Het wonder van de lichtgeboorte

Aan de hand van de mysteries die achter de kerstverhalen verborgen liggen, kan ieder mens een spiritueel pad bewandelen.

Het wonder van de lichtgeboorte

Tijdens de herfstequinox zijn licht en duisternis precies met elkaar in evenwicht. Daarna begint de invloed van de duisternis almaar toe te nemen en wordt de kracht van het licht steeds zwakker. Rondom de kersttijd is de duisternis het diepst en kunnen we alleen maar in vertrouwen wachten tot het licht opnieuw wordt geboren. Zo ervoeren de mensen van oudsher de afwisseling en strijd tussen licht en duisternis in hun eigen leven.

Toen de dorpen en steden nog niet in kunstlicht baadden, was de toenemende duisternis voor hen bijna tastbaar aanwezig en konden ze niet anders dan vol verlangen wachten op het nieuwe licht. Zij hoorden de verhalen over de wonderbaarlijke geboorte die in een ver verleden in deze duisternis had plaatsgevonden: Gods zoon was geboren op een verborgen plek om de mensheid te bevrijden van de duisternis.

Het licht dat straks weer sterker zou worden, was een teken van die geboorte. Het was niet alleen een uiterlijk licht, maar kon ervaren worden als een innerlijk licht dat de duisternis van het dagelijks leven doorbreekt.

In de christelijke mystieke stromingen werd van oudsher de Kerst altijd al op een spirituele wijze geduid. Of de zoon van God nu wel of niet ooit in Bethlehem op aarde was gekomen is niet zo belangrijk; het gaat erom dat zijn geboorte in ons gaat plaatsvinden.

Pas met de opkomst van de rozenkruisersbeweging in de 17e eeuw en de toenemende invloed van de geschriften van Jacob Boehme (fakkeldrager van het Rozenkruis 7) werd de innerlijke betekenis van Kerstmis steeds vaker buiten de kloostermuren besproken: met Kerst gaat het niet zozeer om het herdenken van een historische gebeurtenis, maar om een wonder dat zich aan ieder van ons kan voltrekken: de geboorte van deze zoon in ons.

De christelijk-theosofische traditie van Jacob Boehme vertelt dat wij, zolang er geen innerlijke transformatie of wedergeboorte heeft plaatsgevonden, in duisternis leven. Wat voor onze gewone ogen licht is, is diepe duisternis voor de innerlijke mens.

Deze traditie benadrukt dat we een radicaal onderscheid moeten maken tussen de uiterlijke en de innerlijke mens. De uiterlijke mens zijn wij, zoals we in ons dagelijks leven functioneren. Onze aandacht wordt voortdurend aangetrokken door onze zintuiglijke ervaringen. Maar bovenal worden we beheerst door de onophoudelijke stroom van gedachten, gevoelens, fantasieën en begeerten.

Hoewel we menen dat wijzelf de bron zijn van deze voortdurende stroom, zijn we niet in staat deze te stoppen. Daaruit blijkt al dat wij door deze stroom worden bepaald, in plaats van dat wij zelf de inhoud van ons bewustzijn bepalen.

Daar dit te vergelijken is met de droomtoestand, benadrukken de meeste tradities dat we in ons dagelijks leven helemaal niet wakker zijn, maar dat we ook overdag nog steeds slapen. Het enig onderscheid met de gewone slaap is, dat we nu wel reageren op allerlei zintuiglijke prikkels. En net zoals we tijdens de slaap menen wakker te zijn, zijn we in onze zogenaamde waaktoestand voortdurend in een soort slaap.

Maar wat of wie is dan de innerlijke mens? Die is de ziel die in ons geboren kan worden. Net zoals Jezus uit Maria geboren werd, kan de ziel uit ons, uiterlijke mensen, geboren worden. Vandaar dat Angelus Silesius, leerling van de christelijk-theosofische en rozenkruiserstraditie, schrijft:

Wat baat het Gabriël, of gij Maria groet,
Indien gij niet aan mij dezelfde boodschap doet?

Wij kunnen – zoals Maria – leren om ons niet langer te vereenzelvigen met de onophoudelijke stroom van gedachten, gevoelens en verlangens. Maar dat betekent dat wij, uiterlijke mens, wakker moeten worden en bereid moeten zijn te luisteren naar de woorden die Gabriël en andere boodschappers tot ons spreken.

Levend in onze duisternis, maar wakker geschud door deze boodschappers, leren we vol overgave te zeggen: “mij geschiede naar uw woord”. Vandaar dat Angelus Silesius zegt:

God zelf heeft God gebaard, zal hij hem in u baren,
Zo moet uw wil zich eerst daartoe bereid verklaren.

Als gij het Eeuwige Woord in u wilt horen spreken,
Laat dan het mensenwoord de stilte niet verbreken.

Het moet in ons stil worden, we moeten zo aandachtig worden dat we deze boodschap kunnen ontvangen. Dit betekent dat we niet langer automatisch reageren op wat er zoal verteld wordt, maar dat we werkelijk gaan luisteren, en als Maria de woorden in ons hart bewaren als een kiem die later tot ontplooiing kan komen.

Deze aandachtige levenshouding is een noodzakelijke voorwaarde opdat de innerlijke mens – de zoon van God – in ons geboren kan worden. Zo’n levenshouding houdt in dat we op een ontvankelijke manier leren luisteren en waarnemen.

Gewoonlijk hebben wij echter al onze mening klaar voordat een ander is uitgesproken en luisteren we niet echt wat hij of zij ons te zeggen heeft. Ook laten we ons zelden nog verrassen door wat zich in de wereld aan ons toont. We hebben immers alles al zo vaak gezien, zodat we nu wel weten hoe de wereld eruit ziet.

Een ontvankelijke manier van waarnemen maakt het echter mogelijk dat de alledaagse dingen zich plotseling op een nieuwe, frisse wijze aan ons tonen. Dat is het begin van de wederkomst van het licht! Door te wachten, stil en ontvankelijk te zijn, kan het licht tot de duisternis van ons waakbewustzijn doordringen en is het moment van de innerlijke Kerst aangebroken.

De uiterlijke mens leeft meestal voornamelijk vanuit het hoofd. Vandaar dat de onophoudelijke gedachtestroom ons voortdurend op sleeptouw nemen. In de traditie van het Rozenkruis staat daarentegen het hart centraal, vaak gesymboliseerd door de roos. Dat hart opent zich, naarmate we meer en meer leren om met aandacht te leven. Zoals Angelus Silesius zegt:

Uw hart ontvangt als dauw genaden menigvoud
Indien gij als een roos uzelf voor God ontvouwt.

De dauw is een alchemistisch symbool. Als de dauw uit de hemelen neerdaalt op de uiterlijke, gestorven mens, vindt de wederopstanding plaats: de ziel – de zoon van God – staat op uit het aardse omhulsel van de uiterlijke mens. Ja, dit betekent dat de uiterlijke mens moet sterven.

Als wij niet langer vanuit onze eigen wil en begeerte handelen en spreken, maar aandachtig en ontvankelijk worden, begint de uiterlijke mens daadwerkelijk te sterven. Zonder dit stervensproces, zonder de duisternis die aan de geboorte van het licht voorafgaat, kan de ziel niet tot geboorte komen:

God moest opdat gij leeft, het aardse leven derven.
Hoe denkt gij zonder dood zijn leven te beërven?

Zonder deze geboorte is ons leven als uiterlijke mens onvruchtbaar. De uiterlijke mens is van stof gemaakt en zal tot stof wederkeren. Met ‘stof’ wordt niet alleen het fysieke lichaam aangeduid, maar onze persoonlijkheid, alles waarmee wij ons gewoonlijk identificeren. Dat alles moeten we leren los laten, want:

Werd Christus duizendmaal in Bethlehem geboren
En niet in u, helaas, gij zijt dan toch verloren.

Dat klinkt ernstig en dat is het ook. Maar de jaarlijkse terugkeer van het licht dat we met Kerst vieren, herinnert ons er steeds opnieuw aan dat het licht in ons geboren kan worden. De jaarlijkse – en dagelijkse – terugkeer van het uiterlijke licht voedt onze hoop en vertrouwen dat ook in ons het wonder van de geboorte kan plaatsvinden.

 

Bron:

Dit artikel is de inleiding op een boek van André de Boer en Tanja Rozema getiteld “SPIRITUELE KERST – HANDREIKING VOOR BEZINNING EN BEZIELING  RONDOM KERSTMIS EN OUD EN NIEUW“, Rozekruis Pers, Haarlem  2015

Print Friendly, PDF & Email

Deel dit artikel

Artikel informatie

Datum: december 21, 2022
Auteur: Daniël van Egmond (Netherlands)
Foto: By Geralt on Pixabay CCO

Featured image: