het steeds wederkerende. In zijn ontwikkeling als kunstschilder steeds zoekend naar een innerlijke spanning tussen vorm en inhoud, tot die helemaal weggelaten worden en hij zich uiteindelijk beperkt tot horizontaal en verticaal, in primaire kleuren en zwart en wit; werk waarmee hij over de hele wereld bekendheid kreeg.

Al vroeg had hij belangstelling voor het gedachtegoed van de theosofie en hij was in 1908 aanwezig bij een lezing van Rudolf Steiner in Amsterdam. Uit een brief aan schrijver I. Querido:

Voorlopig althans wil ik mijn werk laten blijven op het gewone zintuigenterrein want daar leven we nog in. Maar toch kan kunst een overgang reeds vormen tot fijnere regionen: ik noem het misschien verkeerdelijk geestelijke gebieden, want alles wat vorm heeft, is nog niet geestelijk, heb ik gelezen. Maar ‘t is toch de omhooggaande weg, van de stof af.

Aan Rudolf Steiner legde hij in een lange brief zijn zienswijze uit op het leven en op de functie daarin van het neoplasticisme, de Nieuwe Beelding. Helaas kwam er nooit een antwoord, wat hem kwetste maar waardoor hij zich niet liet ontmoedigen. Hij bleef lid van de Theosofische Vereniging, waaraan hij zich op zijn 37e verbonden had. En hij baande de weg naar een totaal nieuwe benadering in de schilderkunst [2], velen na hem tot voorbeeld. Bij het zien van zijn werk krijg ik de indruk dat hij een voorbeeld wilde geven van wat in de mens zelf plaats dient te vinden: streven naar het geestelijke vanuit de gekende en erkende basis van het concreet-materiële.

 

Victor Vasarely

De Hongaarse kunstenaar Vasarely (1906- 997) lijkt voort te zijn gegaan op de door Mondriaan gebaande weg maar hij voegt er een dimensie aan toe. Onder andere door te spelen met perspectiefverschuiving en rondingen in lijnen brengt hij beweging in zijn werken. Hij wordt gezien als de grondlegger van de opart en streefde naar democratisering van de kunst, met een utopische visie op de publieke toegankelijkheid ervan. Bij het beschouwen van zijn werk kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat hij er bewust of onbewust besef van had dat er een ontwikkeling van de aardse mens plaats dient te vinden van de vorm naar de essentie. Bezat hij zoals Mondriaan het innerlijke weten dat we worden bewogen door een drang tot zoeken naar zelfontplooiing en blijvend geluk, los van de vorm en het macabere tijdruimtelijke spel van de tegenstellingen? Er is weinig te vinden over Vasarely, behalve een enorme hoeveelheid van zijn werk. Hij moet haast dag en nacht bezig zijn geweest, zo groot is zijn oeuvre, dat spreekt van een grote fascinatie voor lijnen, beweging en optisch effect. Alsof hij wil tonen dat niets in de vorm is wat het lijkt te zijn. Horizontale en verticale lijnen, rasters met zuigende dieptes en bolle uitstulpingen waaruit iets lijkt te willen ontsnappen. Onze bezieling misschien, die, gevangen in de veruiterlijkte wereld, tot het diepe besef is gekomen dat er een uitweg uit deze gevangenschap moet zijn?

 

Victor Vasarely, Feny from homage to Picasso, 1974

 

Sean Scully

In het werk van Sean Scully (Dublin 1945) is ontegenzeglijk de invloed van Mondriaan te herkennen, al is het op een andere wijze.

Het lijkt wel of je naar tralies kijkt, heeft hij misschien in de gevangenis gezeten?

Ruiten, hij lijkt geobsedeerd door ruiten, hij is vast van Schotse afkomst.

Zo maar enkele opmerkingen van bezoekers aan een van de tentoonstellingen van zijn werk.

Scully zegt het nergens in zijn interviews maar hij lijkt, voortbordurend op de door Mondriaan gekozen richting, zijn eigen gang te gaan. Zijn kijk op abstracte kunst is absoluut origineel:

Ik zag een graffiti-tekst: ‘Tijd is uitgevonden om te zorgen dat niet alles tegelijk gebeurt.’ Toen dacht ik: abstracte kunst is uitgevonden om alles tegelijkertijd te laten gebeuren. De abstracte schilderkunst wil alles omvatten en presenteren als een gedistilleerd, gemengd en geïntegreerd beeld van alles.

Zoals Mondriaan zijn hele leven bezig was met het destilleren van de essentie uit de vorm, zo mengt en integreert Scully kleur en materiaal in een onafzienbare reeks van werken tot een veelzijdig oeuvre, daarbij de werkelijkheid vereenvoudigend tot een harmonie van lijnen en vlakken, horizontaal, verticaal, diagonaal. De ene keer strak, met de precisie van een liniaal uitgevoerd, dan weer in vrije, spontane, soms golvende penseelstreken, nonchalant zelfs. Er spreekt een oerkracht uit, een allesbeheersende levensdrang. Daarnaast ademt ander werk een diepe, ingetogen rust. Er wordt een interactie aangegaan met de toeschouwer, die zich kan terugvinden als luisteraar, als resonerend voorwerp bij het aanschouwen van al dit visueel overweldigende werk. En het spreekt op zeer individueel niveau aan. Waar je als toeschouwer het ene werk met een geïnteresseerde maar vluchtige blik voorbijloopt, merk je dat je voor een ander werk heel lang en intensief blijft staan kijken. Je lijkt erin gezogen te worden, het klinkt clichématig, maar het is een reële ervaring. Een kunstcriticus verwoordt:

De lijnen zijn een soort verstilde muziek voor het oog, die rust brengt te midden van de chaos. Het zijn klankborden voor de ziel.

Scully zelf [3]:

Aan het eind van de jaren zeventig viel het mij op dat de promotors van abstracte kunst allemaal uiterst verfijnd waren. Die mensen waren zo verfijnd dat alleen zij zich in die verfijnde sfeer mochten begeven. Toen dacht ik: genoeg met die onzin. Het is mijn taak om abstractie terug te brengen naar de mensen, om die te ‘populariseren’, zonder de lat lager te leggen.

De kunst bestemd voor iedereen, zoals ook het ideaal was van Vasarely.

 

Sean Scully, uit de serie ‘A dry ocean of stripes’, expositie Villa Panza, Varese, Italië 2019

 

De serie ‘A dry ocean of stripes, werk uit 1969, dat hij maakte na een verblijf in Marrakesh, vormt een voorbeeld van door culturele beperking ingegeven abstractie. Scully:

In de islamitische wereld mogen geen afbeeldingen van levende wezens worden gemaakt. Dus je ziet daar overal strepen in het straatbeeld, eindeloos veel strepen.

Als toeschouwer van zijn werk ontkom je niet aan de strepen, die op het eerste gezicht kunnen overkomen als rasters. Maar even met de ogen knipperen en er lijkt diepte in te zitten. Anders dan bij Vasarely, maar toch. Elkaar kruisende lijnen, met daarachter weer een ander raster, en daarachter weer, daarachter weer, een gelaagdheid zoals het leven zelf. Op welke laag richt je aandacht zich, en op welke lijnen, op de horizontale of de verticale, van boven naar beneden, of andersom, of misschien allebei? Of op de kruispunten? Je kunt het werk ook zien als een netwerk van vele wegen op ieders eigen bewustzijnsniveau. Individuele horizontale wegen, met steeds een kruispunt, met de mogelijkheid van een keuze: ga je verder op de horizontale levenslijn – ben en blijf je gericht op het materiële, zintuiglijke, het tijdruimtelijke, met alle soms ondraaglijke spanningen en gebeurtenissen die daarmee verbonden zijn? Of maak je de keuze je te richten op de aanraking van de verticale krachtlijn, op ieder kruispunt dat zich in ons bewustzijn aandient; het verticale dat ons voortdurend beweegt tot zoeken en ons wil optrekken tot in het levensveld van de onwankelbare ene waarheid? Want er bestaat een zeer concrete weg uit het tijdruimtelijke naar het abstracte dat toch zo concreet is: een levensveld waar de tegenstellingen niet bestaan. Abstract in de betekenis van geabstraheerd, losgekomen uit het materiële levensveld van het positieve en negatieve, het eenzijdige genieten in afwisseling met pijn en verdriet. Gemanifesteerd in een nieuwe wereld van eenheid en liefde, werkelijke Liefde, die niet meer omslaat in welk tegendeel dan ook.

Sean Scully is iemand die zich na vele tegenslagen een weg naar de artistieke top vocht. In een latere periode, waarin de schilderkunst plaats moest maken voor conceptuele kunst, wist hij zich uitstekend staande te houden. Maar was de bloeiperiode van de abstracte kunst niet eigenlijk al voorbij? Kwam zijn werk niet een beetje als mosterd na de maaltijd, of is zijn succes het resultaat van zijn assertieve marketing?  Misschien kunnen we het ook zien een signaal, een uiting van het circulerende karakter van het tijdruimtelijke levensveld, waarin ons steeds weer opnieuw een kans wordt geboden om te leren van onze ervaringen. Door de tijd heen is er een ontwikkeling zichtbaar in het bewustzijn van iedere mens en van de mensheid als organisme. Toch is het bij ieder dezelfde inspiratiebron die stuwt tot zoeken naar waarachtig leven. Kunstenaars als Mondriaan, Vasarely en Scully zijn een voorbeeld van inspiratie door de in de kosmos en microkosmos werkzame verticale krachtlijnen die, zich manifesterend door het verschijnsel van de tijd heen, iedere mens vanuit dat andere, nieuwe levensveld aanraken. Het is aan ons hoe wij op die aanraking reageren. Op ieder moment kun je gebruikmaken van de keuzevrijheid en reageren op die kracht, die ons wil voeden en stuwen in de richting van een levensveld waar alle zwart, wit en kleur samenvloeit tot Licht.

 

Een vriend van mij vroeg me eens of schilderijen konden spreken, of dat mogelijk was. Ik zei: ‘Ja. Maar met de taal van licht. Schilderijen spreken met de taal van licht.’

Scully

 

blank

Sean Scully ‘Lookin’ outward’, Villa Panza, Varese, Italië 2019

 

blank

Sean Scully, ‘Happy Days’, expositie Villa Panza, Varese, Italië 2019

 

blank

Sean Scully ‘Crate of air’, Cortenstaal. Yorkshire sculpture park 2022.

 

Bronnen:

[1] Pentagram 2018, nummer 3, ‘De schilder op het kruispunt’

[2]Van Paaschen, J., Mondriaan en Steiner, Wegen naar Nieuwe Beelding, Komma 2017, ISBN 9 789491 525322

[3] Niet te stoppen, kunstenaar Sean Scully; https://www.npostart.nl/close-up/21-03-2020/AT_2131932

Print Friendly, PDF & Email

Deel dit artikel

Artikel informatie

Datum: januari 26, 2023
Auteur: Winnie Geurtsen (Netherlands)
Foto: by Roses _ street on Pixabay CCO

Featured image: