De werkelijkheid van het midden

Is het mogelijk in onze maatschappij het evenwicht te bewaren?

De werkelijkheid van het midden

Is het mogelijk in onze maatschappij het evenwicht te bewaren? Niet ter ver af te wijken van het midden, zodat (burger)oorlog ons bespaard blijft? Misschien lukt het korte of langere tijd, maar dan treedt de wet van het wentelende wiel weer in werking. Onherroepelijk volgt op het opgaan en blinken weer het verzinken. Het evenwicht is altijd wankel; systemen waarbij we betrokken zijn, raken altijd weer uit het midden: de cirkelgang stopt nooit.

Terwijl we zouden willen dat het in ons leven nu eens blijft zoals het is – ja, nu eens even rust… – wordt er toch wel weer iets omvergegooid. Waarom? Waarom ik? Anders leren we niks, vervallen we in gezapigheid, in de verstening. Zo worden we opgejaagd over de levenszee.

Is de conclusie dan dat de werkelijkheid van het midden niet bestaat? Of is het de kunst de wetmatige afwisseling te aanvaarden, deze zo harmonisch mogelijk te laten verlopen, niet de uitersten opzoeken, maar onthecht omgaan met wat je overkomt? Begrip opbrengen voor de onvermijdelijkheid ervan en dan vervolgens zoeken naar inzicht in wat het midden nou wérkelijk inhoudt. En misschien is de belangrijkste vraag: het midden waarván?!

Tsja, waarom is het midden voor mensen en volkeren zo belangrijk? In elk dorpje staat (of stond) de kerk in het midden; alle primitieve stammen maken een kring waarbij in het midden gedanst wordt of een ritueel opgevoerd. Het labyrint op de kerkvloer leidt naar het midden. In een tuin of park of op een plein staat een bron in het midden.

De magie van het midden is verbonden met die van de cirkel. Een cryptische uitspraak: God is een cirkel waarvan de omtrek nergens en het midden overal is. Een sprekende paradox. De cirkel is hét grote symbool van de mensheid, van roosvenster tot mandala, van zonnerad tot aureool, van heksenkring tot Iers kruis, van Place d’Étoile tot Stonehenge. Van de zon in het midden van het zonnestelsel met de planeten rondom, tot de ufo’s (unidentified flying objects) of graancirkels, altijd zijn ze rond.

Volgens Jung treedt een werkelijk symbool altijd dan op wanneer het noodzakelijk is om iets uit te drukken wat het denkvermogen niet denken kan of wat alleen maar gegist of gevoeld kan worden. Bij het symbool van de cirkel, van het draaien om een middelpunt, gaat het dus om dat Midden.

In het taoïsme is Tao het midden, waar alles van uitgegaan is, waarheen alles moet terugkeren. Tao is niet denkbaar, onkenbaar, blijft in het verborgene. De werking van Tao, de Teh, kan wel ervaren worden. De Teh is een stilmakend wonder.[1]

Schepping is het ontstaan van beweging, van trilling, altijd rond een midden. Het grote midden van de schepping die wij kennen is de zon, zonder zon geen leven (= trilling) op aarde. En zonder kern geen trilling van het atoom, geen leven in de cel: zo in het groot, zo ook in het klein.

Het taoïstische scheppingsverhaal: uit Tao kwam het Ene voort, uit het Ene de twee en vervolgens de tienduizend dingen. In het christendom was er ‘in den beginne het Woord’. Twee is beweging, is trilling, Woord is het begin van beweging, van trilling. Schepping = trilling.

De twee oerkrachten,[2] de beweging van het midden af en naar het midden toe, traden in werking. Met de twee begon de beweging rond het midden: these, antithese, synthese, met de mogelijkheid dat de synthese weer de these wordt voor een volgende cyclus. Het yin en yang ontstonden, met in het midden de yong, terwijl in het midden van het yang het yinbeginsel aanwezig is, en in het midden van het yin het yangbeginsel, in een steeds toenemen en weer afnemen van beide, een voortdurende beweging. Ook de lemniscaat, in de wiskunde het symbool van de oneindigheid, geeft een beeld van beweging, steeds draaiend door het midden, steeds weer op zoek naar het middelpunt, maar ook steeds weer ervanaf bewegend.

