Hemelspiegel

[intro] In Museum de Pont, een voormalige wolspinnerij in Tilburg, tref je meerdere kunstwerken aan van de beroemde kunstenaar Anish Kapoor. Zijn werk zet wat je denkt te zien, op een ander spoor. Hij lijkt te willen zeggen: geloof je ogen niet altijd. Dat wat je hersenen denken, is maar een deel van de werkelijkheid. Hij neemt je mee op een avontuur dat gelegen is in het kijken zelf. Maar kijken is niet vrijblijvend. Het doet wat met je, het zet je gedachten in beweging. Zijn werk kan ervaringen in je oproepen die het puur zintuiglijke overstijgen.

Hemelspiegel

In twee aangrenzende kabinetten in het museum, voorheen twee wolhokken, zie je, zoals Kapoor zelf zegt, de leegte in twee verschillende gestalten. In het eerste – verder lege – kabinet bevindt zich een platte ronde vorm op de grond.  Het is een cirkel van zo’n 60 cm doorsnede. Maar is het wel een plat vlak? Van dichtbij realiseer je je dat wat zich óp de vloer leek te bevinden in werkelijkheid een donkere holte is, die zijn kleur ontleent aan de bolvormige ruimte onder de vloer, die zó donker is, dat je geen diepte meer kunt waarnemen.

Je ogen dalen af in peilloze duistere diepte. ‘Descent into Limbo’, afdaling in het ongewisse, luidt de titel. Een zwart gat als symbool voor een onbekende toekomst? Of als een stille leegte die nog zoveel mogelijkheden in zich draagt? Bij het kunstwerk wordt gewaarschuwd niet te dicht bij te komen of erop te gaan staan. Je zou erin kunnen vallen. Van dat ongewisse is ook het aangrenzende kabinet doordrongen. Je denkt voor een gesloten zwarte deur te staan maar als je ogen zich aanpassen aan de duisternis, ontdek je ‘achter de deur’ een donkere, lege ruimte. Kapoor heeft die ruimte met donkerblauw pigment behandeld. Wanneer je blijft kijken en went aan het weinige licht, doemt langzaam een blauwe, vrijzwevende bol op die, hoewel zichtbaar, toch onstoffelijk lijkt. De duisternis blijkt niet alleen duister te zijn. De leegte laat een onverwachte volheid zien.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

En wat te denken van die enorme vrijstaande holle-bolle spiegel in het museum, ‘Vertigo’ waarin je jezelf en de omgeving duizelingwekkend veelvaak ondersteboven en vervormd ziet. Je wordt als kijker opgeslokt door een ruimte die zijn stabiliteit heeft verloren. Je eigen spiegelbeeld wordt levensgroot weerkaatst, wanden krommen zich en kantelen. Hier is het niet alleen je oog, maar je hele lichaam dat opgenomen wordt in het werk. Doordat je beweegt, ga je een relatie met het kunstwerk aan. Ik zie, ik zie wat ik helemaal niet verwacht te zien. Op het voorterrein van het Tilburgse museum staat het 6,5 meter hoge werk ‘Sky Mirror’. Het kunstwerk helt naar achteren en verbuigt van beneden naar boven, zodat de top dertig graden is gedraaid ten opzichte van de basis. De voorzijde is spiegelend, de achterzijde is ruw. De wind heeft invloed op de sculptuur, zij beweegt lichtjes. In deze hemelspiegel zien we voorbijdrijvende wolken.

De ‘Sky Mirrors’ van Kapoor zijn op meerdere plaatsen in de wereld te zien. Het zijn enorm grote gebogen roestvrijstalen spiegelende oppervlakken, allemaal verschillend van vorm. ‘Turning the World Upside Down’, in Jerusalem, is bijvoorbeeld vijf meter hoog en heeft de vorm van een zandloper.

The Cloud Gate’, de blikvanger in het Millennium Park in de Amerikaanse stad Chicago, is 13dertien meter hoog en boonvormig. Daarom wordt het ook wel ‘The Bean’ genoemd. Het spiegelend oppervlak, als een weergave van vloeibaar kwik, laat de skyline van Chicago in het vervormde en gedraaide beeld zien en daarboven de steeds veranderende luchten. Maar wie onder de boog van ‘The Bean’ doorloopt, herkent overal zijn spiegelbeeld. Heel intens beleef je te worden opgenomen in het kunstwerk. Je neemt deel aan wat de spiegelende hemel te zien geeft. De ‘Sky Mirror’ in Tilburg is oer-Hollands om zijn rechthoekige vorm, die op de wiek van een molen lijkt en om zijn wisselende wolkenluchten die, afhankelijk van het weer, in razend tempo over de spiegelende wand glijden. Kapoor brengt met zijn hemelspiegels de hemel naar de aarde, en de aarde naar de hemel. Deze blinkende, roestvrijstalen, gepolijste oppervlakken werpen de blik op mijzelf terug. Zij reflecteren mijn wereld. Mijn gedachten nemen een vlucht.

Zij reflecteren mijn wereld. Mijn gedachten nemen een vlucht. Mijn eigen gezicht kan ik niet zien, tenzij ik een spiegel gebruik. Ik leer in bespiegeling mezelf kennen. De ander is een spiegel voor mij. Zij kennen mij soms beter dan ik mijzelf. Ik spiegel me aan anderen. Ogen zijn de spiegels van de ziel. Zij laten zien wat verborgen lijkt. Elkaar in de ogen zien, verbindt. De wereld is een spiegel. Zij toont welke keuzes gemaakt zijn. Ik zie leed en schade die de mens zichzelf, de dieren en natuur aandoet, en nieuwe mogelijkheden ontwaken die getuigen van een bewustzijn dat gericht is op leven in harmonie met al wat is. Als zoekend mens spiegel ik me aan wijsheidswoorden: ‘Uit God geboren.’ Ik draag een onbekende wereld in mij, een goddelijk universum, dat zich ontvouwen kan.

Zo boven, zo beneden.

Het besef en de herkenning een microkosmos te zijn, laat mij anders naar mezelf en anderen kijken. Leven beneden zou ten diepste een gelijkenis, een weerspiegeling van wat boven is, kunnen zijn. In hoeverre klopt dat met wat ik om mij heen zie?

Hoeveel spiegels krijg ik dagelijks niet aangereikt? Altijd op het juiste moment verschijnen zij. Ik word erdoor omringd. Ik stel me voor onder de boog van de ‘The Bean’ door te lopen, omhoog te kijken naar alles wat daarin te zien is en ik sta stil bij woorden van de Libanese schrijver Mickail Naimy:

Denk alsof ieder uwer gedachten in vuur op het uitspansel moest worden geëtst, zodat de gehele wereld ze kon zien. Want zo is het in waarheid.  Spreek alsof de gehele wereld slechts één oor was, dat wilde horen wat gij zegt. En zo is het in waarheid. Doe alsof ieder uwer daden op uw eigen hoofd zou neerkomen. En zo is het in waarheid. [1]

Alles wat ik denk, wat wij mensen denken, voelen en doen, wordt opgevangen in een groot spiegelend krachtenveld. Wij formeren wolken van gedachten en gevoelens, van verschillende aard, van liefde en vriendschap, van boosheid en hebzucht, van angst, wraak, jaloezie, schoonheid, mededogen. De wolken van ‘Sky Mirror’ drijven voorbij maar gedachtenwolken doén daarbij ook iets. Zij spiegelen terug wat ik op het uitspansel inets. Gedachten blijven hangen. Gedachten van dezelfde soort sluiten zich aaneen en worden daardoor krachtiger en machtiger. Deze gedachtenwezens willen blijven bestaan. Zij kaatsen niet alleen terug wat van mij komt, maar ook wat er meer aan kracht verzameld is in de wolk. Een gedachte kan ons zo, zonder dat we het willen en begrijpen, gaan overheersen. Daardoor kunnen mensen de meest afgrijselijke dingen doen. Maar, schrijft Kahlil Gibran, vriend van Mickail Naimy:

