De spirituele ontwikkeling van de Keltische volksziel – Deel 18
Het leven van de bard Taliesin is gehuld in diepe geheimzinnigheid en wie tot zijn geschiedenis wil doordringen zal vele tegenstellingen tegenkomen.
De naam Taliesin zou ‘stralende wenkbrauw’ of ‘stralendvoorhoofd’ betekenen en men vermoedt dat hij in de 6de eeuw werd geboren.
Van zichzelf spreekt Taliesin over een buitengewone geboorte en hij zegt dat hij uit het ‘land van de zomersterren’ komt. De legende over hem vertelt dat hij al zong en sprak als een bard toen hij nog een kind was.
De historische Taliesin is een zoon van St. Henwyg de bard en heeft koninklijk bloed in de aderen.
Volgens de prachtig beeldende mythe draagt hij aanvankelijk de naam Gwyon Bach en is door de godin Ceridwen ertoe bestemd om in de magische ketel Cauldron te roeren.
Ceridwen is in de Cauldron een kruidendrank aan het brouwen, opdat haar lelijke zoon Avagdu door drie druppels van deze vloeistof inspiratie zou krijgen.
Een mens werd niet alleen uit de moeder geboren, maar ook uit het maan-omhulsel of uit de ‘vochtige sfeer’ rond de aarde, de geestelijk-astrale wereld waar doorheen de mens tot de schoot van de moeder afdaalde. Wanneer iemand nu zijn bewustzijn los kon maken van de aantrekkingskracht van het lichaam kon hij weer, door middel van inwijding, ’in zijn moeders schoot ingaan’ en dat wil zeggen niet in een aards rijk, maar in een geestelijke wereld met andere wetten die dan aan hem zouden worden geopenbaard.
De ervaring van het element water, de vochtige substantie en bovendien ook de andere elementen staan in de Keltische mythologie in verband met de Cauldron of de ketel van Ceridwen. In deze ketel kon niet het voedsel van de lafaard gekookt worden; iemand die drie druppels van deze kostbare vloeistof dronk, kreeg een geestelijke inwijding.
Terwijl Gwyon in de Cauldron roert, vallen er drie druppels per ongeluk op zijn hand. Deze druppels zijn zo heet dat Gwyon ze oplikt en het volgende ogenblik is hij in staat te voorzien wat er gaat gebeuren. Hij weet dat hij moet vluchten voor Ceridwen: zij zal boos worden en hem achtervolgen, want de toverdrank was niet voor hem bedoeld.
Hij vlucht dan naar zijn ‘eigen land’ , maar Ceridwen achtervolgt hem. Aangezien hij nu over magische krachten beschikt, verandert hij zichzelf in een haas, maar Ceridwen wordt door toverkracht een jachthond en gaat hem achterna. Hij vlucht naar de rivier en verandert zichzelf in een vis, waarop Ceridwen zich in een otter verandert en hem in het water najaagt. Vervolgens wordt hij een vogel, maar zij een havik die hem achterna zit in het luchtruim. Tenslotte verandert hij zichzelf in een graankorrel en wordt Ceridwen een kip die hem uiteindelijk inslikt. Zij draagt hem negen maanden en schenkt dan het leven aan hem. Hij is dan zo mooi dat zij hem niet kan doden en zij stopt Gwyon in een leren zak waarna zij hem in de zee gooit. Hij wordt gevonden door Elphin die aan het vissen is. Elphin verzorgt hem, maar later wordt Elphin door zijn rijke en machtige oom, Maelgwyn in de gevangenis geworpen. Taliesin weet hem door zijn machtige stem en zangtalent vrij te krijgen en hij voorspelt de ondergang van Maelgwyn.
Deze legende beschrijft in allegorische taal van het begin tot het einde de processen van een inwijding.
De eerste fase is die van het voorgeboortelijk bestaan van Taliesin wanneer hij door de vier elementen reist en de goddelijk activiteiten van de wereldziel. Ceridwen deelt, de donkere reuzin die de moedergodin van de natuur is. Zij zet hem ertoe naar zijn ‘eigen land’ te gaan, dat de aarde is.
Het verkrijgen van het visioen van het voorgeboortelijk leven was een van de noodzakelijkheden die een bard moest hebben en werd het ‘geheugen van Annwn’ genoemd. Dit is het lezen van het geheugen van de natuur, opgetekend in wat ook wel de Akashakroniek genoemd wordt.
Elphin die Taliesin – of Gwyon die hij toen nog was – opneemt uit het water, de fysieke moederschoot, kunnen we zien als Taliesins eigen, aardse persoonlijkheid. In hem, in deze mensenzoon, leeft Taliesin, de onsterfelijke geest, die de drie druppels heeft opgezogen.
Hij beschrijft zijn voorgeboortelijk leven als volgt:
Ik werd eerst gemodelleerd naar de vorm (het geestelijk archetype) van de zuivere mens in de zaal van Ceridwen….Ofschoon klein qua inborst en bescheiden in mijn houding, was ik groot. (Bewustzijn van de geestelijke wereld breidt zich uit tot de gehele omtrek van het universum) Een heiligdom droeg mij boven het oppervlak van de aarde. Terwijl ik binnen zijn ribben lag besloten, verschaft de lieflijke Awen (de ketel van Cauldron) mij volledige hulp, en mijn wet (het lot) werd mij zonder hoorbare taal medegedeeld door de oude reuzin, die duister glimlachte in haar gramschap.
