In andere talen heet dit ‘engagement’. De man geeft zijn toekomstige echtgenote een gouden ring met een diamantje. Zo’n ring is een schitterend symbool van verbinding.
Goud als het zonlicht, de bron van alle leven op de aarde. Het goud is in een ring, een cirkel, gesmeed. De eenheid zonder begin of einde. De perfecte symmetrie van de cirkel wordt een klein beetje opgeofferd aan de zetting van een diamantkristal. Het heldere kristal is kundig geslepen in een bijzondere vorm die speelt met invallend licht en in dat spel zie je af en toe de kleuren van de regenboog. Goud, ring, diamant en licht. We zien schoonheid. Er vindt een interactie plaats tussen licht en diamant, tussen licht en materie, en de mens. Als we dieper in de materie gaan, kan de ervaring van schoonheid zich nog verdiepen. Dat dieper in de materie gaan vraagt wel een inspanning.
Koolstof
Diamant is koolstof. Een kleurloos transparante diamant is alleen maar koolstof. Een diamantkristal is een mooi geordende schikking van koolstofatomen in drie dimensies. Het element koolstof is het zesde meest voorkomende element in het universum. Diamanten zijn eerder zeldzaam. De kristalstructuur van diamant ontstond in een ver verleden diep in de aarde. Op een diepte van 160 kilometer waren de omstandigheden van druk en temperatuur – beide heel hoog – en aanwezigheid van andere chemische elementen voorhanden om diamantkristallen te doen groeien.
We vinden koolstof – symbool C – terug in het periodiek systeem van de scheikundige elementen in groep 14. Dat is vier groepen vóór de groep van de edelgassen, in dit geval neon. Edelgassen zijn niet reactief. Als we naar de atoomstructuur kijken – nog dieper in de materie duiken – vinden we bij de edelgassen een volledige gevulde buitenste elektronenschil: er bevinden zich acht elektronen in de buitenste ring rond het atoom. Het atoom van een edelgas heeft alle elektronen die het hebben wil. Alle plaatsen zijn ingenomen. In de groep van koolstof zijn er slechts vier elektronen in de buitenschil. Vergelijkend mist koolstof vier elektronen om met zijn achten compleet te zijn, niet-reactief, als een edelgas scheikundig in rust op aarde, gewoon aanwezig. Een koolstofatoom heeft de neiging om op zoek te gaan naar die vier ontbrekende elektronen buiten de eigen structuur. Waar vindt het die? In diamant is er enkel koolstof. In diamant gaat elk koolstofatoom een atoombinding aan met vier koolstofatomen in zijn omgeving. Zo een atoombinding komt tot stand door elektronen van atomen te delen. Met een elektron van elk van twee atomen wordt een paar gevormd dat de twee atomen elk een elektron extra geeft. In diamant geven elk van vier omgevende koolstofatomen één elektron aan het centrale koolstofatoom of beter, stellen één elektron gemeenschappelijk in de verbinding, in de relatie tussen atomen. Daarmee wordt de buitenschil van het centrale C-atoom compleet gevuld.
Atoomstructuur van diamant – elk steentje is een koolstofatoom
In het spel van aantrekking en afstoting van geladen deeltjes zien we zich een tetraëder vormen van vier koolstofatomen rond het centrale atoom op zoek naar volledigheid. Een tetraëder is een regelmatig viervlak, opgebouwd uit vier gelijkzijdige driehoeken. De atomen vinden we terug op de hoekpunten én in het middelpunt. Bouwen we het rooster verder uit dan zien we dat elk van de vier atomen die in verbinding zijn gegaan ook weer gezien kunnen worden als het centrale atoom met daaromheen een tetraëder. Zo zet de structuur zich voort. De verbindingen met het delen van elektronen zijn sterk en stabiel. Er wordt niet verder gezocht naar andere elementen om mee in verbinding te gaan. Diamant is niet reactief.
Koolstof is overigens ook de bouwsteen van organisch leven en in de vorm van leven dat vergaan is tot aardolie of steenkool een energiedrager, die graag in verbranding reageert met zuurstof. Die reactiviteit komt voort uit dezelfde honger van koolstof naar verbinding, naar aanvullende elektronen om de stabiele, edele toestand te bereiken.
Licht
De gebonden koolstofatomen in diamant zijn macroscopisch bepalend voor de eigenschappen als dichtheid – hoeveelheid materie in een kubieke centimeter – en hardheid. Je kunt diamant enkel krassen met diamant. De atomaire structuur van diamant is vooral bepalend voor de interactie van diamant met licht. Licht kun je zien als pakketjes energie of fotonen. De energie-inhoud van die pakketjes varieert met de kleur van het licht. De elektronen kunnen door een foton van zichtbaar licht – dat is: een stroom van lichtpakketjes met bepaalde energiehoeveelheden – niet naar een hoger door de natuur toegelaten energieniveau worden getild. Anders uitgedrukt: zichtbaar licht kan niet in interactie gaan met de elektronen van diamant om zijn energie af te geven aan de elektronen en deze op een hoger energieniveau te brengen. De volgende trede in de trap van mogelijke energieniveaus ligt te hoog. Er wordt geen licht geabsorbeerd. Omdat licht geen energie kwijt kan in de diamantmaterie blijft het licht volledig en zien we diamant als transparant.
Door de hoge dichtheid (materie per kubieke centimeter) van diamant zal vanuit lucht intredend licht wel vertragen en afhankelijk van de invalshoek van het licht van richting veranderen. De verschillende golflengten of kleuren – fotonen met een andere energie – vertragen en verdraaien daarbij verschillend en het eerst onzichtbare licht wordt nu zichtbaar in het zich openvouwende kleurenspectrum. Hetzelfde verschijnsel kun je zien bij licht dat door een glazen prisma gaat.
Licht en diamant
De diamant in de verlovingsring is normaliter kunstig geslepen. De slijping bepaalt hoe een groot deel van het invallende licht door de lagergelegen delen van het kristal weerkaatst zal worden. Er is een verandering van richting en een verder openvouwen van de lichtkleuren. Om uiteindelijk de diamant opnieuw aan de bovenkant, waar wij vol bewondering kijken, te verlaten. Slijpen is een vormgeven door de mens op basis van zijn kennis van licht en materie. Het is een voorbeeld van interactie van menselijk bewustzijn of geest met materie of stof.
In een gekleurde diamant zijn tussen de koolstofatomen atomen ingesloten van andere elementen. Deze atomen zorgen voor de aanwezigheid van elektronen die wel in interactie gaan met zichtbaar licht. De eerstvolgende trede van de trap van toegelaten energieën is minder hoog. Er worden bepaalde golflengten geabsorbeerd en wat overblijft, zien wij als kleuring.
FasCinerend toch (in dit geval met de C van koolstof), scheikunde en fysica?!
Metafoor
We begonnen dit artikel met een gouden ring met diamant als het symbool voor verbinding tussen twee mensen. We kunnen de diamant, denkend vanuit zijn fysicochemische eigenschappen in interactie met licht, duiden als symbool voor verbinding op nog een ander niveau dan in de relatie tussen een man en een vrouw. Gaat u in gedachten mee naar het spirituele domein.
Overwegen we de ziel. Beschouwen we diamant als een beeld voor een bepaalde kwaliteit van ziel. Diamant is een geordende structuur van koolstofatomen en doet daardoor iets met invallend licht. Metaforisch denkend: voor de bijzondere interactie met het licht is een specifieke ordening nodig van de bouwstenen van de ziel. En de ziel mag geen vreemde elementen bevatten, alleen in dat geval is zij transparant voor het licht. Om die bijzondere lichtwerking van de diamant zichtbaar te maken, wordt hij mooi geslepen door een bewustzijn dat boven de materie verheven is. Voor het werkzaam maken van het licht wordt het transparante zielemateriaal geslepen door een hoger bewustzijn. Invallend licht wordt daarna diep in de zielespiegel weerkaatst en zal bij uittreden uit de structuur zichtbaar openvouwen tot de zeven kleuren van het spectrum. Het is werkzaam licht geworden.
Overwegen we een spirituele groep. Elk lid van de groep is een monade, is als een atoom. Allen zijn atomen van elementen die door vele incarnaties heen tot hetzelfde niveau, tot dezelfde groep in het periodiek systeem van mensenzielen, zijn geëvolueerd. Zij zijn nog geen edelgassen geworden. Zij zijn vol verlangen naar die toestand. Vanuit dat verlangen gaat het individu verbindingen aan met zijn buren die voor alle bij die verbinding betrokken atomen voeren tot de stabiele toestand, tot de edelgasconfiguratie. Er is dan geen neiging meer om nog andere verbindingen aan te gaan. Ingesloten vreemde atomen leiden in diamant tot verkleuring. Beeldend denkend heeft de groep in dat geval weliswaar een diamantstructuur maar ook nog sterk een eigen kleur, een groepsidentiteit die bepaald wordt door de vreemde elementen. Ook de groep wordt zoals een diamant geslepen, dat is: zijn hardheid krijgt de gewenste vorm onder invloed van grote transcendente krachten en een hoger bewustzijn. Er blijft diamantstof achter op de slijpsteen. De geslepen diamant schenkt invallend licht aan de wereld, nu opengevouwen tot de spectrumwaaier, werkzaam. De geslepen diamanten groepsziel schenkt het zevenlicht aan allen die met werkzaam licht willen leven. Licht treedt binnen, wordt enkele malen innerlijk weerkaatst en daarbij opengevouwen en tot werkzaamheid gebracht. Licht treedt uit de transparante vorm uit als werkzaam licht. Er is geen lichtenergie geabsorbeerd. Alles wat werd ontvangen wordt opnieuw prijsgeven. Het werkzame licht maakt vernieuwing mogelijk.
Meer:
https://www.youtube.com/watch?v=Io-HXZTepH4&t=920s
Waves: light, sound and the nature of reality.
https://www.youtube.com/watch?v=xiHKwXHMh4U
Atoombinding