Mensen worden vele, vele malen geraakt door het zwaard van vrede. Soms is het een zachte aanraking, waarop zij harmonieus reageren, andere keren (ondanks dat ze denken goed voorbereid te zijn) kan het een hevige slag zijn, een bijna ondraaglijke, plotselinge en snelle vibratie die hen in verwarring brengt, zeer onrustig maakt. Soms ontstaat er een ziekte die hen weer in evenwicht brengt, als dat al mogelijk is.
Het zwaard van vrede heeft het doel en de intentie om vrede te brengen, innerlijke rust – maar het begint met een onstuimige reis door een zee van chaos.
Ook bij deze man. Het zwaard van de vrede heeft hem zeven keer geslagen. Elke slag komt als een complete verrassing, een compleet mysterie. De eerste vindt plaats midden in de nacht, tijdens een diepe slaap, en hij is in een keer klaarwakker, hevig gealarmeerd door een intense, maar mooie kracht die in het hart uitstraalt. Is dit een hartaanval? Moet iemand een ambulance bellen? Na enige tijd zakt de hevigheid van de indruk weg en blijft de man licht verbijsterd achter…
In de dagen daarna ontstaat een vreemd gevoel van rouw. Een gevoel van diep verlies wordt steeds groter, alsof de houw van het zwaard iets van vitaal belang heeft weggesneden. Het gevoel van rouw komt en gaat, het blijft maar heen en weer vloeien.
Gedurende de volgende weken raakt het zwaard van de vrede hem nog twee keer, in het hart, altijd ’s nachts, maar veroorzaakt nu minder stress. Een warme gloed, die het hart en het lichaam doordringt en het omgeeft met een diep gevoel van vrede. Een ingrijpend proces begint. Tijdens het wakker worden heeft hij elke keer de sensatie op gespannen voet te staan met de wereld, met mensen, met de samenleving. Een heel vreemd gevoel, een verschil in vibratie. Het dagelijkse leven gaat door; de man blijft doen wat het leven vereist maar er is iets veranderd.
In de daaropvolgende maanden ondergaat hij nog drie keer een slag van het zwaard van de vrede. Opnieuw in het holst van de nacht dat plotselinge ontwaken, maar nu is het anders. Een innerlijke kalmte. En deze keer zijn het drie slagen op het hoofd, niet in het hart. Hij heeft de impressie dat hij is geraakt door een heel hoge en serene energie. In de daaropvolgende weken vergelijkt de man het wel met getroffen worden door de bliksem, en wat je dan ondergaat: het zenuwstelsel is geschokt, verward, diep verstoord en het lichaam zet een proces van totale afwijzing in werking. In het systeem is iets vreemds aangetroffen en dat moet eruit worden gewerkt. Dit duurt heel wat maanden, misschien zelfs jaren. Spontaan dringen zich oude herinneringen en vergeten ervaringen op. Hij heeft het gevoel dat er iets is opengescheurd en dat de inhoud ervan naar buiten stroomt.
Een glimp van vrijheid
Er ontstaan veel reacties – een diep gevoel van verdriet, zelfs een soort innerlijk sterven, maar op andere momenten van vreugde, van innerlijke en uiterlijke vrijheid. Het begint met een korte glimp van het laatste. Een zich ontwikkelend gevoel van leven in twee werelden, eerst vluchtig, daarna dieper. De ene wereld, de uiterlijke wereld die zo vertrouwd is, wordt afgewisseld met een andere wereld, een innerlijke wereld die in wezen onbekend is, maar toch aanwezig. Niet wetend nog, onzeker, verward. Maar innerlijk is er een groeiende kalmte, een kalme vredigheid. Een diep gevoel van loslaten, zich overgeven, naar binnen gaan.
De reactie van het immuunsysteem op de vermeende vreemdsoortige aanvaller verplaatst zich door het hele lichaam, van orgaan tot orgaan, alsof er niets zonder bescherming mag blijven. Er ontwikkelen zich vreemde lichamelijke symptomen – pijn op de borst (een hartaanval?), overprikkeling in het hoofd (een beroerte?). Onduidelijke spanningen, niet ongelijk aan een paniekaanval, spijsverteringsstoornissen, problemen met zijn zicht. Bezoeken aan artsen en vele tests later wijzen niets uit, niets anders dan de te verwachten gevolgen van een beginnende vergrijzing. De man ziet zich geplaatst voor een mysterie dat hij maar niet kan begrijpen.
En dan op een ochtend bij het wakker worden, nog een zwaardslag, duidelijk zachter nu. Iets nieuws, onbeschrijflijk jong, als een pasgeboren baby, stroomt, zo lijkt het, van opzij in zijn hart en blijft daar. Zo teer dat hij het wil koesteren, ernaar wil luisteren en erkennen. Iets wat hem zijn leven lang bij zal blijven, iets wat van binnen leeft. Hij is zich op nieuwe wijze bewust dat het er wel is, maar ook van het feit dat hij het op veel momenten negeert. Geleidelijk aan wordt de oude wereld, de vertrouwde wereld minder bindend, soms bijna onmogelijk te verdragen, waardoor het proces zowel moeilijker als gemakkelijker wordt, maar er is altijd het weten van binnenuit dat hij met dit proces zal doorgaan. Een levenservaring.
En dan nog een sensatie, maar deze keer niet nog een zwaardslag afkomstig van een onbekende plek – deze keer is de bron binnen in hem. Dit keer is het vroeg in de ochtend, wanneer dit gevoel plaatsvindt en het maakt hem aanvankelijk onrustig, maar na een aantal keren groeit een innerlijk begrijpen en hij weet dat het dezelfde serene kracht is die nu van binnenuit komt. Nogmaals richt die zich op het hart, het hoofd, de lichaamsorganen.
De aanvankelijk overweldigende paniek neemt geleidelijk af en verdwijnt steeds, wanneer hij zich focust op het nieuwe innerlijke wezen. Een gevoel van een nieuw begin, een keerpunt, aarzelend, zoekend en nog niet geheel vertrouwd, maar nu is er innerlijke rust en groeit het vertrouwen dat alles goed is. Een duidelijke verbondenheid met de wereld en de mensheid, een spirituele verbondenheid. Een innerlijke kracht die aan iedereen toebehoort.