Evenmin als een enkel blad geel kan worden zonder het stille medeweten van de ganse boom, kan ook de boosdoener kwaad doen zonder de verborgen wil van jullie allen. Als in een optocht trek je tezamen op naar het goddelijke zelf. [2]

Ik heb deel aan de boosheid in de wereld. Iedere gedachte in mij kan een ander belagen. Als een boemerang kaatst de hemelspiegel de gevolgen van onze gedachten terug. Maar niet om ons dwars te zitten. Wij hebben spiegels nodig! Brengen zij ons niet het zo nodige inzicht in de krachten die wij zelf ontketenen? Om het uiteindelijk anders te kunnen doen?

Dat gecompliceerde veld van onzichtbare werkzame krachten, van wolkachtige verbeeldingen, wordt ook wel ‘de spiegelsfeer’ genoemd. De onzichtbare helft van deze wereld. Meestal wordt deze spiegelsfeer in verband gebracht met het gebied waar overledenen heen gaan, als een tijdelijke verblijfplaats waarin het proces van dood en reïncarnatie zich afspeelt. Wanneer ik de spiegels van Kapoor zie, bedenk ik dat de spiegelsfeer veel en veel uitgestrekter is dan ik vaak besef. Dat het de weerspiegeling is van eeuwen en eeuwen oud en van alles wat wij nú denken en leven en zijn.

Dat het dwingend kan zijn om dingen te doen die ik later betreur. Zij zeggen mij: sta stil, kijk wat gebeurt, blijf dicht bij wie je van binnen echt bent.

Er is een bekende uitspraak die zegt: ‘Nu zien wij nog door een spiegel, in raadselen, maar straks van aangezicht tot aangezicht.’

‘Uit God geboren.’ Het goddelijk beginsel, dat wij in het hart dragen, wordt ook wel ‘het weerspiegelingsatoom’ genoemd. Door wolken heen kan het de stralen van de goddelijke zon opvangen. In de afspiegeling daarvan kunnen hoge en edele inzichten en eigenschappen van de geest gekend worden. Voor wat gekend wordt, kan gekozen worden. Als in een optocht trek ik tezamen op tot het goddelijke zelf, met hen die de spiegel willen reinigen en polijsten om de geestelijke zon te laten stralen. Wij zien van aangezicht tot aangezicht en bouwen de nieuwe hemel-aarde.

 

Biografie:

Anish Kapoor is geboren in Bombay, India, waar hij onderwezen werd op de Doon School in Dehra Dun. In 1972 emigreerde hij naar Engeland en studeerde achtereenvolgens aan het Hornsey College of Art en de Chelsea School of Art and Design. Hij kreeg wereldwijde bekendheid tijdens de Biënnale van Venetië van 1990. In 1991 werd hij beloond met de Turner Prize. Inmiddels is hij internationaal een van de meest gevraagde kunstenaars. Tegenwoordig werkt hij in Londen maar hij bezoekt India nog altijd regelmatig.

Kapoors werk is in musea over de hele wereld te vinden, onder meer in het Museum of Modern Art in New York, Tate Modern in London, in de collectie van de Fondazione Prada in Milaan, de Art Gallery of New South Wales in Sydney, het Guggenheim Museum in Bilbao, het Moderna Museet in Stockholm, het 21st Century Museum of Contemporary Art, Kanazawa in Japan, het Israel Museum in Jeruzalem en Museum de Pont in Tilburg.

 


Bronnen:

[1] Mikhail Naimy: Het Boek van MirdadRozekruis-Pers, Haarlem 2021

[2] Kahlil Gibran, The Prophet [De Profeet]Alfred A. Knopf 1923

Print Friendly, PDF & Email

Deel dit artikel

Artikel informatie

Datum: mei 30, 2022
Auteur: Ankie Hettema-Pieterse (Netherlands)
Foto: Anish Kapoor CCO

Featured image: