De Rede en Macht – Deel 2

‘Hij die geen waarde hecht aan macht heeft de alwijsheid verkregen.’

De Rede en Macht – Deel 2

Naar deel 1

 

Een machtsstructuur

Ook het bedrijfsleven, de handelsinstituties en ‘company’s’ ( afgeleid van het eerste mondiale machtsmonopolie, de Verenigde Oost-Indische Compagnie)  doen hun voordeel met de vatbaarheid voor angst en de impulsieve handeling die daarvan het gevolg kan zijn door de consument. De multinationals van nu hebben daarbij voor het behoud en de uitbreiding van hun machtspositie het voordeel dat de natiestaat enorm aan invloed heeft ingeboet. Zij (multinationals) zijn inmiddels vaak machtiger dan afzonderlijke natiestaten.

Wat die multinationals hebben geleerd van kerk en staat is het opzetten van een machtsstructuur, een patroon van afhankelijkheid naar het niveau van functioneren. Niet alleen de hiërarchie van top-down werken, maar ook het geheimhouden van informatie van en over een hoger niveau voor een lager niveau, binnen een strikte gehoorzaamheidscultuur, zodat de machtsverhouding gewaarborgd kan blijven, met als sleutelbegrippen veiligheid en controle. Zo functioneert ‘the Company’ optimaal.

Een aflopend stelsel?

Zo hebben instituties nog steeds veel macht in handen en oefenen die macht ook meedogenloos uit, vooral ook omdat de structuur van de geldhandel en de financieringsmethoden dit nog weer versterken. Dat wil zeggen dat het gegroeide dominante kader van aandeelhouderskapitalisme in een neoliberale context elke menswaardige, planeetvriendelijke en diversiteit ondersteunende toekomst als nieuwe werkelijkheid de pas afsnijdt: de voorwaarden zijn onverbiddelijk rendement, groei en dividenduitkering voor aandeelhouders, want dezen hebben de allesbepalende macht. Daartoe steken zij bedrijven, particulieren en overnamefondsen in steeds hogere schulden. De econoom Maarten Schinkel ziet deze werkwijze als

een poging om met een steeds langere hefboom het laatste restje rendement te persen uit een economisch systeem dat op z’n einde loopt[1]

De keizer

Maar we hebben het nog steeds over ‘wereldse macht’, de macht van de caesar, van de keizer, van de oversten van deze wereld zoals deze gegund is aan mensen, omdat mensen in principe vrij zijn de wereldeconomie en de wereldhuishouding naar eigen inzichten in te richten, weliswaar gebonden aan de natuurwetten.

De slapende koning in ons

Toch openen we ook graag ons wezen voor die andere macht, de macht van degene die zichzelf overwonnen heeft en daardoor sterker is dan iemand die een stad inneemt, zelfs almachtig is. De macht van de koning die we van binnen zijn, de macht van de koninklijken van geest, zoals Frederik van Eeden [2] dat heeft genoemd.

Volgens Marten Toonder zit die koning op zijn zetel te dutten, [3] hoewel hij beweert slechts het goud van geest te begeren en het stoffelijk goud niet wenst te bezitten. Maar in het verhaal gebruikt de koning de rede alleen als hij gewekt is door een vrouwelijk element, een jongedame die hem in een wakkere toestand weet te krijgen. Ook in de schaaksport zien we dezelfde verhouding: vergeleken bij de koningin is de koning een passief en vrij onmachtig persoon, die als belangrijkste element van het spel door de tegenstander tot overgave wordt gedwongen of zelfs mat gezet.

Waarom willen we ons koninkrijk van binnen niet door de rede tot macht laten verheffen?

We hebben het als westerse cultuur wel geprobeerd: mensen als Ficino, Bruno, Spinoza, Comenius, Boehme, Van Eckartshausen, Kierkegaard en vele anderen hebben geprobeerd duidelijk te maken dat het streven naar wereldse macht de ware menselijke rede schaakmat zet en bovendien hebben ze aangegeven – ieder op zijn wijze – hoe de wereld van de geest wél genaderd zou kunnen worden. Toch, ondanks deze reuzen van de geest die erkend en herkend worden in hun bezieling, is de moderne mens blijven vasthouden aan het streven naar macht in de wereld. Zo geeft de Duitse socioloog Hartmut Rosa [4] de moderniteit als volgt weer:

De moderniteit stoelt op het idee dat we onze omgeving volledig in onze macht kunnen krijgen, ook de natuur.

 Je zou kunnen zeggen:

De koning is weer gaan slapen in de verkeerde zelfinkeer.

Ondertussen ontsnapt onze omgeving meer en meer aan onze macht en dwingt de planeet en de natuur ons tot een nieuwe zelfreflectie. Daarbij kunnen we tot de ontdekking komen dat de geïnstitutionaliseerde dwang, de atmosferische angst, de nog steeds toenemende controle van welk gedrag dan ook, de onmogelijke eis van absolute veiligheid, ons in een onvrije positie hebben gemanoeuvreerd, zodat de ziel geen kant op kan en wij onszelf als in een gevangenis bevinden, slaaf van gewenning, van welvaart, van het ‘scherm’ en van schijnveiligheid.

Onmachtig, althans onmachtig de koning tot leven te wekken.

 

power

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De ziel als schone vrouwelijke energie

Toch is dat schijn, het leven heeft meer voor ons in petto dan het conformeren aan een bedenkelijk geworden systeem, maar we moeten wel een scherpe observatie dulden van hoe diep ons slaafzijn zit. Als we ons al kunnen onttrekken aan de bindende macht van onze zintuigen door die macht uit te doven, moeten we niet menen daarmee van de machten dezer wereld verlost te zijn. Daarbij blijft het belangrijk om de ziel (met de schone, vrouwelijke energie) tot aanzijn te roepen, zodat de koning wakker gemaakt kan worden. Maar die ziel moet, zoals de Pistis Sophia beschrijft, wel door alle sferen van eonen heengaan en daarbij komt zij een niet-stoffelijk, groot en dramatisch verleden van de mensheid tegen. Een verleden dat atmosferisch óók in het heden krachtig aanwezig is.

De Pistis Sophia

De machtsstructuur van de huidige wereldse machten (religieuze instituten, multinationale bedrijven, staatkundige eenheden) is doortrokken van de archontische ‘hongerigen’. Die archontkrachten zijn namelijk qua voeding sterk afhankelijk van de productie van menselijke ethers, die wij in gehoorzame slaafsheid aan hen kunnen leveren, al sinds Abraham. Het is van belang te onderkennen dat bezit, eigendom, geld en winst maken al sinds diezelfde oudheid de astrale lokkrachten voor die etherproductie kunnen vormen, en dat zich een bovenlaag van menselijke entiteiten heeft gevormd die vanuit wereldse macht een saturnaal systeem in stand kan houden.

Dat wil zeggen, hiërarchisch, top-down, elitair en gebaseerd op puissante rijkdom aan geld, in het bezit van zeer weinigen. Hoe zo’n systeem functioneert, is onder andere beschreven in het (strip)verhaal De Bovenbazen van Marten Toonder. [5]

Als we de bindende krachten van de zintuigen uitdoven en door de overwinning op onszelf sterk van ziel zijn geworden, is vanuit de rust die in ons is gekomen een groot zelfvertrouwen gegroeid. Het bijzondere licht dat daarmee als genadekracht is verbonden, stelt ons tevens in staat de machtsstructuur van de wereld te doorkruisen. We komen in de bewustzijnsstaat dat we niet willen beheersen en afdwingen maar echt gaan luisteren vanuit het nieuwe zelfvertrouwen.

Gnostieke lichtkracht

We herkennen direct de angstgeur, de controledwang, de onvrijheid, de winstdwang van een verdienmodel, de horigheid aan autoriteiten, aan directies, aan de keizer, en kunnen daar met onze zielekwaliteit die gevuld is met gnostieke lichtkracht, helpen. Niet door te strijden, maar door ons aanwezig zijn en onze aandacht en hulpvaardigheid. Zo vormen we een koningskoppel van ziel en geest. Een nieuwe machthebbende treedt naar voren. De rol van de rede is geworden die van de wijsheid die denkt in de stilte.

Het hermetische gegeven van die niet-wereldse wijsheid is het midden, het evenwicht van de ziel op een hoog trillingsniveau, de stilte die wel degelijk leven is.

Die rede heeft geen ‘tuchtmeesters’ van de wereld meer (Hermes); die rede is de aandoeningen van onredelijke emoties te boven (Ethica, Spinoza). De macht van de rede heeft geen machtsstructuur, geen onderdanen, geen blind geloof nodig, maar is ‘vanzelf’’ zoals de Daodejing meldt. Hoofdstuk 27 geeft in het laatste vers weer hoe dat komt:

Hij die geen waarde hecht aan macht heeft de alwijsheid verkregen.  [6]

 


Bronnen:

[1] Maarten Schinkel, katern Economie, NRC, 26/27 september 2020

[2] Frederik van Eeden, De koninklijken van geest

[3] Marten Toonder, Koning Hollewijn 

[4] Hartmut Rosa, Die Unverfügbarkeit, Suhrkamp, 2018

[5] Marten Toonder, De Bovenbazen, De Bezige Bij, 1963

[6] Jan van Rijckenborgh and Catherose de Petri, De Chinese GnosisChapter 27-VI, Rozekruis Pers, Haarlem 1996

 

Print Friendly, PDF & Email

Deel dit artikel

Artikel informatie

Datum: februari 16, 2021
Auteur: Frans Spakman (Netherlands)
Foto: Dimitris Christou via Pixabay

Featured image: