Wijsheid is een Levensboom …
Spreuken van Salomon 3:18
De boom en de mens zijn als broeders. Zoals hij rechtop staat tussen hemel en aarde is de boom een spiegel van de mens, een spiegel van de mens die wij kunnen worden.
Wij kunnen waarnemen hoe de bomen zich als ‘broeders en zusters’ tot ons verhouden.
Als wij ons verdiepen in het wezen van bomen, kunnen we signaturen ontdekken en wijsheden ontvangen over de levenswetten en over de dynamiek van bewustwording tussen hemel en aarde.
Rechtop tussen hemel en aarde
Het rechtop staan, het opgerichte bewegen was een enorme stap in de evolutie. Van miljoenen soorten zijn alleen de mens en zijn onmiddellijke voorlopers erin geslaagd zich rechtop voort te bewegen. Als baby moeten we deze stap in onze ontwikkeling nog een keer overdoen, beginnen we als viervoeter en leren dan geleidelijk rechtop te gaan staan. In het plantenrijk staan alleen de bomen (en hun onmiddellijke voorlopers de grassoorten en aren) zo verticaal als de mensen, zij reiken in hun verschijning omhoog uit de plantenvegetatie.
De boom is de mens onder de planten,
zo verwoordde het eens de klankenonderzoeker en musicus Joachim-Ernst Berendt. [1]
Tussen hemel en aarde strekt zich een weg uit, een ‘straat’. Een energiestroom vloeit opwaarts en neerwaarts. De boomwortels voeren voedsel en kracht op hun reis naar boven, de bladeren nemen met het bladgroen kooldioxide en zonne-energie op uit de lucht, verwerken dat tot water en suiker (glucose) en sturen een taai vloeibaar druivensuikersap naar de wortels beneden. Opwaarts stroomt dan weer de zuurstof die door de bladeren wordt afgegeven. [2]
Ook in de mens bestaat een energetische ‘straat’, links en rechts van de ruggengraat. Hij omvat twee zenuwstrengen die een scheppend-openbarende en zich steeds vernieuwende energiestroom verbijzonderen en rondom ons een hoog vibrerend energie- en bewustzijnsveld. [3]
Yggdrasil – de boom van de werelden
In de Germaanse mythologie is er sprake van Yggdrasil, de es van de werelden. De boom van de werelden staat in het midden van de wereld en maakt als wereld-as de verbinding tussen de drie niveaus van hemel, middenwereld en onderwereld. Ook door ons als mensen loopt zo een wereld-as. Wij zijn het verbindingsstuk tussen hemel en aarde. Geestelijk gezien worden wij doorstroomd door een zich voortdurend vernieuwende energiestroom tussen de polen aardelogos (de goddelijke kern van de aarde) en zonnelogos.
Yggdrasil, de es van de werelden, is een beeld voor de totale schepping. Hij is ook een metafoor voor het leven zelf: voor het vergaan en het ontstaan en het zich voortdurend vernieuwen. De dieren bij de boom drinken van zijn levenskracht, de drie nornen (schikgodinnen) besprenkelen hen met het heilig water van de oerbron en schenken hun steeds weer nieuwe kracht. Yggdrasil is altijd groen, omdat zijn leven zich steeds op geheimzinnige wijze opnieuw tot aanzijn brengt. Op deze manier wordt de es van de werelden een symbool voor onsterfelijkheid. Voor ons mensen is hij een spiegel. Wij worden uitgenodigd een transformatieproces door te maken en zo een ‘kosmische mens’ te worden die een bewustzijn ontwikkelt dat verder reikt dan het tijdruimtelijke. De mythe van Yggdrasil geeft ons aanwijzingen op welke manier dit kan gebeuren:
Odin hangt zich op aan deze boom van de werelden; gedurende in totaal negen dagen en nachten maakt hij zichzelf en zijn speer met koorden vast aan de boom en geeft zich zo aan hem gevangen. Odin maakt zichzelf tot offer en dat doet hij omdat hij vermoedt dat hij op deze manier het geheime weten van de wereld-es ontvangen zal, dat in zijn wortels verborgen ligt.
