Welke rol speelt voor jou het weten dat je met anderen kunt uitwisselen op een spirituele weg?
Spiritueel weten, of het nu uit boeken of van mensen komt, moet je beoordelen aan de hand van dat wat je zelf van binnenuit weet – uit verbondenheid met de bron waaruit alles voortkomt. Door te overdenken krijg je nieuwe inzichten en ontwikkel je je verder. Dan ontstaat uit het weten misschien een eigen herkennen, van waaruit je kunt handelen. Dan wordt het levend.
Wat zou je moeten weten? Wat kan je überhaupt weten – wat is innerlijk weten en hoe ver reikt dat?
Ieder mens heeft een innerlijk kompas, dat hem door zijn leven kan leiden. Dat is niet het ego; juist als het ego stil wordt, kunnen wij het kompas ervaren. Het is de oerkern in de microkosmos van ieder mens; het is deel van de grote goddelijke lichtbron uit de oorsprong van het leven. In deze zielekern ligt oerwijsheid verborgen. In de kern van de microkosmos rust het ware, innerlijke weten. Als de kern aan het licht gebracht wordt, komt de herinnering aan de oorsprong vrij, en een diep verlangen doorstroomt ons: als een nieuwe kracht die ons steeds weer naar de oorsprong laat zoeken. Het innerlijke kompas wijst altijd de weg naar de oorsprong, naar het bevrijdende zieleleven.
Is het mogelijk dat niet-weten een belangrijke rol speelt?
De uitspraak
Het hoogste weten is niets te weten
is heel bekend. Ook als het verwarrend klinkt, wordt daaruit zichtbaar dat aards weten niet tot een bevrijdend leven voert. Het belangrijkste is: nooit te vergeten dat wij met de goddelijke kern verbonden zijn. Wij zijn niet alleen het ego, maar een veel groter wezen, dat met zijn bron verbonden is. Daarom staat op de eerste steen van het Noverosa-gebouw:[1]
Kind, vergeet nooit meer de roos, die in je zingt.
Deze roos, deze oorspronkelijke wijsheid, is een innerlijk weten, in een andere wereld thuis te horen. Dat is het belangrijkste weten. Als aardse mensen denken wij dat er alleen maar het stoffelijke leven is en het ego probeert alles om zich daarin zo goed mogelijk te handhaven. Maar als de roos, het kompas, de goddelijke vonk, het innerlijke weten, is ontwaakt, dan wordt het voor de aardse mens verwarrend. In het begin begrijpt hij het niet – er stromen nieuwe krachten door hem heen, maar wat moet hij daarmee beginnen? De roos zingt een lied over een ander, een bevrijd leven. Als je naar dit lied luistert, wordt het verlangen naar DE vrijheid geboren. Zo begrijpt het ego steeds beter dat het in dit leven niet het middelpunt vormt; het behoort tot het vergankelijke leven en de roos tot het eeuwige leven. Het ego moet dan ruimte maken voor het innerlijke weten, dat in het leven leidend moet worden. Dat is het moeilijkste voor het ego, dat het niet de leiding neemt, maar luistert en volgt. Het moet zich aan dit innerlijke weten overgeven. Daarmee begint een strijd in de mens.
Hoe beleef jij het transformerende aspect van de weg?
Mijn belangrijkste leid-ster is dit innerlijke kompas. Wie daarop vertrouwt en zich daardoor leiden laat, weet zich direct met een groter leven verbonden. Als een mens beslist om voor het licht te kiezen, dan moet de trage materie volgen. Je ontvangt dan hulp in alle opzichten. Je moet je leven op aarde serieus nemen en het zo goed mogelijk leven, maar je hoeft je daarover geen zorgen te maken. Het gaat om het innerlijke leven. Wie zo leeft, merkt dat hij verandert en dat het zwaartepunt van het leven verschuift. Je wordt een blij mens, die in vreugde zijn rozenpad gaat, samen met zijn vrienden.
Ide Meeter is in 1963 geboren, haar ouders zijn leerlingen van het Gouden Rozenkruis. Opgegroeid in het Rozekruisers Jeugdwerk. Docent 1984-2002 (aan de Van Rijckenborgh School in Hilversum, NL 1987-2002). Sinds 2003 directeur van het Jeugd Conferentieoord Noverosa van het Gouden Rozenkruis in Nederland.
[1] Noverosa in Doornspijk, Gelderland is een plaats waar de jeugd van het Rozenkruis bij elkaar komt in Nederland.