Als er één woord is dat rondzoemt onder psychologen en psychiaters die mensen bijstaan waar het niet goed mee gaat, is het zingeving. Ook bij artsen, filosofen, coaches, leraren, begeleiders van jongeren, trainers in bewustwording enzovoort, staat dit begrip centraal. En dan met name: gebrek aan zingeving. Dat is de trieste werkelijkheid die ten grondslag ligt aan vele vormen van depressie, burn-out, gevoelens van hopeloosheid die zo verlammend werken en hand over hand toenemen en met miljoenen pillen bestreden worden.
De huidige crisis in de wereld versterkt dit gebrek aan zingeving tot een punt dat men het wel onder ogen moet zien, er niet meer voor weg kan lopen. Zingeving kwam voor de crisis meestal neer op ‘waar heb ik zin in’, en daar dan achteraan gaan. Nu dat niet meer kan, moeten we een laag dieper. Wat geeft mijn leven zin als ik belemmerd word te doen waar ik zin in heb, en letterlijk bij mezelf moet blijven?
Wat is dat zelf? Je komt met deze vraag niet verder als je in de materialistische levenslaag blijft hangen. Dan zie je voor je wat de mens doet met de materie, wat er nog over is van Mosul en Aleppo, van het Amazoneregenwoud, de ijsbergen, de gletsjers enzovoort, en word daar maar eens niet depressief van. De stoffelijke werkelijkheid wordt door menselijke activiteiten zwaar beschadigd en aangetast. Zingeving is ver weg.
Kom kom, niet zo somber, overal zijn geïnspireerde wereldbewoners toch bezig geweld en vernietiging een halt toe te roepen, respectievelijk weer op te bouwen, de medemens bewust te maken en zich om hem te bekommeren. Die mensen hebben geen tijd om zich met gebrek aan zingeving bezig te houden, die géven zin aan hun leven, op het materiële vlak. Ja, zegt de nuchterling, die storten zich op het dweilen met de kraan open, en inderdaad, gedweild moet er blijven worden. De mens is voor zijn bestaan afhankelijk van de materie, van de natuur die het leven blijft geven als wij die natuur daarvoor de kans blijven geven. Zingeving genoeg. Maar toch… zie de eerste alinea van dit artikel.
De filosoof/psycholoog Lawrence Jacobs formuleert het ongeveer zo (samenvatting van YouTube-interview): sinds de oude geloofssystemen niet meer werken, is de mens continu aan het wegrennen van existentiële angst. Sinds Nietzsches ‘God is dood’ is er leegte in het individu. Naarmate mensen meer verwijderd raken van hun oude waardesysteem houden ze krampachtig vast aan een nieuw waardesysteem, een nieuw geloof om de leegte in te vullen: geld, wetenschap, de farmaceutische industrie. Werk, geld verdienen, steeds meer van zichzelf verwijderd raken totdat het overlevingsmechanisme breekt: burn-out. Maar op een diepere laag is het onderliggende bewustzijn opgebrand. Dáár moet je naar kijken, je niet blindstaren op de symptomen. Het is tijd voor een paradigma-switch: het wereldbeeld waarbij het probleem buiten ons ligt, slaat om naar het besef: we zijn één geheel. Het toelaten van de existentiële leegte geeft een trauma. Daar kun je doorheenbreken en van binnenuit naar je waarden als mens gaan zoeken. Achter de angst ligt de vrijheid! Niet langer de ene na de andere afleidingspleister plakken op de innerlijke wond, maar beseffen dat we ons in een grote transitie bevinden naar de bron van geluk, de fundamentele inspiratie in ons. Tot zover Lawrence Jacobs.
Als je googelt op zingeving, kom je onder andere bij de piramide van Maslow – als enkelvoudige piramide is dit schema goed bekend – om aan te geven in welke volgorde aan de menselijke behoeften voldaan moet worden om een volgende stap te kunnen zetten. Je ziet van beneden naar boven: lichamelijke behoeften, behoefte aan veiligheid en zekerheid, behoefte aan sociaal contact, erkenning en waardering en bovenaan: zelfrealisatie. Maar de hier afgebeelde piramide heeft iets bijzonders: er staat met de punt naar beneden nog een piramide, genaamd zingeving. De twee punten raken elkaar net niet, maar er wordt hier wel de indruk gewekt dat zingeving ‘van boven’ komt. Het lijkt of het iets is wat aan de mens kan worden geschonken van bovenaf, dus niet iets dat de mens zelf om zich heen kan gaan zoeken in de materiële wereld, zoals erkenning, waardering, sociaal contact en veiligheid. Het is, zoals in het plaatje uitgedrukt, iets wat voorbijgaat aan al die aardse behoeften; het lijkt een gave van de ziel, die met de mens verbonden kan worden die daarvoor ontvankelijk is.
Die omgekeerde piramide doet denken aan de krater uit de tekst van Hermes Trismegistus, het goddelijke mengvat [1] dat, met de krachten des geestes gevuld, omlaag gezonden wordt om de mens aan te sporen zich daarin onder te dompelen, de mens die weet tot welk doel hij geschapen is.
Weten tot welk doel je geschapen bent, dat is zingeving ervaren.
Nog even terug naar Jacobs: het toelaten van de existentiële leegte geeft een trauma. Daar kun je doorheenbreken en van binnenuit naar je waarden als mens gaan zoeken. Beseffen dat we ons in een grote transitie bevinden naar de bron van geluk, de fundamentele inspiratie in ons.
Wat is dan die innerlijke waarde als mens? Dit is de essentiële vraag; daar ligt kennelijk het begin van de grote transitie.
Zelfkennis zou al een heel stuk helpen. Wat is mijn ego, wat zijn mijn angsten, wat is mijn ziel, hoe werken mijn verlangens, wat is mijn bestaansgrond? De volgende grote hulp is inzicht in de grootsheid van de menselijke mogelijkheden. Als we een stap hoger zetten, in het gebied voorafgaand aan de vorming van de materie, gaan we begrijpen dat iedere gedachte, ieder gevoel een schepping is, die je aan de wereld toevoegt. Als je dit beeld tot je door laat dringen, kan dat een enorme eyeopener zijn, want wat is de mensheid aan het scheppen, wat is de mens tegenover je op dit moment aan het scheppen en wat zou jij willen scheppen? Wat voor wereld streef je na? Er komt een heimwee opzetten, een vage herinnering aan een leven dat veel ruimer was, dat vol ziel was, vol licht en vreugde, een oneindige harmonie. [2]
Je ziel, ja, de bezieling die je doet leven, die wil je voeden, anders blijft ze braak liggen en lijd je verder aan de leegte. Je kunt de ziel voeden met zuivere gedachten, met schoonheid, met de hemel die in je aanwezig is, met de wijsheid van alle eeuwen, maar vooral – en dat is het belangrijkste, het bevrijdende – met liefde voor de medemens. Met zelfvergeten dienen, om het op een ouderwetse manier te zeggen. Dan krijgt het ik geen kans, verlies je je ik in dienstbaar zijn aan de medemens en bouw je aan een licht- en troostplek in jezelf en daardoor in de wereld. Dat is een licht dat door de medemens gevonden kan worden.
En dat dweilen dan? Ja, dat hoort er ook bij, alleen: daar hoort ook bewustwording bij. De aarde is de oefenschool voor ons mensen, het is niet de uiteindelijke bestemming. Als dat je uitgangspunt is, dan kun je de niet-materiële hulp in de vorm van het scheppen van een lichtveld centraal stellen. Uit liefde voor de medemens – en dan ook voor íedere medemens, niet één uitgezonderd – weet je dan wat je te doen staat. Elke veroordeling kun je in gedachten onmiddellijk neutraliseren; steeds kun je het midden zoeken, de zuivere idee van waaruit het menselijk bestaan is geschapen. Dat geeft zin aan je leven, dan doortrekt de zuurdesem van de liefde je leven, dan beleef je en geef je innerlijke vreugde en vrede door, als een atmosfeer die je om je heen kunt spreiden.
Marsilio Ficino, de renaissancefilosoof, zegt in een van zijn brieven:
Wat valt er dus te doen om weer op krachten te komen en weer waakzaam te worden? We zullen ons leven onmiddellijk moeten omdraaien in tegenovergestelde richting. Wat we van het vele hebben geleerd, moeten we afleren, want door wat we geleerd hebben, hebben we ook geleerd onszelf steeds te miskennen. Wat we niet geleerd hebben, zullen we moeten leren want zolang die onwetendheid bij ons blijft, kunnen wij onszelf niet kennen. (…)
Voor zover we schoon zijn geworden, zullen we vrede hebben; voor zover we vrede hebben, zullen we stralen. En wanneer we eenmaal ontwaken uit onze dromen zullen we eindelijk weer op weg gaan, stralend in onze eigen ware schoonheid. [3]
Ziehier de grootsheid van de menselijke mogelijkheden. Die erkennen, daarnaar handelen, dat is zingeving, als een genade van boven gegeven.
Bronnen:
[1] J. van Rijckenborgh, De Egyptische Oer-Gnosis, Deel 2, Hfdst. XXI Het goddelijke mengvat, Rozekruis Pers, Haarlem 1983
[2] Peter Huijs, Volmaakt Licht, essays over de wetenschap van de ziel. De Morgenster 2006
[3] Brieven van Marsilio Ficino, Rozekruis Pers, Haarlem 1996