Naar deel 1
Identificatie met een wij. Gezin, familie, stand, taal, een volk, een ras. Van elk van die eenheden bestaat een levendig denkbeeld in de atmosfeer, een macht in de lucht. Een energieconcentratie die een min of meer dwingende macht uitoefent op allen die tot die bepaalde eenheid willen behoren. Identificatie is het afstaan van een deel van de macht van het individu aan het grotere organisme waarmee hij of zij zich vereenzelvigt. Het lijkt er de laatste decennia op dat de sterren drijven naar een verbrokkelen en krachteloos worden van die koepelideeën, zeker in West-Europa. Als echter de economische crisisdreiging toeneemt worden oudere reflexen aangeslagen en zijn we plots weer Vlaming of Ajax-supporter of bange blanke man. Opvallend toch dat elke binnengroep meteen ook een buitengroep creëert waarop we een vijandbeeld kunnen projecteren. Zodat er tussen hen en ons een veilig onoverbrugbare kloof ontstaat. In de Balkan bijvoorbeeld, met hun volkerenkarma, leidde dat tot ontkenning van de menselijkheid van de mensen aan de overkant en machtsstrijd in de verschijningsvorm oorlog en volkerenmoord.
Zowel in voorspoedige tijden als in crisis spelen in de identificatie- en scheidingsprocessen politici een belangrijke rol. Een politicus is een man of vrouw die door ons gemachtigd wordt, op wie we een deel van onze macht overdragen zodat hij zaakjes voor ons kan regelen. Een politicus probeert in een democratie zoveel mogelijk mensen over te halen dat te doen. Daardoor verwerft hij macht. In een democratie zijn een aantal mechanismen opgezet om die machtsconcentratie te beperken. Falen die of zijn ze niet bestaande, dan leidt een machtsconcentratie tot dictatorschap. We zijn al onze vrijheden kwijt. Enkel de gedachten zijn nog vrij voor wie dat zou willen. Als de dreiging in onze levens toeneemt, zijn we licht verleid om onze macht en onze verantwoordelijkheid af te geven aan de nieuwe sterke man. Onder invloed van de samengepakte denkbeelden, de ‘macht in de lucht’, neemt het aantal vrije denkers zienderogen af.
Vrij denken is een kwalitatieve bewustzijnsfunctie, zeker in moeilijke perioden. Door de menselijke soort ontwikkeld over heel lange tijden. Waarom laten we ons dan zo makkelijk inpakken door populistische ideeën die oude residu’s van volk en staat in ons bloed opnieuw wakker en actief maken?
Coronacrisis
In de huidige coronacrisis zien we vergelijkbare mechanismen: de goede huisvaders die de staat beheren, moeten de zaak zo organiseren dat wij als individuen gezond zijn en blijven. Mijn verantwoordelijkheid daarin is nihil: ik doe wat de staat mij zegt te doen. Ik geef de macht uit handen.
We doen dit alles uit verlangen. Uit de dubbelheid van verlangen naar autonomie versus de angst voor verantwoordelijkheid. Uit verlangen naar God zijn – dat is: volledig autonoom – en het aanvoelen van wat het verpletterende gewicht van onze verantwoordelijkheid als autonome schepper zou zijn. Stel je dat eens voor: alles wat je doet en laat en denkt is volkomen bepalend voor de schepping, voor al wat is.
Toch weer dat verlangen. Zoals een kind autonomie bevechten. Ten opzichte van medemensen. Ten opzichte van de machten in de lucht. Daarbij worden we een deel van het onderweg noodzakelijke wij van een strevende groep. Met daarin alle schaduwen van de machten in de lucht. Maar ook met een leerplan autonomie. Evoluerend bewustzijn. Zien van scheppende verantwoordelijkheid zonder angst.
Hoe gaat een naar godswording strevende groep om met macht en verantwoordelijkheid? Alle hiervoor geschetste mechanismen kunnen meespelen. Dat zijn de schaduwen. De groep is echter gevormd uit mensen die een groot verlangen naar godswording en almacht delen. Mensen die daarbij bereid zijn een belangrijk deel van hun eigen autonomie tijdelijk af te staan aan de groep. Die in die groep steeds weer worden geplaatst voor de individuele verantwoordelijkheid voor hun eigen ontwikkeling, voor de ontwikkeling en het functioneren van de groep, voor het evolueren van de mensheid. Een grote verantwoordelijkheid, een, door het geleidelijke karakter van het proces van godswording, toch niet verpletterende verantwoordelijkheid. De opgeroepen angsten zijn hanteerbaar voor het evoluerend bewustzijn. De tegenpool van angst, de liefde, wordt actief. De kern van de groepsidee wordt in de tijd zo uitgezuiverd dat er een verbinding ontstaat met de oorspronkelijke schepping, voorbij de machten in de lucht. Een verbinding met God. Uit die verbinding zullen ook de relaties in de groep transparanter worden. De gedwongen ruilhandel tussen autonome macht en weggegeven verantwoordelijkheid vervaagt. De collectieve verantwoordelijkheid wordt vanuit de groepseenheid gedragen. Wetend. Magisch. Dienend. Samen een zaadkristal binnen de mensheid. Er is geen buitengroep.
Einde
Laten we een paar stappen teruggaan: er werd een tweevoudig wezen, een mens, geschapen: de mens werd het instrument van de Mens. Dat was het idee, Gods creatieve gedachte. Nu kan ons evoluerende bewustzijn dichter bij de instrumentele mens staan. De entiteit die de Mens wordt genoemd, is misschien weer de volledig functionele autonome microkosmos geworden. De bereikte groepseenheid begon met een bijeenkomst van mensen die bereid waren een rol te spelen bij de wederopbouw van Mensen. Het evolueerde naar relaties van liefdevolle vriendschap die we in ons werkelijke bewustzijn kunnen ervaren. Maar we weten het wel: ons werk, ons streven en het dienen van het leven samen is niets anders dan een essentieel middel om de microkosmische Mens zijn vrijheid en de kracht om uit liefde te scheppen volledig te laten herwinnen. De kracht van God zijn. De illusie van de mens dat hij God kan worden en het opblazen van het sterfelijk bewustzijn door dat idee zijn voor altijd achtergelaten.