Voor Odin is de wereld-es een offerboom en tegelijk een boom-van-kennis. Negen dagen en nachten lang hangt hij zonder eten of drinken met het hoofd naar beneden aan de offerboom en verwondt zich met zijn eigen speer. Na deze tijd valt hij tussen de wortels van de boom. Daar wordt hem de geheime wijsheid geschonken. In de Germaanse mythologie is negen een betekenisvol cijfer. Het staat voor de negen niveaus van zijn, de negen dimensies van bewustzijn.
Wat is de betekenis van de wortels? In de Yggdrasil-mythe wonen aan de voet van de boom de drie schikvrouwen Urd (het lot), Verdandi (het wordende) en Skuld (dat wat zijn moet). Deze drievuldigheid van het vrouwelijke houdt het geheim van het leven voor zich en geeft het enkel door aan wie zich door een volledig zelfoffer bewijst als geschikt en volhardend.
Wat betekent deze oude Germaanse boommythe voor ons leven?
Kwetsuur en bewustzijn
Iedere boom heeft een kwetsbare plek. Het is tegenwoordig bekend dat de stromende, watervoerende laag niet beschadigd mag worden, anders sterft de boom. Zijn energiestroom zou onderbroken worden. Op een vergelijkbare manier is het voor ons mensen van essentieel belang de innerlijke energiestroom voortdurend gaande te houden en hem van beschadigingen, blokkeringen, overtuigingen te bevrijden.
Vraag jezelf telkens als het slecht met je gaat eerlijk af of je niet verleid wordt buitenom, bovenover of vlak ernaast voorbij te sluipen in plaats van te gronde te gaan. Iedere lafheid die dat doet, straft ons, doordat het leven dag aan dag ondraaglijker en zwaarder wordt. Te gronde gaan betekent echter niet: vernietigd worden, verbreken, ondergaan, maar wel onderduiken. Je zou in het leven tot op de bodem moeten gaan en dan ontdekken hoe het leven plots zo eenvoudig is. [4]
Op wonderlijke wijze toont de boom ons de spanningsboog tussen ademen in het licht en geaard zijn. Zijn voornaamste voeding komt van boven, uit het licht. Zonlicht wordt omgezet en tot diep in de aarde geleid. Ook wij mensen staan zo in een voortdurende wisseling tussen geestelijk ademen in het licht, het licht ervaren en het afdalen in de diepte van het onderbewustzijn (van het wortelstelsel).
Deze polen hebben iets gemeenschappelijks: noch boven, noch beneden kunnen wij doordringen met onze wil en daar ingrijpen.
Negen dagen en nachten hangt Odin met het hoofd naar beneden aan de offerboom.
In het onderbewustzijn bevinden zich de kwetsuren, dieper nog daaronder de oerwonde.
Het licht wordt ons ‘daarboven’ als een geschenk aangereikt. Wij kunnen ons daarvoor enkel openstellen. Elke inspanning, elke doelgerichte handeling zou deze lichtstroom verstoren. Op eenzelfde manier gaat het er ook aan toe bij de andere pool. Uit het onderbewustzijn stijgen beelden, oude wonden en kwetsuren op. Hier is de totale voorraad opgeslagen van bewustzijnslagen uit eerdere incarnaties, alle oude kwetsuren, van de oerwonde tot de concreet ervaren individuele wonden en littekenweefsel. Deze korsten en wonden willen opgelost, verlost, waargenomen (!) worden.
Maar dat kan niet door de wil gedreven strategisch gebeuren. Zouden wij een ‘plan’ willen bedenken voor het oplossen van deze kwetsuren – waaronder de collectieve en individuele oerwonde – dan zouden wij reddeloos verloren zijn. Wij zouden volledig overspoeld worden door een meervoudige pijn die wij niet zouden verdragen, niet verwerken kunnen.
Daarvoor is het nodig dat wij in een stervensproces – zoals Odin – het zelf, onze eigenwilligheid, offeren. Bloed en water moeten uit de oerwonde vloeien als teken van onze innerlijke reiniging.
Bronnen:
[1] Berendt, Joachim-Ernst, Es gibt keinen Weg, Nur Gehen [Er is geen weg, slechts gaan], Frankfurt/M. 1999
[2] Kiedrowski, Rainer, Bäume dieser Welt [Bomen van deze wereld], Augsburg 2000
[3] Rijckenborgh, J. van, De komende nieuwe mens, Rozekruis Pers, Haarlem 1999
[4] Engelhardt, Wilhelm, (leraar en cantor, 1857-1935), Aphorismensammlung, https://www.aphorismen.de