Crisis provoceert angst. En het is zelfs zinvol bang te zijn. Het behoort tot de reacties van ons organisme op een gevaar. Angst ontstaat “automatisch”, wordt opgeroepen door het zogenoemde limbische systeem, een diep gelegen, oude hersenstructuur, die noodzakelijk is voor onze gevoelens en driften. Zoals in het dierenrijk leidt ook bij de mensen een gevaar of tot verstarring of verlamming (de “ zich- dood-houden reflex”) of tot activering van het organisme en het daarmee activeren van de krachten om te vechten of te vluchten.
Op het eerste moment zijn we vaak verlamd, geschokt, als er een gevaar optreedt of een verschrikkelijke gebeurtenis heeft plaatsgevonden. Dan volgt de fase van activering, wanhoop, radeloosheid, angst. Soms beleven we de angst niet als zodanig, maar zetten het om in woede, onrust, depressie of in andere lichamelijk symptomen. Het (meestal onbewuste) vermijden of verdringen van de angst versterkt alles nog en leidt tot angst voor de angst.
De hele mens wordt in bezit genomen.
Zo kunnen we zeggen, dat de angst zich op verschillende niveaus uitdrukt: de lichamelijk, de gevoelsmatige en op gedachte niveau – en tenslotte in ons gedrag.
Lichamelijke symptomen kennen we als hartkloppingen, ademnood, beklemming, duizeligheid, beven, zweten, aanvallen van zwakte, misselijkheid en nog meer. In gevoelens en gedachtes toont de angst zich als kwetsbaarheid, flauwvallen, hulpeloosheid, overgeleverd zijn, wanhoop. Het heeft met benauwdheid te maken, zowel lichamelijk als ook in de ervaring en in het denken. Onze gevoelens en gedachtes kunnen hier volledig in bezit genomen worden. De gedachtes cirkelen dan rondom de catastrofe, die daadwerkelijk of verondersteld dreigt.
Een helder , structureel denken en probleem oplossend denken worden moeilijk of onmogelijk. Angst is een slechte raadgeven, zegt men terecht.
Angst waarnemen en beheersen
Het is voor het overleven belangrijk, het hoort bij ons. De manier , om met angst om te gaan, is al naar gelang aanleg, opvoeding en sociale situatie heel verschillend
En serieuze therapeut kan niet in het vooruitzicht stellen, dat de angst overwonnen wordt. Maar hij kan erbij helpen, irrationele angsten in een therapie te overwinnen. Een psychisch gezond mens leert in de loop van zijn leven zelf met angst om te gaan. Iedereen overwint het op zijn eigen manier.
Het nieuwe en het vreemde
Angst veroorzaakt situaties die onbekend en nieuw voor ons zijn en waarmee we nog niet hebben leren omgaan. Het nieuwe en vreemde ervaren we als bedreigend, vooral dan, als het ons onvoorbereid treft. Het kan echter ook nieuwsgierigheid en interesse bij ons oproepen. En als het een noodsituatie is, kan angst ons klaar wakker maken. Moed en de wil om te overleven kunnen opvlammen en een creatieve potentie kan tevoorschijn komen, die we tot nu toe helemaal niet kenden.
Ook met de ontwikkelingsstappen in ons eigen leven zijn angsten verbonden. Ingrijpende veranderingen in onze levensgeschiedenis kunnen ons in een crisis storten: bijvoorbeeld het naar een kleuterschool gaan of de basisschool, de pubertijd, het begin van de studie of het beginnen met een beroep, het aangaan van een partnerschap, de geboorte van een kind, werkeloosheid, de confrontatie met de eindigheid van het leven, met ziekte, sterven en dood.
De blik op ons zelf
Angst confronteert ons met kwetsbaarheid, ons fundamentele gevoel van bedreiging op deze wereld. Ze confronteert ons tenslotte met ons zelf. Daarbij gaat het niet alleen om het psychische leven, maar ook om de sympathie, erkenning, om de bedreiging van het eigen zelfbeeld of de positie in de maatschappij.
Denkpatronen spelen daarbij steeds een wezenlijke rol. Ze verlopen automatisch (onbewust), ze beperken ons en leggen ons vast. We zijn er aan overgeleverd, als het ons niet lukt, ze naar de achtergrond te duwen en ze te veranderen.
In het psychologisch onderzoek is een aspect heel belangrijk gebleken, als het er om gaat, angsten te verminderen: het gevoel controle over de situatie te krijgen. Als we weten, wat we kunnen doen, om het probleem het hoofd te kunnen bieden, wordt de angst minder. Het kan een passende oplossing zijn, maar vaak is het ook een strategie tot vermijding.
Willen we angst vermijden, dan vermeerdert hij zich. Dat, waar we voor weglopen, komt dichterbij. Er ontstaat angst voor de angst. Het is van belang hier een blik in het innerlijk te werpen, op dat, wat daar plaatsvindt.
Examenvrees
Iedereen heeft waarschijnlijk ooit wel eens in zijn leven examenvrees gehad. Dat is zinvol, want in volkomen ontspannen toestand leveren we geen optimale prestaties. We hebben een zekere hoeveelheid lichamelijke opwinding, emotie of angst nodig. Als het echter de overhand krijgt, blokkeert het denken en de herinnering.
Er ontstaat een vicieuze cirkel als je probeert de angst te vermijden, door zich eerst helemaal niet met de leerstof bezig te houden, dus het leren en het examen steeds verder weg te schuiven. Het helpt de aandacht te richten op de angst, ze als het ware “bij de hand” te nemen en er bewust mee te leven. Dat vermindert de angst. De meeste mensen proberen, zich zelf situaties in het leven te verschaffen, die zekerheid geven en waarin de dingen ver vooruit te voorzien zijn. Hoe sterker zo’n tendens is, hoe groter echter de onzekerheid wordt bij plotselinge crisis, zoals de Corona-pandemie. De angsten wisselen dan tussen angst voor ziekte, angst voor het voortbestaan van het beroep, angst voor vereenzaming.
Spirituele mogelijkheden
Zelfkennis is het begin van wijsheid, die het einde van de angst betekent
(Krishnamurti)
Denken we bijvoorbeeld, dat een spiritueel mens geen angst mag kennen? Dan maken we een grote vergissing en miskennen we onze existentiële en organische gebondenheid.
Maar hoe gaan we, als spiritueel strevend mens, om met onze angsten?
Zichzelf innerlijk doorleven – met alle angsten.
Allereerst beleven we, als we in contemplatie of meditatie innerlijk en uiterlijk tot rust willen komen, onze innerlijke ontroeringen, dus ook onze angsten,die zich pas echt opdringen. En dat is goed, hierdoor zijn we in de situatie zowel onze hoogst persoonlijke en ook algemeen menselijke eigenschappen te herkennen; we leren waar te nemen, hoe we ons met ons bewustzijn in deze wereld bewegen en ons staande weten te houden, welke middelen we gebruiken, om onze levensweg gestalte te geven. Hoe serieuzer ons spirituele streven is, des te dieper worden de inzichten in ons eigen wezen en ook in onze angsten.
Hoe moeten we nu omgaan met dit sterke, onaangename gevoel, dat we het liefst heel snel zouden willen laten verdwijnen? Hier blijkt dat een spirituele ontwikkeling ons niet leidt naar een plaats waar we ontzien worden. Een zekere mate aan psychische gezondheid en stabiliteit is belangrijk, om het proces te kunnen doorleven, waardoor de angsten zich tenslotte terugtrekken: We wenden ons tot die angsten en beleven ze steeds helderder en bewuster: daar is de angst te kort te schieten, de angst voor afwijzing, de angst voor ons eigen materieële en gezonde welzijn, voor mensen uit ons gezin… Al onze angsten zijn verbonden met specifieke realistische of onrealistische gedachtes, voorstellingen en fantasieën. We beleven ze en zien hoe deze gevoelens en gedachtes opstijgen, we laten ze toe en richten ons tegelijkertijd verder op de spirituele weg – de spirituele “zon”, de geest. We kunnen deze fase van de weg het “endura” [1] noemen.
De overgave aan het geestelijke
Want endura betekent “verdragen”. Kunnen we de opkomende angsten en de daarmee verbonden lichamelijk en de daarbij komende verschijnselen in ons denken doorstaan, dan zullen we ze doorzien, en daarmee onze verbondenheid eraan. Het gaat er nu om er niet op te reageren, het Niet-doen in praktijk te brengen en tegelijkertijd met diep verlangen de spirituele kracht toe te vertrouwen aan het geestelijke veld en zich daaraan over te geven. De kracht daarvoor ontvangen we uit dit veld. Houden we deze toewijding en overgave aan de geestelijke kracht vol, dat tevens de liefde is, dan gebeurt er een wonder: de angsten lossen op. We hebben ze tot aan hun wortel herkent en toegelaten. Ons bewustzijn beleeft hierin de werkzaamheid van de krachten van deze wereld en kan het werk van de spirituele kracht onderscheiden.
Hoe een zaadje zich opricht
Het ervaart, hoe in het hart van het zaad een goddelijke openbaring zich opricht, een existentie, die vrij is van dood en leed en daarmee ook vrij is van angst. Ons persoonlijk bestaan lijkt op een stuk aarde, waar het zaad ingeplant is. Er om heen zit een schil, zodat we er niets van weten. Die lost op door verlangen “naar het andere”. Dan groeit de mogelijkheid van een nieuw leven – in de kracht die van dit zaad uitgaat.
Ook de angsten die met de spirituele weg zelf verbonden zijn, lossen op. Ook hier kan ons inzicht van belang zijn, kunnen we onaangenaamheden en ongemakken vrezen. Angst kan op de weg ontstaan, als we spiritueel “vooruit” willen komen, als we twijfelen aan onze ernst of twijfelen aan de gemeenschap, waarbij we ons hebben aangesloten.
Dit alles verdwijnt als ons bewustzijn – op grond van zijn standvastigheid – tenslotte de heroprichting uit de diepte van het hart ervaart. Tot in de organische structuren van de hersenen ontwikkelt zich dan een grotere samenhang, waarin het grote levensplan, het plan Gods met deze wereld en mensheid verwikkeld zijn. We ervaren ons zelf daarin als “opgetild”, als ernaar terugkerend.
De schrijver Aldous Huxley zei:
Als de geest volledig in iets opgaat, zal het een deel van zijn angst verliezen. Alleen, als hij in de liefde en het inzicht van de goddelijke oorsprong opgaat, zal hij alle angst verliezen.
[1] ‘Endura’ is een begrip afkomstig van het spirituele pad van de Katharen in de Middeleeuwen