Alpha en Omega

Mijn buurman gelooft niet in een leven na de dood – maar hij koestert een actieve verering voor zijn favoriete heilige. En in een krant stond te lezen: ‘Ik geloof niet in een god - maar wel in een zekere samenhang der dingen.’

Alpha en Omega

Wij leven duidelijk in een mengvorm van twee levenssferen, twee werelden die letterlijk ‘hemelsbreed’ van elkaar verschillen – en toch elkaar steeds weer kruisen. De neerslag van dat tweeluik in de samenleving heeft onmiskenbaar iets te maken met de zogenaamd heilige schriften, voornamelijk, althans voor het Westen: de Bijbel. Niet zo direct het boek zelf – de meesten hebben het nooit van dichtbij gezien – maar niettemin zijn taal, onderwijs, cultuur, literatuur, kunst, zowat alle lagen van het dagelijks leven doorspekt van bijbelse invloeden en uitdrukkingen, tot zelfs quizopgaven in de media toe. Ook de meeste officiële feestdagen vinden daar hun oorsprong, hoewel door steeds voortschrijdende secularisering zin en betekenis van die hoogdagen deels naar de achtergrond is verschoven. De dagen zijn er nog, maar voor velen betekenen Pasen en Pinksteren niet veel méér dan een verlengd weekend en Hemelvaart verwijst eerder naar vakantieoorden dan naar hemelse bestemmingen. Anderzijds blijft het kerstgebeuren merkwaardig overeind; rijkelijk versneden met culinaire elementen, dat wel, maar toch nog gedragen door een aanzienlijke groep waarin iets verhevener aspecten hun plaats hebben behouden. Literatuur, toneel, film, schilderkunst en niet het minst muziek houden traditie, cultuur en devotie in stand, metaforen hebben daarin een eigen plaats verworven.

De mens is een sentimentele realist; het hoofd wil het hart op de juiste plaats, het hart wil het zegel van de rede: feiten, bewijzen, historische omkadering. Op het eerste gezicht niet teveel gevraagd, maar daar nijpt nu net het schoentje: de bijbeltekst biedt geen van alle: zijn alfabet bestaat alleen uit de alfa en de omega.

Wellicht kan dat in een mentaal vermogen wel een verre klank of een beeld oproepen – maar geen woorden om dat gewaar-zijn met beitel of pen te vertolken.

Nu kunnen wij met een abstractie meer of minder best wel overweg, maar uiteindelijk willen wij toch iets in onze handen, iets tastbaars; beitel en steen, pen en papier. Maar zo eenvoudig ligt het niet. Schrijvers trachten gebeurtenissen en ideeën te verwoorden en vertalers zetten die dan om in andere talen en vormen. Met telkens weer een grijze zone van opvattingen en interpretaties, al dan niet persoonlijk of dogmatisch getint. En als we de welige literatuur daarover mogen geloven is daar wel een en ander op aan te merken. Het gaat hier niet over een of ander keukenrecept maar over denkpatronen en tendensen die de richting van culturen en beschavingen bepalen. Want het ‘Woord’ is vlees geworden. En zoals alles wat zich in de stofwereld aandient prompt zijn tegendeel krijgt aangemeten, blijft ook dit unieke moment daar niet van gespaard; het was zelfs al aangekondigd als ‘een teken van tegenspraak’. Het Woord, verneveld in een veelheid van woorden, stuk voor stuk voorwerp van betwisting. Met de Bijbel in de hand kan je zowat alles bewijzen of weerleggen, alles afkeuren of rechtvaardigen. Een heilsgeschenk, omgesmeed tot een wapen.

Maar het Woord is méér dan een combinatie van tekens die een begrip of klank moeten uitdrukken. Dit zijn slechts de dragers, de kanalen voor de heilsgedachte die het universum vervult en eeuwig in mensenharten sluimert, en wacht op een gemoed dat woord en wederwoord kan klaren tot uiteindelijk alleen nog de Alfa-Omega overblijft; de Blijde Mare die zich niet voltrekt in een ooit of ergens, maar hier en nu – in u en mij. Bedekte verwijzingen naar innerlijke processen, zoals die in sprookjes en geschriften van alle tijden te vinden zijn. Bijvoorbeeld de Bhagavad Gita waarin de held zich op het slagveld tegenover zijn eigen vrienden en verwanten ziet geplaatst en dan nog door Krishna (het Gemoed) wordt aangespoord om de strijd aan te gaan. Ogenschijnlijk absurde, irreële toestanden die niettemin iets in ons kunnen wekken, openbaren. Rede en vormen voorbij, niet simpelweg te vatten in formules als ‘hart en hoofd’. Ieder aspect van dat complexe wezen ‘mens’ is bij het proces betrokken; in iedere kamer van het huis dat ‘ik’ heet kunnen wij de Onnoembare ontmoeten.

Dit is de ware Bijbel, het levensboek dat steeds weer nieuwe bladzijden schrijft en herschrijft. Waarin ieder woord het Ene Woord omvat, los van vorm en teken; op steen en papier waar nodig, in licht en kracht onaantastbaar verankerd in de atmosfeer als een eeuwig inspirerende Aanwezigheid. Mogelijk als een vaag relict ergens op een vergeten plaatsje in ons huis; misschien als de ‘Parel van grote waarde’ in ons hart.

 

Print Friendly, PDF & Email

Deel dit artikel

Artikel informatie

Datum: februari 3, 2019
Auteur: Emiel Vanhuyse (Belgium)
Foto: Ruth Alice Kosnick

Featured image: