Broederschappelijkheid is een begrip, dat velen niets meer zegt, vooral als het om een gemeenschap gaat in verband met Christus.
Broederschappelijkheid is een begrip, dat de gewone mens in z’n dagelijkse strijd om het bestaan bijna niets meer zegt en zeker als het om een gemeenschap gaat in verband met Christus.
Wat is nu eigenlijk een broederschap in de juiste zin van het woord? We zouden kunnen zeggen dat een broederschap een collectief is, een gemeenschap, maar is dat dan een broederschap? Een stad is een collectief maar geen broederschap, want begrijpen en waarderen de mensen elkaar en werken ze bewust voor elkaar met liefde? Nee, de meesten leven zonder zich te bekommeren over de ander, dus van een ware broederschap Christi is hier geen sprake. We dienen dus een scherp onderscheid te maken tussen een gemeenschap staande in de wereld, en een broederschap die nog wel ín de wereld is, maar zich daar meer en meer van losmaakt. In het laatste geval kunnen we spreken van een Broederschap Christi.
Bovendien heeft een hechte broederschappelijke vereniging van mensen de mogelijkheid in zich besloten liggen, een hogere wezenheid in zich te laten openbaren. Dat is het beoogde doel en tevens het geheim van de groepseenheid in een broederschap! Dit is een zeer belangrijk feit, en het betekent meteen dat zo’n vereniging van mensen in een hechte groep een meerwaarde verkrijgt. Een meerwaarde die de groep boven zichzelf kan laten uitstijgen.
Met andere woorden: een groep van spiritueel gelijkgestemde mensen kan iets in het leven roepen waar een enkeling niet toe in staat is… Denken wij in dit verband aan de woorden van Christus:
Waar twee of meer van u in mijn naam verenigd zijn, ben Ik in uw midden.
Hoe de procesgang van zo’n meerwaarde van het geheel ten opzichte van de delen te werk gaat, laat ons bijvoorbeeld de zogenaamde Gestalttheorie zien, die bewijst dat het geheel meer is dan de som der delen. Enkele simpele voorbeelden uit het dagelijks leven kunnen ons dit duidelijk maken. Een analfabeet die zojuist de afzonderlijke lettertekens onder de knie heeft gekregen, kan in een boek de hoeveelheid A’s en E’s wel waarnemen, maar het geheel, de Gestalt van de tekst ontgaat hem nog volledig. Wanneer hij echter geleerd heeft zo’n Gestalt te maken, dan doet hij dit voortaan geheel spontaan en leest hij niet meer spellend, maar ziet meteen de woorden in de tekst. Nu heeft niet iedere Gestalt een gelijk kwalitatief niveau. De ene Gestalt is hoger ontwikkeld dan de andere. Een roos heeft een hogere vormontwikkeling dan een glazen bol.
De kwaliteit van de ‘Gestalt’ wordt dus kennelijk gevormd door de mate van gedifferentieerdheid van de verschillende onderdelen die samen toch een hechte en harmonische éénheid vormen. Zo is de levende gestalte van het menselijk lichaam een prachtig voorbeeld van zo’n gedifferentieerd en harmonisch geheel. Het geeft ook het bewijs dat voor een optimaal functioneren beperkte verscheidenheid noodzakelijk is, want één hart als orgaan is onontbeerlijk, maar twee harten zouden ieder functioneren uitsluiten!
Hoe moeten we deze Gestalttheorie plaatsen binnen een broederschappelijke vereniging van mensen die aangesloten zijn bij een geestesschool? Nu, er dient binnen zo’n mensenkring ook een zekere verscheidenheid aanwezig te zijn om optimaal te kunnen functioneren als broederschap. Er dient zelfs sprake te zijn van een twaalfvoudige differentiatie, aangezien deze twaalf in staat moeten zijn de dertiende in hun midden aan te trekken! In een spirituele broederschap staat deze dertiende natuurlijk voor de Christuskracht.
Alvorens het broederschappelijke verder uit te diepen, eerst nog iets over het getal 12. Binnen de esoterie is het getal 12:
- een kosmisch getal
- het getal der volheid
- het getal van de ruimte
De 12 als kosmisch getal vindt zijn oorsprong in de Babylonische cultuur. Daar werd de wereldruimte al in twaalf vaste punten, de dierenriemtekens, verdeeld. Helderziend konden zij nog de diepe mysteriën van dit getal doorgronden en het vormde tevens hun getallensysteem, dat toentertijd twaalfvoudig was. Vanuit de kosmos wordt de mens op aarde op een twaalfvoudige wijze door middel van de planeten beïnvloed via de twaalf punten in zijn aurisch wezen.
Voorts werd gezegd dat 12 het getal der volheid is. Het is een bijzonder getal dat we rijk kunnen noemen, want de som der delers is méér dan het getal 12 zelf. (1+2+3+4+6=16)
Zij is als de hoorn des overvloeds, als een schaal die overloopt en het aantal rijke getallen is gering.
het rijke getal 12
en haar delers
1+2+3+4+6= 16
Als er rijke getallen zijn, moeten er natuurlijk ook arme getallen zijn. Deze zijn mínder dan de som der delers en ze komen veelvuldig voor. Bijvoorbeeld 14 met een som der delers van 1+2+7=10
het arme getal 14
en haar delers
1+2+7=10
Ten derde en ten slotte zijn er getallen die volmaakt genoemd worden, omdat de som van hun delers gelijk is aan het getal zelf. De 6 is bijvoorbeeld zo’n getal. Zijn delers zijn 1+2+3=6. Andere volmaakte getallen zijn de 28, 496, 8128 en nog een getal met acht cijfers!
andere volmaakte getallen
28
496
8128
33550336
De getallen worden hier met opzet genoemd omdat ieder mens ook een eigen, innerlijk getal bezit dat om en nabij het hart gelegen is. Nu kunnen we de mensheid, evenals de drie groepen van getallen, ook zo verdelen. Mensen met een volkomen, of rijk getal, zoals de 12, zijn afgeronde persoonlijkheden. Ze zijn meer dan men aanvankelijk vermoedde.
Er zijn ook mensen, en deze komen zeer veel voor, die achteraf minder zijn dan wat ze denken te zijn. Zij zijn gelijk aan de arme getallen, welke minder zijn dan de som van hun delers. Ten slotte is er een kleine groep van mensen die volmaakt zijn. Hun innerlijke rijkdom wordt maar zelden opgemerkt! Zij zijn als de volmaakte getallen van bijvoorbeeld 6 en 28, bij welke de som der delers gelijk is aan het getal zelf. Zij vormen de groep van volmaakten, de parfaits. Van dit type mens zijn er maar weinig, ja zeer weinig!
Ten slotte komen we dan bij de laatste eigenschap van het getal 12, dat ook het getal van de ruimte genoemd wordt. Christus, de grote Zonnebroeder, kwam met zijn komst onze ruimtelijkheid binnen en heeft ons iets geheel nieuws gebracht. Hij predikte naastenliefde en heeft ons geleerd onze naaste lief te hebben gelijk onszelf. Wat is daar zo bijzonder aan, zou u zich af kunnen vragen. Om dit beter te kunnen begrijpen, zijn we genoodzaakt een blik in het verleden te werpen. In oude culturen, zoals de Joodse met haar twaalf stammen, beleefde de mens zijn religieus gevoel op geheel andere wijze. Zijn godsdienstig gevoel liep volgens de bloedlijn binnen stam- en familieverband. Die verbanden voerden hem binnen de tijdstroom. Die religiositeit ging over van vader op zoon, van moeder op dochter. Hij zag zijn naaste niet in de ruimte, maar meer in de tijd als zijn zoon na hem of als zijn vader vóór hem.
Hij werd door zijn bloedsbanden geheel door de tijd bepaald. Vandaar dat in die oude tijden de voorouderverering heel regulier was. Denk aan de Chinezen met hun vooroudertabletten.
Het voorgaande heeft ons al duidelijk gemaakt dat binnen zo’n hechte vereniging van mensen ook een zekere mate van gedifferentieerdheid aanwezig moet zijn, zodat zij op harmonische wijze kan reageren op de krachtsinwerking van de dertiende, de Christus. Dit betekent dat binnen de groep verschillende mensentypes een plaats dienen te krijgen, wel echter op zo’n manier dat zij als één harmonisch geheel functioneren. Tevens dienen de afzonderlijke leden hoge morele en sociale vaardigheden te bezitten. De manier waarop wij met onze naasten omgaan, is bepalend ten opzichte van onze waarlijke vorderingen op het pad. Juist dit proces van het ontmoeten van de ander, het ontmoeten van onze naaste, dient centraal in ons leven te staan. Het vormt de grondslag van het bestaan, omdat wij via onze naaste (en vóór onze naaste) de Christus kunnen leren vinden! Dat is het geheim en denk in dit verband aan Christus’ woorden:
Wat gij de minste van uw broeders aandoet, doet gij mij aan.
Deze woorden hebben dus een diepgravende betekenis!
Wij vormen met elkaar een onverbrekelijke éénheid en dat dient men zich bewust te worden! Hoe hechter de band, hoe meer we de ander kunnen helpen en genezen, maar in negatieve zin ook … schaden. Iedere negativiteit heeft dus ook zijn bepaalde consequenties. Zo kan men zichzelf en de ander afsnoeren van de helende Christuskracht met als gevolg dat wij steeds zieker worden.
Het is dus van het grootse belang in de medemens een schepsel te zien dat in de gelijkenis van God is gemaakt en dat eveneens naar vrede en harmonie verlangt. In ieder mens zou men dus de spiegeling van God kunnen zien. Wie een mens lager aanslaat, doodt in hem dit bewustzijn.
Wanneer wij als Broederschap zó onze naasten en onszelf trachten te dienen, dan kan de Christuskracht, de kracht der vernieuwing, in ons neerdalen als het dertiende element.
Het getal 13 is een zeer bijzonder getal: het is een priemgetal, slechts deelbaar door één en door zichzelf. Het is het symbool van een nieuw begin, een nieuw leven, het is het getal der vervulling.
Zo kunnen wij, staande in de Broederschap Christi, in afwachting van de Christuskracht, allen waardige Johannesmensen zijn.
Dan gaat de groep ervoor zorgen dat zij al het ontvangene tezamen laten klinken in één toon en in één vibratie. Tezamen roepen zij de Ene Heilige Naam aan, vanuit het diepste van hun wezen.