Elphin is niet bij machte om beschermer van Taliesin te blijven, want hij is in zijn wereldse bestemming verstrikt geraakt. Hij wordt gevangen genomen door de wereldse beslommeringen en wordt (tijdelijk) gescheiden van Taliesin, zijn Hoger Zelf, het geestelijk beginsel in de mens. Maelgwyn, die Elphin in de gevangenis heeft gegooid, gelooft niet dat Taliesin beter kan zingen dan de 24 barden aan zijn hof. Maar wanneer Taliesin begint te zingen, raken de andere barden in verwarring en worden stil door de magie van zijn stem. In Taliesin ontwaakt de inspiratie en hij zingt over zijn eigen geestelijke oorsprong. Wanneer Elphin Taliesin hoort zingen wordt er een verlangen in hem wakker en bewerkstelligt Taliesin zijn bevrijding.
Dit gedeelte vormt een volgende fase van inwijding. Enkele versregels over deze fase zijn als volgt:
Mijn gewone land
is het land van de Cherubim.
Johannes de Waarzegger
werd ik genoemd door Merddin,
tenslotte zal elke koning
mij Taliesin noemen.
Ik was met mijn Heer
in de hoogste sfeer
toen Lucifer
in de diepten van de hel viel.
Ik droeg de banier
nog vóór Alexander;
ik ken de namen van de sterren
van noord tot zuid.
Ik was in Kanaän
toen Absalom sneuvelde;
ik was in het hof van Don
voordat Gwydion werd geboren.
Ik was de leermeester
van Elia en Henoch;
ik was bij de kruisiging
van de genadige Zoon van God.
Ik was eerst opzichter
bij het bouwen van de toren van Nimrod;
ik ben drie keer bewoner
van het kasteel van Arianrhod geweest.
Ik was in de ark
met Noach en Alpha;
ik zag de verwoesting
van Sodom en Gomorra.
Ik was met mijn Koning
in de kribbe van de ezel;
ik steunde Mozes
door het water van de Jordaan.
Ik was in het uitspansel
met Maria Magdalena;
ik verkreeg mijn inspiratie
van de Cauldron van Ceridwen.
Ik ben onderricht
in het hele stelsel van het universum;
ik zal tot de dag van het laatste oordeel
op de aardbodem zijn.
Ik zat op de onrustige zetel
boven Caer Sidi,
ik bevond mij in de wervelende rondedans zonder beweging
tussen drie elementen.
( Gwydion is Hermes of Mercurius. Arianrhod is de regenboogkleurige aura van de aarde)
Het hele verhaal is een uiteenzetting van het proces in een inwijding die drieledig is en de inmiddels bekende triade vormt.
Ten eerste is er de tocht door de wereld der elementen en de herinnering aan een voorgeboortelijk bestaan.Ten tweede worden we geconfronteerd met het verliezen van de aardse persoonlijkheid. (Elphin, het lager zelf wordt gevangen genomen.) Ten derde wordt tenslotte de geestelijke natuur in de mens herkend en deze wordt dan bevrijdt en het lagere zelf in de personificatie van Maelgwyn wordt dan vernietigd.
Zo zijn de drie persoonlijkheden Taliesin, Elphin en Maelgwyn drie aspecten van hetzelfde wezen.
Elphin is het menselijk wezen in zijn absolute menselijkheid en is zoals alle menselijke wezens dat zijn ware bestemming leert kennen. Hij wordt zich bewust van zijn gevangenschap in de stoffelijke wereld. Hij wordt door zijn verlangen bevrijdt door Taliesin, zijn Hoger Zelf, die in Caer Sidi is geweest. Hij wordt verlost en alles wat tot de lagere natuur behoort, wordt vernietigd. Taliesin zingt over de vernietiging van Maelgwyn over iets dat lijkt op de wind die overal op onbekende wijze opsteekt en verschrikkelijke gevolgen heeft. Op dat moment openbaart zich de wet van het lot die het einde van Maelgwyn betekent.
Het geheim van vele legenden ligt in het feit dat veel persoonlijke gebeurtenissen die op het gebied van het zieleleven liggen gelijke tred houden met uiterlijke voorvallen. Dit verklaart waarom in eerste instantie veel legenden aan de fantasie lijken te zijn ontsproten, maar in werkelijkheid allegorieën zijn van het spirituele leven.
De historische personage van Maelgwyn stierf aan de pest die als een orkaan het land teisterde en een vreselijke verwoesting aanrichtte tussen 552 en 557.
Taliesin heeft een grote hoeveelheid aan werken nagelaten. Of deze werkelijk door de historische Taliesin zijn vervaardigd is niet van belang. Wat wel belangrijk is, is de totale artistieke structuur waarin oude geïnspireerde helderziendheid gecombineerd wordt met de verschijning en de erkenning van Christus op aarde.
Taliesin, of we hem nu erkennen als dichter of als vertegenwoordiger van een belangrijke mysterieschool laat ons, en als een der laatste, zien dat Christus langs de oude helderziendheid kon worden ervaren. Deze kennis verzonk, ging verloren om plaats te maken voor vernieuwde vormen.
In het volgende gedicht laat Elphin, wiens inwijdingsnaam Taliesin is, zien dat hij met de gehele mensheidsschepping wacht op verlossing:
Aan het einde van onze inspanning
zullen talen uitsterven.
De vurige ziel
zal door de wolken reizen
met de kinderen der Serafijnen.
Uw volk zal opstijgen
Naar de verlossing van Elphin.
Bron: uit ‘Royal Cadeir’(Myvyrian Collectie)