Allemaal vertrouwde handelingen, dingen die je gedurende je leven zo bent gaan doen zoals je ze doet, bewuste keuze of automatisme waar je je misschien niet eens bewust van bent. Treffend verwoord in een tekst uit de Talmoed die je vast wel eens in een vorm hebt gelezen:
Sla acht op je gedachten: ze worden woorden
Sla acht op je woorden: ze worden daden.
Sla acht op je daden: ze worden gewoonten.
Sla acht op je gewoonten: ze worden een houding.
Sla acht op je houding: het wordt je bestemming.
Maar wat zou dat? Gewoonten stellen ons in staat om terugkerende handelingen gemakkelijk uit te voeren. Zo kun je twintig kilometer in je auto hebben gereden, op de snelweg bijvoorbeeld, zonder je bewust te zijn geweest waar je reed en hoeveel auto’s je hebt ingehaald. Dit zorgt er natuurlijk voor dat je efficiënt gebruikmaakt van je aandacht, dat je prikkels niet meer bewust hoeft te verwerken en daardoor dat ene moeilijke probleem kunt overdenken. Niet zoveel mis mee dus; dit leven op de automatische piloot zorgt ervoor dat je je kunt richten op wat je écht belangrijk vindt. Maar toch, het tweede deel van het gedicht voelt minder positief. Want hier staat centraal dat mijn gewoonte mijn bestemming wordt. En wil ik dat wel?
Hoe zit het met de gewoonte om me razendsnel een oordeel te vormen van iemand die ik tegenkom, op basis van de gekste dingen? En in hoeverre is mijn gewoonte om te lachen naar een ieder die mij tegemoet loopt wel zo waarachtig? Is het niet meer een gewoonte, die, als ik een dag moe ben, ineens voelt als een houding die ik me aanmeet, als een masker? Een vriendelijk masker, maar niet mezelf, ongelofelijk vermoeiend. En wat zegt het over mijn bestemming? Wat is wáár, wat is werkelijk aan mijn gedachten, mijn gewoonten, mijn bestemming? Mij hiervan bewust worden, kan een schok betekenen. Hoe zit het met de macht der gewoonte, wát woont er allemaal in ons wezen? En hebben we daar ooit wel bewust voor gekozen?
In deze tijd is ons dagelijkse leven voor bijna iedereen flink opgeschud. Wat normaal was, werkt nu anders. Gewoonten zijn veranderd, een ander ritme, voor velen dichtbij huis. De weken lijken zich aaneen te rijgen, met nieuwe gewoonten, als een modern kloosterleven. En in dit moderne kloosterleven gun ik eigenlijk iedereen zich bewust te worden van de kracht van en macht der gewoonten.
De kracht van een goede gewoonte, zoals bewust en met aandacht in het moment zijn, en aan het eind van een dag deze nog een keer beleven, zodat je die ook echt los kunt laten.
De kracht van gewoontes waardoor je niet elk moment opnieuw een keuze hoeft te maken, niet hoeft na te denken, en je daardoor op iets anders kunt richten. Om het wezenlijke te overdenken.
De macht van gewoontes, als het geen bewuste keus (meer) betreft, terwijl het gedrag eigenlijk niet (meer) past bij de werkelijkheid waar jij naar streeft. En je weet: je daden worden je gewoonten, die worden je houding, en deze je bestemming.
En hoe prachtig is dan de oorsprong van ‘ergens acht op slaan’. Het genootschap Onze Taal beschrijft dat het woord terug te voeren is op de oermoeder van de Germaanse talen. De grondbetekenis van ‘acht’ was ‘werking van het denkvermogen’, terwijl het later de betekenissen ‘gedachte’ en ‘aandacht’ kreeg, en in positieve zin te maken heeft met oplettendheid en opmerkzaamheid.
Ik wens ons allen toe dat we deze tijd gebruiken om aandacht te hebben voor wat we denken, voor welke woorden we gebruiken, voor onze gewoonten. Dat we gewaarworden wat ons allen beweegt. Waarschijnlijk herkennen we dan in de ander, net als in onszelf, een verlangen naar een nieuwe richting, weg uit de verstikkende gewoonten, uit de tegenstellingen, terug naar waarheid, vrijheid, liefde.