Filosofie bij Rampspoed – Deel 6

Immuniteit en verbondenheid

Filosofie bij Rampspoed – Deel 6

(Terug naar deel 5)

 

Het wordt tijd dat nieuwe verwachtingen de wereld bezielen, dat er een nieuw licht doorbreekt uit nieuwe openbaringen voor een mensheid, die zolang terneergedrukt lag.

Het zijn brandend actuele zinnen van de beroemde, baanbrekende arts en filosoof Paracelsus (1493-1541). Dat de mensheid zo lang in sombere uitzichtloosheid had geleefd, was een voortvloeisel van de strakke hiërarchische, middeleeuwse kerkelijke structuren waardoor de mens innerlijk verbroken bleef van God. Maar de donkerte was ook toe te schrijven aan de grimmige pandemische ziekte, de pest, die al decennialang over heel Europa ontelbare slachtoffers maakte. Een adequaat medisch antwoord was er nog niet, totdat het radeloze stadsbestuur van het zwaar getroffen Italiaanse Ferrara die ‘alternatieve charlatan’ Paracelsus – hij had nog niets eens zijn doktersbul – vroeg om de ‘zwarte dood’ te bestrijden.  Die maakte een einde aan het gedoe met zalfjes en pleisters van de gangbare medische wetenschap en ontwikkelde uit natuurlijke middelen een receptuur die alles wat er al bestond in doeltreffendheid verre overtrof. Hij genas honderden mensen. Zij waren immuun geworden voor de tot dan toe onvermijdelijk dodelijke gevolgen van de pest.

Het is geen toeval dat juist in de tijd van Paracelsus het woord immuniteit in onze kronieken zijn intrede deed. Eerst nog in de variant emuniteit: een plaats waar je onder gezag van de geestelijkheid onschendbaar bent; die betekenis stond naast een ander nog steeds actueel begrip: ‘een plek met asielrecht’. Vervolgens ontwikkelde het woord zich tot immuniteit in de huidige gangbare betekenis: onvatbaar voor bepaalde ziektes of infecties.

Tijdens de recente virusperikelen kreeg het begrip immuniteit voor bijna ieder mens een nieuwe inhoud. Ik worstelde met het begrip immuniteit en gebruikte daarvoor niet veel meer dan plichtmatige omschrijvingen als ‘zelfvertrouwen’, ‘onaantastbaarheid’. Toen heb ik in mijn kennissenkring mijn licht eens opgestoken. Iedereen dacht er anders over. ‘Vrijheid’ hoorde ik vaak, evenals ‘vertrouwen’ of ‘verbonden zijn met eigen kracht’. ‘Immuniteit is innerlijk vertrouwen, ja weerbaarheid die de angst voor ziekte verjaagd heeft,’ schreef een vriendin mij. Dat sprak me aan. Als we immuniteit zo benaderen, dan maakt ze de weg vrij voor verbondenheid, die broodnodig is om de tweedelingen in deze wereld het hoofd te bieden. Immuniteit en verbondenheid zijn dan als het ware een Siamese tweeling. Zonder verbondenheid met elkaar en zonder het bewustzijn van richtinggevende goddelijke waarden is deze wereld als een klok zonder wijzers.

Aan dit alles moest ik denken toen ik bij het sfeerrijke Maria-Labyrint van Wernhout [1] stond, aan de Belgisch-Nederlandse grens in West-Brabant. Aan het begin daarvan ligt een welkomstegel met die prachtige Maya-begroeting: In Lak ‘ech – letterlijk: jij bent mijn andere ik. Ik besta niet zonder jou en jij niet zonder mij, lees ik erin. Jij en ik bestaan doordat we verbonden zijn, doordat we ‘ons’ kunnen zeggen. Zo’n groet loste bij mijn gang door het labyrint natuurlijk niet in een klap het doolhof aan klemmende nieuwe vragen op die deze tijd aan ons opdringt en die de mens uitdagen geleidelijk tot een hoger bewustzijnsniveau te komen.

Als de mensheid vol blijft van zichzelf en alleen maar gericht is op ogenblikkelijke behoeftebevrediging, dan komt daarvan niets terecht. Ontlediging, zelfreiniging lijken geboden. Mogelijk blijven we het meest onszelf door niet permanent op onszelf gericht te blijven. De weg naar voleinding gaat via de ander en al het bestaande. In verbondenheid!

Is dat niet ongeveer wat Paracelsus hierboven in de visionaire aanhef van vijfhonderd jaar geleden bedoelde?

 


[1] Maria Labyrint Wernhout – Mouws Boomkwekerij

Print Friendly, PDF & Email

Deel dit artikel

Artikel informatie

Datum: januari 12, 2022
Auteur: Dick van Niekerk (Netherlands)
Foto: Unsplash CC0

Featured image: