En deemoedig vervolgt zij:
Hier spreekt je voorouder
je welbekende voorzaten.
Vergeef ons smeek ik je
dat we voor jullie een hel op aarde maakten.
Je zegt dat groei de heilige graal was.
Ja, zo was het en het liep fout.
Het kon zo niet doorgaan dat snap ik nu.
Maar in ons hectische bestaan
kon je niet helder zien… [1]
Het is onbetwistbaar dat de mensheid onze planeet en daarmee zichzelf rampspoedig in de problemen heeft gebracht. Ons bestaan lijkt steeds meer te worden beïnvloed door vragen als:
Wat doen we de aarde aan?
of:
Hoe kan ik met mijn handelen of juist door mij dingen te ontzeggen of zelf offers te brengen de pijn van deze aarde minimaliseren?
Wie zich sterk met de natuur en de aarde verbonden voelt, gaat vanzelf ook haar pijn en vreugde ervaren. Zulke aardegerelateerde emoties zullen waarschijnlijk alleen maar toenemen naarmate de mens zich meer bekommert om de ecocide die alom plaatsvindt.
Voor dergelijke aardzieleroerselen heeft de Australische filosoof Glenn Albrecht (1953) nieuwe termen bedacht. In westerse talen ontbraken tot dusverre woorden die aangeven dat er onmiskenbaar een verbinding is tussen de toestand van de aarde en onze eigen mentale en emotionele situatie. Centraal in de nieuwe woordenschat staat het woord solastalgia, het verschijnsel ‘dat je heimwee voelt terwijl je nog thuis bent’, dat je verward raakt doordat het fundament waarop je leeft langzamerhand vernietigd wordt, dat je thuis je thuis niet meer is omdat het ingrijpend is aangetast, zelfs vernietigd: solastalgia (solari = troosten; nostalgia = verlangen naar vroeger tijden). In de Nederlandse taal doen hiervoor al termen als troostwee en troostalgie de ronde.
Albrecht bedacht zijn vocabulaire om uiting te kunnen geven aan aspecten van het symbioceen (symbiose = samenleven kainos = nieuw), een nieuw tijdperk waarin de mens in volstrekte harmonie leeft met de natuur en in dienstbaarheid aan de wereld. Het symbioceen komt het anthropoceen aflossen, waarin de mens alles bepalend en heersend was over de natuur. Van een aardeverwoester (earth destroyer) wordt de mens daarin een aardeschepper (earth creator), bij voorbeeld door het voortbrengen van voedselbossen.
Earth creator en earth destroyer, het zijn termen die me aanspreken. Maar ze zijn ook confronterend. Wanneer en hoe vaak ben ik in mijn kleine en in mijn grote handelen een verwoester? Hoe vaak en wanneer een aardeschepper? En hoe is de verhouding tussen die twee? Hoeveel alibi’s heb ik wel niet om een verwoester te zijn? Hoe bedremmeld zal ik me voelen als ik deze aarde voornamelijk als een verwoester nalaat aan onze kinderen en kleinkinderen, van wie we de aarde immers te leen hebben?
Een rozenkruiser heeft bij dit alles behoefte aan een stap verder, aan een extra dimensie. Die streeft – en we nemen er het Bijbelse Openbaringenboek even bij – naar een ‘nieuwe hemel en een nieuwe aarde’, is allereerst een earth creator in zichzelf. Die is zich bewust van de stralingskracht die vanuit een hogere dimensie altijd maar weer contact zoekt met de mens. Daarvoor zijn een speciale instelling en levenshouding nodig, een afstemming van hart en hoofd, een zuivering in volkomen toewijding, kortom: een transparantie voor de geest. Dan ontwaakt de zuivere intuïtie (de nieuwe aarde) en raakt de natuurlijke intuïtie op het tweede plan. Ons inzicht wordt verhelderd. Dan ook wordt de pijn van onze ‘solastalgia’ doorbroken en transparant. Dan geeft zij ruimte aan onze prilste herinnering, aan onze oorsprong die tevens onze bestemming is.
Ja, dan gaan we de wereld werkelijk zien zoals die is.
Een herinnering
Een ziekte bekroop mij
waarvan de oorsprong nooit is vastgesteld
al werd het steeds moeilijker
de schijn op te houden van normaliteit,
een goede gezondheid of vreugde in het bestaan –
Gaandeweg wilde ik enkel nog zijn bij mensen zoals ik;
Ik heb mijn best gedaan ze te vinden
wat niet makkelijk was
aangezien ze allemaal vermomd of ondergedoken waren.
Maar uiteindelijk vond ik wel wat metgezellen
en in die periode liep ik soms
met deze of gene langs de rivieroever,
opnieuw sprekend met een openhartigheid die ik bijna was vergeten –
En toch waren we meestal stil, we verkozen
de rivier boven alles wat we konden zeggen –
Op beide oevers waaide het hoge moerasgras
rustig, ononderbroken, in de herfstwind.
En het leek wel of ik me deze plek herinnerde
uit mijn kindertijd, hoewel
er geen rivier was in mijn jeugd,
alleen huizen en gazons. Dus misschien
ging ik terug naar die tijd
voor mijn kindertijd, naar de vergetelheid, misschien
was het die rivier die ik mij herinnerde. [2]
Louise Glück [3]
Noten:
[1] Nynke Laverman schreef het lied oorspronkelijk in het Engels. Deze Nederlandse vertaling is van Dick Verstegen.
[2] Uit: Winterrecepten van het collectief, vertaling Radna Fabias (Amsterdam: Arbeiderspers 2022)
[3] Louise Glück (New York 1943) is een Amerikaanse dichteres die in 2020 is onderscheiden met de Nobelprijs voor Literatuur, vanwege ‘haar onmiskenbare poëtische stem die met sobere schoonheid de individuele existentie universeel maakt.’ Haar werk is besproken in LOGON jaargang 2 (2021) aflevering 2, pagina 16 vlgg. onder de titel: ‘Een overweldigende helderheid’.