Over sterven aan de rand van de tijd – Deel 2

In ons wezen zelf zijn er krachten die stervensprocessen aansturen, en ons daarin binnenvoeren en ons daarbij begeleiden. Twee planeten staan voor processen van dood en verandering: Saturnus en Pluto.

Over sterven aan de rand van de tijd – Deel 2

(Terug naar deel 1)

 

Saturnus and Pluto

Krishnamurti zegt:

Om uit te vinden wat er gebeurt als we sterven, moet je sterven.

Hoe is dat mogelijk? De mens wil toch léven, al onze zintuigen zijn toch gericht op het leven? Welnu, in ons wezen zelf zijn er krachten die – of we willen of niet – stervensprocessen aansturen, en ons daarin binnenvoeren en ons daarbij begeleiden.

De horoscoop van een mens laat deze krachten zien. Hij beschrijft in symbolische taal zowel de persoonlijkheidsstructuur die de mens in zijn leven ter beschikking staat, als de opgaven waar hij voor gesteld wordt. En in deze symbolische afbeelding van de levensweg zijn er twee planeten die staan voor stervens- en wordingsprocessen: Saturnus en Pluto.

Allereerst Saturnus: hij is de hoeder van de drempel, Magere Hein, de oogster van de dood. Hij houdt de zandloper van onze levensduur in zijn hand. Hem komen we tegen als we – aan de rand van de tijd – de fysieke dood sterven. Maar ook tijdens het leven is hij een strenge heer en een groot leermeester. Hij confronteert ons met de resultaten van ons handelen, eist van ons om structuren te onderzoeken, en de moed om oude en beperkende structuren los te laten. Zij sterven en met hen ook een deel van ons, een oude vorm van ons zelf. Deze poorten van Saturnus gaan we door zolang we leven en elke keer hebben we de ervaring dat het leven daarna verder gaat.

Pluto is van een andere aard: hij is – net als Saturnus – een heer des doods, maar zijn kwaliteit is wezenlijk anders. Hij is als een aardbeving, is aanstichter van een transformatie die de mens op zijn grondvesten doet schudden. In tegenstelling tot Saturnus, die over een langere periode heen de beslissing aan ons overlaat of we loslaten wat onze groei belemmert, of we bereid zijn te sterven, is er bij Pluto niet langer de mogelijkheid van een keuze. Als Pluto op het toneel verschijnt, dan kunnen wij niets tegenover zijn kracht. Pluto transformeert uit de diepte en eist onze overgave, een onvoorwaardelijk ‘ja’ tegen de schokken en transformaties waar hij ons wezen aan onderwerpt. Zijn we daartoe bereid, dan kunnen we in de loop van het proces herkennen waar dat alles voor dient. En we begrijpen het nieuwe dat uit ons wezen tevoorschijn komt, het nieuwe, waarvan we eerst geen vermoeden hadden dat dat kon bestaan.

Zo zijn beide, Saturnus en Pluto, verloskundigen bij de processen van ‘het dagelijks sterven’, zoals de apostel Paulus het uitdrukt. De lessen van Saturnus leren ons bewust alles los te laten – dus te sterven ten opzichte van alles wat we op onze weg als hinderlijk ervaren. De lessen van Pluto leren we als we ‘ja’ zeggen en vertrouwen hebben in een stervensproces, een proces van transformatie, waarvan we niet weten waar het ons heen leidt. Mevlana Jelalu’ddin Rumi denkt over het sterven:

Ik kwam al stervend los van het mineralenrijk en werd tot plant, En van het plantenrijk maakte ik mij los en nam een dierlijke gedaante aan. Ik stierf af van het dierenrijk en werd een mens. Dus waarom het verdwijnen van de vorm door de dood te vrezen? De volgende keer zal ik sterven en vleugels en veren voortbrengen als engelen en daarna nog hoger opstijgen als engel . Wat onvoorstelbaar is, dat zal ik zijn.

 

Stervensprocessen gedurende het leven

De voorstelling is wijd verbreid dat we gedurende een bepaalde tijd leven en daarna treedt de dood in. Maar goed beschouwd zijn we nauwelijks geboren – en we beginnen al te sterven! Op het lichamelijke vlak, in onze cellen, treden voortdurend stervens- en vernieuwingsprocessen op.

Bij de meeste mensen komen daar in de loop van hun leven nog psychische factoren bij: talrijke teleurstellingen, verliezen en beschadigingen nestelen zich diep in onze psyche, zorgen ervoor dat we innerlijk hard en onbuigzaam worden, zodat we herhaaldelijk veranderingen die aan de orde zijn en belangrijke, ja heilzame transformatieprocessen afwijzen.

Bijkomstigheden en obsessies, het vastklampen aan materiële dingen, aan intermenselijke verhoudingen, aan gewoonten en patronen, laten velen al lang voor hun fysieke dood innerlijk verstarren, wegkwijnen – sterven op zielsniveau. Therapeuten die werken met zwaar getraumatiseerde mensen verklaren dat deze niet meer aan het leven kunnen deelnemen, dat ze zich innerlijk dood voelen.

Maar ook anderen, die minder hard getroffen zijn door het noodlot, verliezen in de loop der jaren de innerlijke dynamiek, de levensmoed, de drang naar verandering en vernieuwing. Misschien geloven we zelfs ons op die manier te beschermen tegen dood en vergankelijkheid – onze vergankelijkheid. Omgekeerd, als we ons openstellen voor het gegeven van onze sterfelijkheid en ons kunnen inleven in de genade van onze stervensprocessen, ervaren we de ongelooflijk transformerende kracht ervan. We betreden nieuwe ruimten. Worden nieuw geboren.

Zo begrijp ik de woorden van Krishnamurti:

De dood betekent vrijheid van dat wat we kennen – en pas dan leef je.

Paulus zegt:

Ik sterf dagelijks.

Het onbekende komt naar ons toe als we het in ons leven uitnodigen. Dan wordt het water des levens over ons uitgegoten, dat ons reinigt, heelt, en van de grond af verandert.

 

(Wordt vervolgd in deel 3)

 

Print Friendly, PDF & Email

Deel dit artikel

Artikel informatie

Datum: april 25, 2021
Auteur: Isabel Lehnen und Peri Schmelzer (Germany)
Foto: danny04135 auf Pixabay CCO

Featured image: