De dans
Proficiat! Je hebt een ticket eerste rang voor deze voorstelling. Je zakt lekker weg in de zachte theaterzetel. Je kijkt van de eerste rang naar schepping. Wat je ziet is zo fascinerend dat het je in je zetel drukt, je meeneemt in die wordende wereld. De violen klinken dwingend. Iets in je wil ontsnappen aan deze dans. Iets anders wordt meegenomen, ver weggevoerd, wil dat het nooit eindigen zal. De filmversie ziet er zo uit:
Een veelsprong van paden en een bredere weg in het Zoniënwoud met midden op de kruising een zwart podium, bestrooid met wit zand. Een vrouw in het wit, op een stukje cirkelboog. Enkele ogenblikken later zul je zien dat in het zand een grote cirkel getrokken is en het middelpunt aangestipt. De beuken staan zomers groen in alle richtingen. De vrouw met kort zwart haar, in een bijna witte jurk boven witte sokjes en stevige schoenen. Beweging. Dans. Aarzelend eerst, bijna twijfelend of ze wel aan deze dans beginnen zal. Stationair. Een pivot met de armen zwaaiend. Een omkering met de armen kort tegen de borst. Enkele stappen als wandelend. Eerst stapt ze zo al dansend de cirkel rond. Er is muziek, een stuk van Steve Reich voor vier violen. De vrouw danst niet op de muziek, zij danst met de muziek, als een extra instrument. Zij trekt nu stralen in het zand, omgeeft segmenten van de cirkelomtrek met ronde wervelsporen. De sporentekening waar de zwarte bodem door het witte zand komt, wordt een spakenwiel, of eerder nog een roos, of een levensbloem. Opeenvolgende paden, nieuwe perspectieven, diep door het woud. Je herkent delen van de beweging, ziet ze zich herhalen als letters in een woord, woorden in een zin, steeds nieuwe woorden, nieuwe zinnen met diezelfde eenvoudige, zich herhalende bewegingen. Het draaien wordt feller, de jurk zwiert, zwaait omhoog, laat een witte slip zien. De beweging wordt geïnjecteerd met een dosis vrouwelijkheid, de armen van heel hoog langs het lichaam naar beneden brengend. Af en toe hoor je ademen. De dans voert langs een stukje omtrek, straalsgewijs naar het middelpunt en weer terug. Met de wijzers van de klok en dan weer omgekeerd. De camera doet een travelling, wandelt het bospad af onder de gotische beukenbogen. Beweegt dan mee in de rondte, maar op een afstand, zodat het bos gaat tollen. Het gaat door en door en door en dan plots stopt de dans. De vrouw in het middelpunt kijkt langs de verticale as omhoog, de handen dichtgeklemd voor het hart, buigt dan het hoofd. Stilte.
En jij, de toeschouwer, wilde dat het nooit eindigen zou en nu, abrupt is er het einde van de dans en de muziek. Waarom beginnen al die mensen nu meteen te applaudisseren? Ik moet nog mijn adem hervinden, terugkomen helemaal uit die andere ruimte waar scheppend werd gedanst. Wacht nou toch even…
Ik maakte dit mee in de Blauwe Zaal van de Singel te Antwerpen in 1997. De voorstelling is dan al zo’n vijftien jaar oud, sinds enkele jaren weer in productie genomen. Anne Teresa De Keersmaker (ADK) danst zelf de solo van vioolfase als het derde stuk van vier dansen op muziek van Steve Reich die één geheel vormen. De andere dansen zijn duo’s. De dans in het bos is de videoversie. De fascinatie is gebleven. Zelfs nu nog lijken de elementaire bewegingen waarmee de dans is opgebouwd in mijn eigen lichaam als een fysieke herinnering aanwezig te zijn. Ik ben geen danser. Zelfs nu nog is er in de plotse stilte een diepe ontroering.
De partituur
Er is een boek gemaakt dat Partituur van (of voor) een choreograaf heet. Het vertelt het verhaal van het ontstaan van deze dans. Het vertelt een scheppingsverhaal. Het beschrijft in woorden en videobeelden de structuur van de dans. Het schetst het ‘imaginarium’, de creatieve ruimte, de omgeving waarin de dans ontstond, werd samengesteld, gecomponeerd. Het is een neerslag van het scheppingsproces waarin een kunstenaar Gods aangezicht zichtbaar maakt. Een boek Genesis.
De muziek van Steve Reich is onlosmakelijk verweven met de dans. Vier violen – of één viool en vier tapes. Eén viool speelt een zin van een aantal tonen en herhaalt die. De tweede, derde en vierde viool doen hetzelfde. De muzikale zinnen vallen soms met elkaar samen in unisono, maar het grootste deel van de tijd lopen ze naast en uit elkaar. De woorden in de ene zin verschuiven geleidelijk ten opzichte van de woorden in de andere zin, van de ene viool weg van de andere viool. Zo ontstaan nieuwe stapelingen uit faseverschuiving, af en toe een verrassend stukje melodie. Herhaling, verschuiving, in fase, uit fase. Een opgebouwd begin. Een willekeurig vallend einde als de vier violen plots ophouden te klinken. Minimale muziek. Muziek die wat met je doet. Er komt iets in je binnen dat diep aangrijpt.
Reich schreef in 1973:
Er is behoefte aan een werkelijk nieuwe westerse danskunst, met bewegingen die natuurlijk zijn voor de persoonlijkheid van iemand die hier en nu leeft, die georganiseerd zijn in een helder – dat is: universeel – ritmische structuur en die aan het basisverlangen voldoen naar gewoon ritmisch bewegen, dat de voornaamste impuls was en zal blijven zijn om te dansen.
Anne Teresa nam deze muziek mee in haar koffer toen ze, heel jong nog, naar New York vloog om daar haar dansopleiding voort te zetten. De avonden van volle opleidingsdagen danste ze in haar studio op deze muziek. Ontdekte, ontwikkelde, ontvouwde daarbij haar eigen bewegingen. Improviserend op Reich én op Bach. Nieuwe lettertekens maken waarmee ze dan in wisselende volgorde woorden en zinnen kon bouwen. Een choreografie. Heel eenvoudige bewegingen die dicht bij natuurlijk bewegen staan maar net wat zijn geabstraheerd en daar gefixeerd. Zodat perfecte herhaling van de letters, woorden en zinnen mogelijk is. Herhaling geeft continuïteit aan de dans. Uit die continuïteit ontspringt geleidelijke transformatie en stapeling. Zo dicht bij menselijk bewegen nog, dat van het kijken naar haar dansen een bewegingsherinnering in je eigen lichaam achterblijft.
Over dat herinneren zegt ze zelf:
Ik was er nieuwsgierig naar als naar iets dat je opnieuw van de zolder haalt. Het lichaam merkt het meest op, herinnert zich het meest. Bij het weer opnemen van Fase kwamen de geur, de kleur, de atmosfeer echt terug, gewoon door de bewegingen te doen; dat was een ketting. Je werd geleid, niet door je mentale herinnering maar door de motoriek van de zaken. Alle dingen die goed gemaakt zijn, blijven je bij; alles wat niet helemaal juist zat, was vergeten. Bij mij was dat zo. Alles wat met een bepaalde logica in elkaar zat kwam zo terug. Het gevoelsmatige was veel moeilijker te herinneren. Of het moest uitzonderlijk lichamelijk genot in zich dragen, in de beweging, in het draaien.
Een scheppingsverhaal
Op het moment van de schepping van de wereld en van de schepping van de mens door God heeft het energetische principe van het inblazen een actieve beweging doen ontstaan, van dan af gezamenlijk in beweging gehouden door God en de mens.
(Eric Palazzo – De adem van de Geest en spirituele energie – uit: De gouden draad van de vrije geest; Rozekruis Pers)
Beuys [Duits hedendaags kunstenaar] had een speciaal orgaan voor deze vormgevende krachten, bijvoorbeeld toen hij eens in een interview vertelde dat zijn ‘etherisch beeld’ er heel anders uit zou zien als hij zijn tekst niet alleen uitsprak, maar ook zong of danste. De inhoud van zijn toespraak – zoals Beuys die waarschijnlijk bedoelde – zou dan gaan bewegen, sensueler en vrijer gaan vibreren en, wanneer hij danste, uiteindelijk de meest volmaakte en mooiste vorm aannemen: de ‘etherische zwaanfiguur’.
(Tattva Viveka 87; vertaald)
Dans is beweging. Het danstheaterstuk heet ‘Phase, Four movements to the music of Steve Reich’. Vioolfase is een van die bewegingen. Het is de eerste beweging van vier, die eerst werd gedanst en dan in haar ontwikkelde vorm vastgelegd als een danspartituur. De danseres en de choreografe zijn dezelfde jonge vrouw.
Een fase is een structureel deel van een golf. Als we twee gelijkvormige golven grafisch vergelijken, kunnen we een afstand vaststellen tussen een vergelijkbaar vormfragment in beide golven. Die afstand heet de faseverschuiving.
De dansen in Fase visualiseren de golfbeweging – herhalende patronen in de tijd – en de faseverschuiving. Faseverschuiving in de relatie tussen twee danseressen of in de relatie tussen de danseres en de muziek of in de relatie tussen de patronen in de muziek of in de relatie tussen de toeschouwer en wat hij hoort en ziet. Faseverschuiving en de interactie tussen verschoven golven is als het zichtbaar worden van het aangezicht van God. In het evolueren van de golfbewegingen ten opzichte van elkaar ontstaat een nieuw, een hoger niveau van beweging. Een emergente ‘melodie’.
Misschien heb je ze wel eens gezien: een kleine fontein in een rond bekken, gemetseld in strakke natuursteen. Drie fijne straaltjes water spuiten op uit een in steen gekapte vorm, die in het midden lijkt te drijven op het wateroppervlak. De bereikte hoogte en de plek waar de waterdruppels in een mooie boog opnieuw het oppervlak raken, varieert een beetje. Op het punt van inslag wordt een patroon van concentrische, cirkelvormige golfjes gegenereerd. Dat hele patroon verschuift dus ook telkens een beetje. Waar de drie cirkelgolven elkaar ontmoeten, ontstaat een nieuwe figuur uit het wederzijds versterken of uitdoven van de golven. Alles beweegt. Alles reflecteert het licht van de zon. Alles is als een dans.
Dit ontstaan van iets nieuws uit de interactie van scheppingen is al zo in de muziek, in deze context de eerste schepping, die door de schepper als het ware wordt ingeblazen in de dans. De repetitieve muziek wil een proces zijn dat (enkel) de genese is van zichzelf, in tegenstelling tot het klassieke muziekmodel dat representatief is en een verhaal vertelt, opgebouwd uit dialectische tegenstellingen.
In de muziek van Violin Phase komt uit de interactie van vier muzieklijnen op de violen, die onderling in fase verschuiven, af en toe een stukje nieuwe melodie naar voren die dan door een van de violen wordt opgepikt en geaccentueerd. Voor de danseres is dat een uitnodiging om op te springen van plezier. Dat is trouwens ook zo voor rond-en-ronddraaien. De muziek is strikt gestructureerd, volkomen gedetermineerd maar niet causaal en niet narratief. Toch ontstaat er door interferentie af en toe een fragmentje harmonie. Door de interactie met de luisteraar die de muziek niet kan bedenken, die niet kan anticiperen op het verdere verloop van het muziekproces, van de creatie, ontstaat in de luisteraar een sterke emotie.
Het scheppingsproces van de dans verloopt intuïtief, het resultaat van het doorlopen proces is rationeel en logisch. Het wordt in de partituur genoteerd.
De choreografe gaat intuïtief om met de gedeeltelijke concretisering in de repetitieve muziek. Deze eerste schepping geeft aanleiding tot haar eigen tweede schepping in het bewegen, in de dans. Ook deze is nog vooral abstract. De bouwstenen zijn door haar gemaakte abstracties van concrete alledaagse bewegingen. Daarin is er dus de beweging omhoog, van concreet naar abstract.
Schepping gebeurt op de verticale lijn tussen abstract – helemaal boven – en concreet – helemaal beneden. De scheppende mens staat in de middenpositie: hij reikt tot in het concrete en kan met zijn vermogens enigszins omhoog reiken in het abstracte. In de richting van de waarheid. Van wat hij waarneemt in het concrete kan hij een abstractie maken. De concrete details worden achtergelaten en er blijft een meer essentiële vorm. Omgekeerd kan hij wat hij abstract grijpt uit het hogere in een concrete vorm brengen voor daar beneden. Die concrete vorm is waarneembaar en dus deelbaar, een voorwerp van communicatie.
Op het podium in het bos zijn een cirkel en zijn middelpunt getrokken in het witte zand. Zij lokaliseren de danscreatie in de scheppingsruimte van het podium. Ergens in de dans zal Anne Teresa met de vuist op de vloer kloppen.
Dat was ik die de ruimtepunten van de cirkel raakte.
Aan de cirkel en het middelpunt zijn al eerder overdenkingen besteed. (Pentagram 2019-2) De ronddraaiende bewegingen in de ruimte van de cirkel doen denken aan chakra’s, elk op zich in bovenaanzicht een cirkel-met-middelpunt in een draaiende beweging. De bron van schepping, de bron van leven. Energietransformatie. Vormgeving.
De cirkel kan je ook zien als een afbeelding van het atoom en zijn kern. Een gedefinieerde scheppingsruimte, een microkosmos.
De dans zal zich ontwikkelen tussen die cirkelomtrek en het middelpunt. Hij eindigt in het middelpunt. ‘Het stoppen is echter het resultaat van het opbouwen van een fysieke spanning in het herhalen van bewegingen met een hoge intensiteit. Daarbij verberg ik noch de pijn, noch het plezier van deze worsteling om precieze, ingewikkelde patronen zo lange tijd vol te houden.’ (ADK)
Als we toch al een verhaal zien in de afwikkeling van de dans is het een lijn van stijgende vreugde en toenemende heftigheid van de bewegingen. En toenemende vrouwelijkheid in de bewegingen van het lichaam en het jurkje van de danseres. Tot het finaal bereiken van het middelpunt, stop, stilte. Een dichtvouwen van handen, armen en het lichaam en het weer openvouwen. Einde.
De mens op de omtrek hoort de muziek. De muziek is geconstrueerd uit toonlijnen en hun interferenties. Het is een soort supra-muziek, een patroon boven op de golven die elkaar soms doen uitdoven, soms versterken. Muziek is de eerste schepping, de eerste verworven vorm. De mens vertrekt op de omtrek en danst. Hij danst op het patroon van de muziek. Hij danst op de omtrek. Hij danst naar en van het midden. In die dans maakt hij bewegingen die uit het dagelijkse leven licht zijn geabstraheerd om de kwaliteit schoonheid te verwerven. In die dans trekt hij sporen in het zand. De danser schept de roos in de cirkel. De mens tekent de roos als een etherische structuur in de microkosmos. De roos is in deze werkelijkheid die gevangen ligt in de tijd semipermanent. Misschien is er een tijdloze wereld waarin de door de dansende mensenziel gecreëerde roos blijvend is?
In oktober 2021 danste Anne Teresa De Keersmaker opnieuw solo. Ze danst de Goldbergvariaties van Bach. Wat in 1981 nog de verborgen bleef in het weefsel van het creatieve proces mocht nu zichtbaar worden.
Bronnen:
[1] Dit kan een multimedia projectje zijn. Check de video op YouTube onder Violin Phase
[2] Anne Teresa De Keersmaeker / Rosas Fase programmabrochure De Singel 3-6 juni ‘97
[3] A Choreographer’s Score. Phase, Rosas dances, Elena’s Aria, Bartók, by Anne Teresa De Keersmaeker & Bojana Cvejic, Mercatorfonds – Rosas. 2012
[4] Rosas FASE A film by Thierry De Mey 2002