Fractals zijn op zichzelf gelijkende patronen, die zich herhalen in een bijna onuitputtelijke vormgevingsdynamiek. We vinden dit fundamentele ordeningsprincipe niet alleen op het fysieke vlak, maar ook in onze ziel en spirituele natuur.
Fractale geometrie van het leven
Wiskunde is de taal waarmee God het universum heeft beschreven.
Galileo Galilei
Fractals zijn op zichzelf gelijkende patronen die zich herhalen in een bijna onuitputtelijke vormgevingsdynamiek, zowel in de ruimte als in de chronologie van de tijd. Het zijn deze patronen, waarvan we ons niet bewust zijn, die het script van ons leven schrijven. Fractale geometrie is de manier waarop structuur in de ruimte gebracht wordt en op analoge wijze, in gebeurtenissen in de tijd. Het is een principe dat al bestond vóór de schepping, en inherent is aan de natuur.
Fractale patronen zijn het instrument waarmee de evolutie haar oneindige diversiteit, haar magische schoonheid voortbrengt. Het maakt gebruik van het eenvoudige principe van herhaling dat voortdurend wordt herschreven, en middels deze steeds kleiner wordende manifestaties ontstaan grote kunstwerken in de natuur. Door middel van het principe van op zichzelf gelijkende, zich herhalende vormopenbaringen wordt de complexiteit van het leven voor ons ontsluierd.
Laten we eens kijken naar de wonderen van een boom: elke tak, iedere vertakking is het resultaat van een op zichzelf gelijkende herhaling van de blauwdruk van de reusachtige boom, in een gereduceerde vorm.
Zo geeft de natuur vorm aan haar bergen, meanderende rivieren, kronkelende kustlijnen, wolkenbeelden, en zo is ook onze lichamelijkheid ontstaan.
Denk maar aan de vertakkingen van de vaten in ons weefsel, de vorming van onze longblaasjes, de plooien van ons darmslijmvlies en onze celstructuur: hier herhalen patronen zich tot in de kleinste ruimtes.
Het is de hoge intelligentie van de evolutionaire dynamiek, die op deze manier de grootst mogelijke uitwisselingsoppervlakken in de matrix van het leven creëert, zonder de dimensie te verlaten waarin deze voortdurende ontwikkelingsprocessen telkens opnieuw vorm krijgen. Dit betekent dat er effectieve duplicatie plaatsvindt zonder ruimte te verspillen.
Fractals geven op deze wijze vorm aan ruimtes, de dimensies van het zijn. Het is een wonderlijke strategie van de natuurorde om oppervlakten zodanig in te richten dat de uitwisseling met de omgeving optimaal kan plaatsvinden. We vinden dit fundamentele ordeningsprincipe niet alleen op het fysieke vlak, maar ook in onze ziel en spirituele natuur. Het universele leven manifesteert zich in ieder mens. Het grote herhaalt zich in het kleine, het kleine toont zich een evenbeeld van het grote. Kortom, we leven in een holografisch universum.
Benoit Mandelbrot, die de fractals ontdekte en een naam gaf, erkende dat complex leven en het daaraan gerelateerde netwerk zich niet lineair ontwikkelen, dat wil zeggen niet in duidelijke, voorspelbare lijnen. Hij drukt dit treffend uit in zijn uitspraak: ‘Het oog is geëxcommuniceerd uit de natuurwetenschap, want wat we dagelijks zien, komt daarin niet voor.’ Lineariteit bestaat alleen in de door de mens gemaakte ‘machinale wereld’.
We ervaren echter de complexe realiteit van het leven in ons levensverhaal, waarin we veel breuken en onvolkomenheden tegenkomen en bepaalde levenspatronen zich met sprongen in de tijd op een vergelijkbare manier herhalen. We hebben individuele levensprogramma’s, waarin zich fractale overeenkomstige gebeurtenissen voordoen, die vaak generaties lang doorgegeven worden.
Waarom blijft iemand kleine ongelukjes krijgen tijdens het sporten, net als zijn vader, en gaat een ander door het leven zonder blessures, ondanks een gebrek aan opmerkzaamheid? Waarom vindt de ene persoon geluk in zijn partnerrelatie en beleeft de ander, ondanks het wisselen van partners, steeds weer hetzelfde conflictpotentieel? En waarom wordt een suïcidale neiging vaak drie generaties lang doorgegeven?
Als we achter de persoonlijke biografieën die het leven voor ons geschreven heeft, de weefpatronen, de ontwerpprincipes herkennen die ten grondslag liggen aan alle levende wezens in de tijdruimte, dan betekent dit tevens dat we er zeker van kunnen zijn dat we met alles in ons universum verbonden zijn.
Naar het oerbeginsel, voorbij ruimte en tijd, zijn we allemaal uit ‘één Woord’, een identieke scheppingsimpuls, voortgekomen. Door de wereld, waarin alle potentiële mogelijkheden met behulp van fractale geometrie vorm krijgen – zelfgelijkend, maar niet gelijkvormig – ervaren we in eindeloze herhalingen de gevarieerde belichamingen van deze scheppende kracht. Er gaat een verleidelijke fascinatie van uit, maar juist dit houdt ons gevangen in de dimensies waarin we ons momenteel bevinden.
Als we erin slagen om alle fractale patronen te doorzien waarmee het leven ons verleidt tot schijnbaar steeds nieuwe ervaringen en vreugden, dan krijgen we een diep inzicht in het weven van de krachten van de natuur en beginnen we onszelf te herkennen als een wezen dat het puur natuurlijke overstijgt. We vermoeden onze opdracht als mens in de wereld en voor de wereld. We doorzien het spel van verleidingen, dat ons laat geloven dat nieuwe ervaringen werkelijk iets fundamenteel nieuws brengen en begrijpen de eindeloze herhaling van de vergelijking die het leven beschrijft. Uiteindelijk zien we de werkelijkheid helder voor ons, wat ons doet beseffen dat het aannemen van andere levenspatronen op hetzelfde niveau (principe van translatie) nooit kan leiden tot de transformatie waartoe we geroepen zijn.
Om de dimensionale beperkingen te overwinnen, is een fundamentele sprong in bewustzijn nodig. Daarom is het nuttig om te weten dat diepgewortelde conflictpatronen in de verschillende levensfasen altijd op zoek zijn naar nieuwe updates en vormgeven aan de noodzakelijke omstandigheden in fractale voorwaarden op verschillende niveaus, naar de ziel of het lichaam.
Als de bereidheid om tot bewustzijn te komen aarzelend is, dan probeert het levensprincipe door middel van druk een faseovergang mogelijk te maken, die verhoogde eisen noodzakelijk maakt, waardoor nieuwe kwaliteiten worden ontwikkeld. Deze zinvolle hulp wordt ons deels gegeven ten gevolge van de frustrerende ervaring van de eindeloze herhalingen, zonder de kans op een echte oplossing van het conflict.
De hedendaagse kwantumfilosofie geeft ons de zekerheid dat conflicten nooit kunnen worden opgelost op het bewustzijnsniveau waarop ze ontstaan. Er moet een transformatie van het bewustzijn en een daaruit voortvloeiende nieuwe levenshouding verworven worden.
Onze huidige leef- en wereldsituatie is werkelijk deprimerend en juist daarom des te meer een hulp bij het ontwikkelen van een waarachtige opgang, een ontvouwen van nog onbenut potentieel. Alleen op deze manier kan een hoger octaaf van bewustzijn in ons ontwaken. Het is de evolutionaire sprong in het transpersoonlijke, integrale veld van bewustzijn die in ons tijdperk moet plaatsvinden, waardoor het spel van de eindeloze kringloop der vermaling tot een einde komt.
De in onze wereld werkzaam zijnde niveaus van geometrie zijn in hun dimensionaliteit beperkt en deterministisch. De meetkunde van Euclides, een leerling van Plato, blijft tweedimensionaal. Beschouwingen en berekeningen hebben betrekking op lijnen en vlakken. De ‘heilige geometrie’ openbaart zich driedimensionaal en beschrijft de symbolische betekenis van de patronen, bijvoorbeeld van de platonische lichamen die we fragmentarisch tegenkomen, vooral in de minerale wereld.
Fractale geometrie is dus de creatieve architect van onze bezielde natuur, die ook zijn equivalent heeft in de vierde dimensie, de tijd, waarin we ook patronen beleven die zich op een zichzelf gelijkende manier herhalen.
Om in Plato’s zuivere ideeënwereld op te stijgen, naar de perfectie van de oorspronkelijke afdruk van alle geometrische vormen, moet de horizontale translationele beweging echter worden getransformeerd in een verticale beweging, een opening naar transcendentie.
We dienen de zekerheid van alle dimensionaal beperkte niveaus van geometrie, die ook ons leven vormgeven, te overwinnen, om op te gaan in de vrijheid en oneindigheid van een alomtegenwoordig en eeuwig wezen, het uiteindelijke doel van ons mens-zijn.
In dit streven wordt de zelfzuchtige honger naar het leven van onze lagere natuur omgevormd tot toewijding aan de alomvattende kracht van de liefde, aan de oermoeder van al het geschapene.
Tegelijkertijd betekent dit dat we vanuit het zich steeds herhalende beeld van ons wezen naar huis terugkeren, naar het eeuwige thuis van het goddelijke ‘evenbeeld’, waarin de diversiteit van al het ontstane opgaat in de eenheid. Dan lost de symboliek van de geometrische beelden op en worden hun spirituele archetypen effectief.
Omringd door de cirkel van de eeuwigheid, worden we door de vurige driehoek van goddelijk handelen bevrijd van de cyclus van herhaling en richten we op de veilige fundamenten van het vierkant de onsterfelijke ‘hoeksteen’ in ons op, het transfiguristische tempelbouwwerk van de komende nieuwe mens.
Bronnen:
Schuber, Christian, Geometrie der Seele, Edition Gräfe und Unzer, 2023
Mandelbrot, Benoit, Die fraktale Geometrie der Natur, Birkhäuser Verlag, 1991
Lipton, Bruce, Spontane Evolution, Koha Verlag, 2008