En zolang je dit nog niet hebt,
Dit sterf en wordt!
Ben je nog een treurige gast
Op de donkere aarde.
Goethe
Het hart – een inwisselbare zuigpomp?
De moderne cardiologie kent verbazingwekkende diagnostische ontwikkelingen, die uitsluitsel geven over de kwaliteit van de bloedsomloop vanuit het hart en zijn functionaliteit.
Ondanks deze gigantische ontwikkelingen blijven hart- en vaatziekten doodsoorzaak nr. 1, vooral in de westerse geciviliseerde wereld.
Ook de operatietechniek om reparaties uit te voeren is in het kader van de technische vooruitgang bewonderenswaardig geperfectioneerd, zodat defecte hartkleppen omgeruild, vaatvernauwingen door middel van bypasses gerepareerd, en af en toe kunstharten ingeplant kunnen worden; als de hartspier niet langer functioneert, dicteren kunstmatige stimulatoren de pulsering en tenslotte zijn transplantaties van vreemde harten mogelijk geworden, als het orgaan volledig ondeugdelijk is geworden en niet meer verenigbaar met het leven.
Uitgangspunt bij deze enorme ontwikkeling is de mechanistisch-fysiologische manier om naar het hart te kijken als een ritmisch pulserende zuigpomp, een theorie die reeds in 1628 door William Harvey werd verkondigd.
Bij deze symptomatische en puur mechanistische beschouwing van het menselijke hart blijft echter het werkelijke begrip voor het belang van het menselijke hart en de oorzaken van hartziekten vaag en onduidelijk.
Hart-intelligentie
De laatste jaren zijn in het kader van het energetisch onderzoeken van ons wezen nieuwe ontdekkingen gedaan, die echter in de klassieke cardiologische praktijk nog weinig aandacht krijgen.
Uit de metingen van de hartfrequentie en de subtiele variabiliteit daarvan, is er wezenlijk meer bekend geworden over dit bijzondere orgaan en de veelvoudige functies met hun belang voor het leven. Daardoor wordt duidelijk dat ons hart aanzienlijk meer presteert dan alleen het bloed door de aderen in het lichaam te pompen. Dit orgaan in het midden van ons systeem is om zo te zeggen een tweede hersencentrum. Zijn zenuwsysteem bestaat uit ca. 40.000 neuronen en zit op verschillende niveaus in een netwerk met onze hersenen en wisselt levensbelangrijke informatie uit met het hoofd. Zo stuurt het hart, net als het hogere hersengebied, cognitieve en emotionele informatie. Het staat in nauwe verbinding met de amygdala, ons hersencentrum waarin alle emoties, angsten en instincten worden beoordeeld en verwerkt. We kunnen dus vaststellen dat ons hart “meedenkt”.
Bij dit onderzoek van onze “hartintelligentie” kon ook de interessante constatering worden gedaan dat gevoelens van vreugde, liefde en dankbaarheid een meetbare gelijkstelling van het hart- en ademritme bewerkstelligen, terwijl ergernis, stress en angsten deze balans verstoren.
Samenklank of disharmonie in deze psychosomatische ritmen – dat wordt door deze onderzoeken duidelijk –, dus synchronisatie of chaos, spelen een tot nu toe te weinig onderkende rol voor onze gezondheid en vooral voor ons biologisch verouderingsproces.
Het resonantiegedrag van de spiraalvormige spiercellen bij het gezonde hart, die zich door de impuls van de sinusknopen alle gelijktijdig samentrekken, is bij uitstek een voorbeeld voor de economische en gezondheidsbevorderende samenwerking. Dit gedrag herinnert beeldend aan de synchrone beweging van een school vissen.
Tot in de functie van zijn individuele cellen toont het hart ons het liefdeprincipe. Zonder uitzondering is iedere cel er voor iedere andere, en alle ontvangen hun impulsen uit één centrum.
Dat is de gezonde hartcellen om zo te zeggen aangeboren. In een laboratoriumcultuur kan men observeren dat twee verschillend kloppende hartcellen naar een plotselinge synchronisatie overspringen als men ze bij elkaar brengt, nog voordat ze elkaar raken.
Zo wordt tot in het celleven duidelijk of wij in ons gemoed halfhartig zijn, of in onze borst een gespleten hart klopt.
Het oerhart – scheppingspoort van ons individuele leven
Schouwen we nog dieper in het mysterie van ons hart, dan ontmoeten we in de embryo-ontwikkeling fascinerende verschijnselen, die ons met ademloze verbazing vervullen. Het hart ontwikkelt zich in de derde week van de zwangerschap, en wel boven het toekomstige hoofd.
Dit is het oer-hart. Dit is gevuld met zich vroeg vormende bloedcellen en gedraagt zich eigenaardig. De vloeistof in het embryo-hart wordt plotseling voor ongeveer 48 uur volkomen stil. Het is een vervulde, dynamische stilte. Het is alsof in deze bijzondere stilte een geestelijk zaad uit liefde en wijsheid in dit hart wordt gezaaid. Dit oer-hart bestaat slechts uit één kamer, het is nog in de eenheid geborgen. Na deze 48 uur beweegt het oerhart zich van de plaats boven het hoofd naar het midden van het lichaam van het het zich ontwikkelende embryo.
Het een-kamer-hart blijft in zijn eenheid tot aan de geboorte. Gedurende de ontwikkeling van het embryo is er maar één hartkamer en één bloedsomloop. Bij de geboorte, bij de eerste ademhaling, opent het hart zich in zijn twee-kamer-systeem en dan volgt de grote bloedsomloop, die de inwendige organen en het gehele lichaam van bloed voorziet, en de kleine bloedsomloop door de longen. Pas met de geboorte, met onze eerste ademtocht, duiken wij, huilend, onder in de gespleten wereld.
Als wij ons beschouwingsgebied op deze manier groter maken, wordt des te duidelijker dat het hart het leven bestemmende centrum van ons organisme vertegenwoordigt.
Het is om zo te zeggen de poort voor onze incarnatie en voor onze excarnatie. Wij blazen pas echt onze laatste adem uit als het hart ophoudt te slaan, onafhankelijk van de vaststelling door middel van apparaten van de klinische dood.
Het hart – het hoogst gevoelige orgaan voor onze gevoelens
Ons stoffelijke hart is de fysiologische besturingscentrale in het stromende evenwicht van ons organisme. Het is tegelijkertijd het orgaan waardoor onze gevoelens waargenomen en tot uitdrukking gebracht kunnen worden.
Wij kennen allen uit ervaring dat ons hart sneller klopt als we een geliefd mens ontmoeten. Ook weten we dat ons hart onregelmatig klopt, zelfs even stilstaat als we door een plotselinge heftige schrik worden overvallen.
Bij een plotseling smartelijk verlies voelt men zijn hart als “gebroken”. En herhaaldelijke krenkingen of frustraties leiden tot een verharding van het hart uit noodweer van het ego.
Zo begrijpen we dat hartproblemen qua oorzaak ook altijd problemen van het hart zijn.
Het hart als tempel van onze ziel
Van nog veel meer belang dan de verknoping met onze emotionaliteit is ons hart als tempel van onze ziel, van ons ware zelf.
In het hart, in het midden van ons levenssysteem, beroert de ingeboren goddelijke lichtvonk ons biologische wezen. Hier breekt de eeuwigheid in in de tijdelijkheid. In de stilte van ons hart vinden de ontmoetingen met onze spirituele identiteit plaats, hier is de geboorteschoot van de reine ziele-intuïtie. En hier is tenslotte de poort voor een ontwaken in een transpersoonlijke bewustzijnsruimte, voorbij tijd en ruimte.
De rationele ego-logica verzamelt haar weten uit de ervaringen in de zintuiglijke wereld, die bedrieglijk zijn. Het hart, dat toegang heeft tot de stille aanwezigheid van een andere dimensie, weet en verstaat. Het hart heeft zijn eigen wijsheid, die het weten van het rationele verstand verre overstijgt.
Sri Aurobindo schrijft in zijn boekje: “The hour of God”:
Houd je ziel, ook al is het maar voor een ogenblik, vrij van het lawaai van het ego, dan kun je het onverwachte, het onberekenbare ontmoeten, voorbij al het wereldse verstand.
In zulke momenten van stilte kunnen we de kosmische hartslag horen.