Waar is mijn aandacht op gericht?
Aandacht doet zich vaak voor als een punt dat ronddwarrelt. Alsof het maar op één punt, één ding tegelijk gericht kan zijn: iets dat ik zie, of voel, een gedachte, een brokje herinnering. Het dwarrelt rond, chaotisch in wervelwinden van gedachten en gevoelens.
Er is eigenlijk maar een heel klein stukje in mijn gezichtsveld waarin mijn oog scherp kan zien. Een klein stukje in het blikveld in het midden. Doordat ik met mijn ogen voortdurend rondscan, heen en weer beweeg, heb ik de illusie dat ik alles scherp zie. Dat er een geheel is dat ik waarneem. Maar ik heb eigenlijk alleen maar een voorstelling van het geheel. Ik zie niet echt het geheel.
Met gedachten gaat het ongeveer net zo. Er past maar één gedachte tegelijk in mijn hoofd. Zoals ook bij het lezen of schrijven. Mijn aandacht omvat één gedachte, een paar woorden of begrippen. Als ik praat, gaat dat ook woord voor woord. Mijn aandacht bepaalt zich steeds bij één gedachte, één herinnering, één gevoel, een heel klein stukje van onze gehele werkelijkheid. Het brein probeert daar een geheel van te maken. Een voorstelling van het geheel met behulp van mijn geheugen, zodat ik een beetje zinvol kan handelen in die wereld waar ik een voorstelling van heb. De voorstelling breidt zich uit door ervaringen, zo ‘leren’ we.
Is mijn punt van aandacht niet erg chaotisch bezig? Het bepaalt zich bij een splintertje, een fractie van alles, ook van de werkelijkheid die ik zelf ben. Alsof ik bijna nooit helemaal bij mezelf ben. Ja, wat is dat gebabbel in mijn hoofd eigenlijk? Is dat geen bewustzijnsvernauwing, geen beperking?
Een klein dwarrelend aandachtspunt. Heb ik er controle over? Word ik er blij van?
Wat is de kern van mijn wezen?
Wat zijn leidende bepalende krachten? Bepaalt mijn aandacht zich niet door doelen van mijn verlangens en behoeftes? Verlangen naar doelen in de toekomst en met denken en handelen dat proberen te bereiken. Eén punt van aandacht dat voortdurend rondscant om positie te bepalen. Ook oppositie. Bij dieren herken je ook dat punt, dat voortdurend waakzaam moeten zijn. Of het veilig is, of waar voedsel is. Er is een ontwikkeling te bespeuren in deze natuur van leven en bewustzijn, van plant naar dier naar mens. Zo is bewustzijn ontwikkeld tot het ik- bewustzijn dat ik nu ben.
Mijn aandacht weerkaatst steeds een brokje, een stukje van alles van het geheel. En als ik nu eens probeer mijn aandacht niet te bepalen bij één gedachte, één paar woorden of wat dan ook, maar alleen luister in de stilte vanbinnen en besef dat alles is, dat ik ben, in niet weten, niet-begrijpen, en stil blijf staan in verwondering in alle rust. Me inkeer naar de bron van mijn bewustzijn naar alle bewustzijn en leven.
Aandacht bij het geheel. Zo kan bewustzijn ontwaken van de goddelijke vonk, één met de bron van alles. Rozenkruisers noemen dit ook wel het oeratoom. Een heel bijzondere werkzaamheid beschrijft J. van Rijckenborgh in het boek over de Pistis Sophia in het hoofdstuk over het oeratoom. Wat er gebeurt als je in staat bent je aandacht continu te bepalen bij dat oeratoom.
Als je bewustzijn zich richt op de godsvonk in het hart, dat stukje goud dat de bron is van alles, de verbinding is met het geheel, het al, groeit het besef dat alles is, tegelijkertijd en overal. Elke gedachte of invulling door je ik verstoort dit besef. Dan raakt iets jou, proef je iets dat je niet kunt verwoorden maar er ontstaat een diep verlangen waarin je aandacht zich nu in onder kan dompelen. Zodat het groeit, sterker wordt. De vonk wordt vuur.
Ik besef nu dat ik mezelf moet overgeven, moet loslaten om in deze bron te verdwijnen.
De bron doet zich voor als de Liefde zelf. Zo sta je in de poort waarin het ik verdwijnt en al het andere zich openbaart. Staan in het verlangen naar die ene, dat ene, die je in liefdevolle omarming hebt herkend. Je bewustzijn kan worden als een rimpelloos meer waar het Licht in kan weerkaatsen. Dan raakt het Licht je aan en word je er één mee. Verlangen naar de Liefde, geven aan de Liefde. Als een inademing en een uitademing. Langzaam word je een tweevoudige krachtstroom gewaar. Alles ontvangen, alles prijsgeven. Bewustzijn van ‘alles tegelijkertijd en overal’ bloeit open, is Liefde. Veel mystieke getuigenissen uit diverse tradities spreken over een ‘uit de tijd treden’. Zo spreekt Krishnamurti vaak over ‘het einde van de tijd’. Hij ziet dat als een toekomst voor de mensheid. Het ik beseft de beperking, en weet te moeten afsterven van de beperking van het eenzame dwarrelende aandachtspunt en staat nu op de drempel van de ‘volheid’ in overgave. Omkering van het bewustzijn. Lees het verhaal over de Emmaüsgangers (Het levende woord, Catharose de Petri). Het verhaal na de kruisiging. Na de opstanding. Het eenzame, verlaten bewustzijn kan het niet vatten, niet begrijpen. Er is geen vorm meer, ik-bewustzijn heeft nu geen houvast meer. Maar Hij, de opgestane, wordt innerlijk herkend door de Liefde, het breken van het brood, het geven. Het enige kompas dat wij bezitten is de herkenning van de geestvonk, dat is de Liefde. Laat het groeien door je aandacht, door de bron van de Liefde zelf. Zo lost het ik-gevoel op en is de druppel opgelost in de oceaan. Laat alles achter en behoud de Liefde alleen.