Sinds het oerbegin van de mensheid werden de geheimen van de natuur in de vorm van getallen, geometrische figuren en symbolen opgetekend en verklaard. In de oudheid ervoeren de mensen getallen als geestelijke kwaliteiten, waardoor we de ordening en structurerende kracht waarmee de kosmos, onze aarde en de oorspronkelijke elementen zijn ontwikkeld, konden begrijpen. Heilige geometrie is een wetenschap die in onze tij terugkeert in het bewustzijn van de mensheid. De kern van deze geometrie, die dus heel wat anders is dan de meetkunde van de schoolbanken, beschouwt de taal van vormen en afmetingen in de natuur. Veel wetenschappers en filosofen zagen en zien in deze universele taal van de geometrie – die de ouden heilig noemden, omdat de uitgangspunten onveranderlijk aan zichzelf gelijk blijven – de oertaal van het universum. Zij hebben de wetten ervan bestudeerd om de oergrond of oermaat van de kosmos te vinden.
Tegenwoordig lijken getallen ons iets abstracts te zijn, iets nuchters, waar je je verder niet mee bezighoudt. Meetkunde is bij velen nou niet zo’n geliefd vak. Maar hier gaat het niet om de meetkunde van de schoolbanken.
De moderne mens heeft in zijn gespletenheid en versplintering in de veelheid van de dingen de toegang tot de oorspronkelijke betekenis van de getallen verloren. Maar als het toch lukt die betekenis te ontsluiten, verbindt dat ons met een diepgaand weten. Achter de getallen ligt een toegang tot de innerlijke opbouw en de wetten van de geestelijke wereld verborgen. Zij zijn spiegelbeelden van geestelijke hiërarchieën en van de ontwikkelingsgang van de ziel, zowel van de enkeling als van de mensheid in zij geheel.
Getallen hebben zowel betrekking op de materie als op geestelijke ordeningsprocessen. Iets daarvan wordt in dit artikel toegelicht.
Een getal telt en vértelt. De samenhang tussen tellen en vertellen zie je niet alleen in het Nederlands, maar ook in het Duits (zählen, erzählen), Engels (to tell), Frans (compter, raconter), Arabisch, Hebreeuws en andere talen.
Ons woord cijfer, voor de getallen nul tot en met negen, is afgeleid is van het Hebreeuws sephira dat oorspronkelijk zoiets als licht, glans, betekende. Het meervoud van sephira is sephirot. De tien sephirot stellen de tien oerprincipes van de kabbala voor. Dat zijn zogenaamde emanaties van de godheid, waardoor de wereld ontstaan is. Zo bezien wijst ons woord cijfer, dat via het Arabische sifr en het Latijnse cifra in onze taal terechtkwam, op een lichtoorsprong! En op een goddelijk-geestelijke oorsprong van de getallen. In het Frans betekent het woord chiffre heden ten dage nog een soort geheimschrift, een geheime sleutel. Daarmee wordt aangeduid dat de woorden zijn opgebouwd uit getallen.
De verknoping van woord en getal is van fundamenteel belang voor een beter begrip van vele talen in de oudheid, waaronder die van het oude en nieuwe testament en de Thora. Door een literaire techniek, genaamd gematria, die in de oudheid wijd verbreid was, worden woorden en zinnen met getalwaarden verbonden, om bepaalde concepten op een versleutelde manier over te brengen.
Getallen zijn verborgen krachten, die de oerbeelden van het leven laten zien en de geschiedenis van het leven en van het bewustzijn onthullen. Zij ver-tellen ze. Als we de getallen begrijpen, ontsluiten zij ons de kennis over het bestaan, over afkomst, ontwikkeling en bestemming van de mens. Hun symbooltaal helpt ons de wegmarkeringen van het leven te herkennen en te ontcijferen. Zo worden getal en cijfer als sleutels tot het verborgene.
Aan de geschiedenis van het getal kunnen we tegelijk de geschiedenis van onze ontwikkeling aflezen. Het wezen van het getal verandert voor ons van het oorspronkelijk kwalitatief geestelijke tot het kwantitatieve, steeds maar groeiende materiële.
Bij de kwantitatieve beschouwing van de getallen wordt aan een eenheid een tweede, derde, enz. toegevoegd, zodat de ene naast de andere ligt en er steeds een groter of kleiner is dan het getal ernaast. Daarbij gaat het erom hoeveelheden en afmetingen te bepalen en vast te stellen, wie meer of minder heeft, of wat meer of minder waard is. Daarmee gaat een houding gepaard van vermeerderen, vergelijken van meer en minder, een houding van ‘willen-hebben’, die de wereld meet en beoordeelt naar hoeveelheden en grootheden.
Kwantitatieve weergave:
1: I—————— I
2: I—————— I—————- I
3: I—————— I—————- I————-I
Oorspronkelijk telde de mens niet volgens dit optellende, opstapelende systeem, maar volgens een delend, indelend principe, waarbij men niet buiten de eenheid terecht komt bij het gebruiken van de twee, de drie, enz. In deze opvatting zijn alle getallen delen of aspecten van de eenheid, ze staan steeds met elkaar in verband en ontlenen hun betekenis aan het verband met het geheel. De veelheid blijft binnen de eenheid. Deze kwalitatieve manier van beschouwen ziet ieder wezen, ieder individu als deel van het geheel en herkent ook de eigenheid alleen uit de samenhang en de verbinding met de al-ene.
Kwalitatieve weergave:
1: I———————————————I
2: I———————I———————–I
3: I————–I————–I—————I
In deze serie van artikelen richten wij ons op de kwalitatieve manier van beschouwen van de getallen.
De nul
De nul is pas in de twaalfde eeuw in het westen ingevoerd en gebruikt. In oorspronkelijke zin hoort ze niet bij de getallen. Want optellen noch aftrekken van een ander getal verandert de waarde daarvan. Maar als ze áchter een getal staat, geeft ze aan dat getal belangrijkheid: ze potentieert het getal, geeft er extra waarde aan. We komen de nul in het algemeen alleen tegen in combinatie met een ander getal, dat er dan voor staat.
De nul symboliseert tegelijkertijd de volheid en leegte.
Geestelijk gezien staat de nul voor het absolute, het onnoembare wezen Gods in zijn verborgenheid, vóór zijn openbaring in de wereld. Uit de oernacht, de tijdloze oergrond, zullen eerst nog vorm en existentie worden geconcipieerd, geschapen en zich manifesteren
Bronnen:
Ernst Bindel, Die geistigen Grundlagen der Zahlen
Michael Stelzner, Die Weltformel der Unsterblichkeit