Je kent me beter dan ik mezelf ken, en toch is het onmogelijk je te begrijpen. Ik kan geen stap zetten zonder jou en toch voel ik me soms zo alleen.
Wie ben jij?
Je bent mijn innerlijke wijsheid, maar toch ook mijn medegevangene.
In mij voel je de pijn van de onvrijheid – in jou ervaar ik een vaag vermoeden van hoe het kan voelen om één geheel te zijn.
Binnen in mij voel je de pijn van het gebonden zijn – in jou voel ik de kracht van vrijheid trillen.
Ergens tussen vrijheid en gebonden-zijn onderzoeken we beiden de bestaansgebieden van deze wereld; mijn structuur is aarde gebonden en neigt naar verstarring en stagnatie, jouw innerlijk kompas is op de hemel gericht en streeft naar openbreken en samensmelten.
Ik voel me tussen deze twee verscheurd en naar beide kanten aangetrokken.
Jouw noorden is de eenheid, maar je wordt in deze wereld van dualiteit naar binnen getrokken, en je wordt gevangen genomen door mijn perspectief van gescheiden zijn. Ik ben jouw gevangenis, maar ik ben ook de sleutel naar jouw vrijheid.
Ik begrijp dat het mijn heilige plicht is je vriend en helper te zijn, maar toch ben ik een kind van de wereld. Het zit niet in mijn DNA om onzekerheid te begroeten. Ik ben steeds op zoek naar een manier om mezelf te beschermen. Ik zit diep verstrikt in mijn streven naar perfectie en duurzaamheid. Ik houd van plannen maken en strategieën. Ik houd graag controle over alles. Ik verbeeld me de mechanismen van deze wereld begrepen te hebben en te weten hoe ik daar tussen kan bewegen.
Mijn pad los te laten, op te lossen in eenheid, voelt als de ultieme bedreiging.
Er is me verteld, dat je het niet op prijs stelt, dat lk me verlies in de aardse bedrijvigheid, maar om eerlijk te zijn, kan ik het de meeste tijd niet verhinderen. Ik heb behoefte aan doelen stellen, plannen maken en wensen te hebben waar ik me om moet bekommeren. Verloren in mijn eigen verwikkelingen, word jij naar de achtergrond verdrongen. Je wordt een item op mijn to-do-lijst, iets wat ik later nog ga doen.
Terwijl ik dit zeg, hoor ik je lachen. Hartelijk, goedmoedig, geduldig.
Men heeft me geleerd mezelf te zien als gescheiden van jou; jij hebt deze scheiding nooit gemaakt.
In het spanningsveld tussen het goddelijke en de onvolkomenheid van het menszijn heb ik ten onrechte aangenomen, dat ik in de eerste plaats los moet komen van mijn menszijn. Ik doe erg mijn best jouw eigenschappen te belichamen. Ik streef naar volkomenheid en eeuwigheid, maar het is tevergeefs.
Soms zie ik de absurditeit van mijn pogingen in, maar meestal neem ik mijn mislukkingen heel persoonlijk op.
Bij jou voel ik me thuiskomen, veilig en geborgen. Maar in mijn eigen energieveld ben ik voortdurend in beweging, ben ik nooit thuis, voel ik me steeds verloren, steeds gespannen.
Mijn dagelijks leven speelt zich af in het spanningsveld tussen deze beide tegenstellingen.
Ik vraag me vaak af hoe het mogelijk is tegelijkertijd God en mens te zijn, me terzelfder tijd gedreven te voelen, me thuis te voelen, nerveus te zijn en ook rustig, me verloren te voelen en toch ook veilig. En me altijd bewust te zijn van deze dualiteit.
Ik doe mijn best op eigen kracht een goed leven op te bouwen. Maar ondanks het feit dat ik mijn best doe, zie ik in, dat mijn plannen mislukken, zie ik in hoe mijn projecten tot stof afbrokkelen, en zie ik mijn geplande rechte pad onvoorziene omwegen maken.
Maar meer en meer , naarmate ik besef te falen….- ben jij het die me toespreekt.
Alles heeft een barst, waardoor het licht naar binnen komt.
(Leonard Cohen)
Op de momenten dat de plannen mislukken, voel ik je dicht bij mij. Bij mijn diepste angsten voel ik je aanwezigheid, die me rustig maakt. Alles wat nodig is, is inhouden, los laten, overgave. En onmiddellijk merk ik hoe alle spanning oplost.
Gedwongen me zelf over te geven, merk ik hoe de opluchting zich in mij verspreidt en het lachen in mijn lichaam opborrelt.
Hoe eenvoudig zou het leven kunnen zijn, als ik me er niet steeds mee zou bemoeien.
Maar dan ben ik mezelf weer, wantrouw ik je plannen, maak in plaats van overgave weer mijn eigen plannen, probeer ik de controle terug te krijgen, probeer alles weer “op orde” te krijgen.
Mijn tegenzin tegen los laten is pijnlijk. Mijn weigering om de overtollige ballast over te geven aan het witte vuur van de reiniging, maakt het verbrandingsproces bijna ondraaglijk.
Maar wat zou er gebeuren als ik gewoon losliet? Wat als ik het witte vuur van de zuivering welkom zou heten?
Wat, als ik zou ophouden zo te doen alsof ik alles onder controle had? Wat zou er gebeuren als ik me overgaf…,want, wat als ik eerlijk ben, blijft er verder voor me over?
Wat, als ik, in plaats van mijn eigen plannen te maken, ging vertrouwen op het grotere plan? Is dat niet precies waar je me steeds weer op wijst?
Maar ik ben erg gewend aan mijn versie van de werkelijkheid. In deze versie ben ik de hoofdpersoon en alles hangt van mij af. De hele verantwoording rust op mijn schouders, de angst vibreert in elke lichaamscel en toegegeven mijn beslissingen en plannen zijn gebaseerd op een zeer beperkte visie en worden steeds gemotiveerd door angst voor verlies en dood.
Ik moet bekennen, dat ik me geen andere versie van het leven kan herinneren of zelfs maar kan voorstellen; ik ben gewend aan het feit de wereld door mijn gekleurde bril te bekijken. Ik ben doodsbang om die gekleurde bril af te zetten en echt te gaan zien. Mijn blik over te laten gaan in die van jou. Ik geniet van mijn beperkte visie, van de schijnbare veiligheid, van haar structuur en duidelijkheid.
Om het leven niet persoonlijk te nemen, vind ik als persoon heel moeilijk. En toch begrijp ik steeds beter, dat het in dit leven niet om mij draait. Zo is het nooit geweest en zal het nooit worden. Dit inzicht doet mjin gevoelens pijn, maar tegelijkertijd is het ook een grote opluchting.
De hele tijd heb ik me afgevraagd hoe ik je vriend en helper kan zijn, en toch heb ik de gekregen tekenen zo vaak verkeerd geïnterpreteerd. Maar jij bent steeds bij mij geweest om me te leiden en me eraan te herinneren. Jouw stem spreekt tot mij waar ik ook heen ga. Met elke stap reik je mij je hand. Mijn leven, zoals elk leven, is een voortdurende les in loslaten.
Als ik mezelf als persoon maar een seconde op zij zet, is alles glashelder. In plaats van naar perfectie te streven, los ik gewoon op in jouw perfectie. In plaats van mijn eigen plannen te maken, laat ik jouw plan in mij plaatsvinden.
Ik voel hoe de dualiteit, waar ik zo onder geleden heb, oplost en zie in, hoe de illusie van de gescheidenheid oplost in de eenheid van de werkelijkheid.
Je bent een kind van de sterren, vrij en volmaakt, een ziel in het lichaam van een mens.
Jij en ik zijn geen dualiteit, er was er altijd alleen maar een jij… en het beeld van jou.