De twee geschapen oerkrachten zorgden voor dynamiek tussen twee polen, een voortdurende afwisseling rond het verbindende middelpunt. Hier komen we weer bij de bovengenoemde vraag: ‘Het midden van wát?’

‘Een middelpunt is het primaire ordenende principe in heel de schepping. Het brengt eenheid en coherentie. Alles wat draait heeft noodzakelijkerwijs een middelpunt waaromheen het draait. En alles op elk niveau draait, dus alles heeft een middelpunt. Een middelpunt houdt het systeem waarvan het ’t middelpunt is, bijeen door de trilling of energie die het uitzendt. (…) Ook ieder van ons heeft een middelpunt, een ziel, een hart.’[3] Als dat hart samenvalt met het hart van de schepping, als wij leven volgens de goddelijke idee, is er harmonie tussen mens en kosmos, dan leven we vanuit het midden en keren daar steeds weer terug, als mede-scheppers.

Maar als een vals middelpunt, het ego, zichzelf de rol toebedeelt het midden van alles te zijn, ontstaat er chaos, de van God bedoelde ordening wordt losgelaten. Dan valt de structuur uit elkaar, kan de mens zich niet meer handhaven in het geestelijke gebied en komt in de materie terecht. Daar komt de slinger in beweging, daar gaat hij ‘tot het uiterste’, tot waar de materie hem tot de orde roept en de slinger weer de andere kant op slaat. Dat is een wetmatigheid: als de slinger helemaal naar links uitslaat, moet die ook weer helemaal naar rechts. Het beeld dat, als we ‘allemaal maar goed lopen te zijn’, de dualiteit oplost, klopt niet. We zitten vast in de onvermijdelijke slingerbeweging.

Dat is de situatie van de mensheid op aarde nu. Maar: er begint verandering in te komen. Het bewustzijn groeit dat het midden onontbeerlijk is om een nieuwe stap te doen. Want het midden is niet alleen omgeven door een cirkel, een ring-niet-verder waar de mens steeds opnieuw tegenaan loopt, alsof hij altijd in het platte vlak zal moeten blijven om weer teruggekaatst te worden. Nee, het midden is ook de plek waar de slinger tot rust kan komen, waar stilte heerst. In die stilte kunnen we de verbinding zoeken met een hoger midden, een overstijgend middelpunt. Nu is er niet langer het beeld van de punt en de cirkel, maar is er het beeld van een as, een levensboom, een mogelijkheid voor de ziel om op te klimmen. Het bewustzijn groeit dat we terug moeten naar dát midden: om door vibratieverhoging een kwantumsprong in bewustzijn te kunnen maken, zoals wel gezegd wordt. Dan wordt de cirkelgang het overstappen op een hogere spiraal, het overstijgen van polariteit en dualiteit.

Alles speelt zich af in een groot veld van bewustzijn, een veld van energie, licht en liefde dat we ook het Al-Ene of de Al-Ene kunnen noemen. Bewustzijn kunnen we zien als een andere naam voor God, de Al-Ene. Schepping is een doorgaand proces: daar waar bewustzijn evolueert, evolueert schepping. Schepping is erop gericht bewustzijn eeuwig te doen toenemen. Schepping heeft één doel: voortgekomen uit bewustzijn, wil zij slechts bewustzijn laten groeien, zichzelf eeuwig uitbreiden. Dit is de Wet van Liefde.[4]

 


Bronnen:

[1] Elly Nooyen, Weg in Tao, Rozekruis Pers, Haarlem 2019

[2] Willem Glaudemans, Boek van de universele wetten, AnkHermes 2015, hfdst. 6, De twee oerkrachten

[3] Idem, hfdst. 4, De Wet van Middelpunt

[4] Idem, hfdst. 3, De Wet van Liefde

 

Print Friendly, PDF & Email

Deel dit artikel

Artikel informatie

Datum: november 1, 2021
Auteur: Anneke Stokman-Griever (Netherlands)

Featured image: