Een kompas, transformatie en de nieuwe aarde

Op zoek naar de aarde achter de aarde

Een kompas, transformatie en de nieuwe aarde

De mens is een deel van het geheel dat we universum noemen, een in ruimte en tijd begrenst deel. Hij ervaart zichzelf, zijn gedachten en gevoelens als afgescheiden van al het andere, een soort optische illusie van het bewustzijn. Deze illusie is voor ons een soort van gevangenis omdat ze ons beperkt tot onze eigen voorliefden en genegenheid voor onze dierbaren. Het moet ons doel zijn ons uit deze gevangenis te bevrijden door de horizon van ons mededogen uit te breiden zodat het alle levende wezens en de gehele natuur in al haar schoonheid omvat.

(Albert Einstein, 1879-1955)

 

1

Het kompas

Een van mijn voorouders heeft zijn halve leven op zee gevaren voordat hij zich succesvol in een bedrijf vestigde. Hij had op al zijn reizen een kompas bij zich. Niemand kan zich herinneren ooit iets over de herkomst ervan te hebben gehoord, die nu in de bibliotheek (die tegelijkertijd werkkamer van mijn vader was in mijn ouderlijk huis) een vaste plek heeft en regelmatig wordt afgestoft. Een oud ding van hout en messing. Omdat we al lange tijd niet meer aan zee wonen, wordt het kompas niet gebruikt. Hij is ook veel te ouderwets, voor zover een kompas dan ouderwets kan zijn. Het interessante aan dit soort dingen is dat ze blijven functioneren; ze gebruiken geen stroom of andere aandrijving, ze doen het gewoon. Dat fascineerde me, net als vele jongens, steeds weer.

Op een mooie heldere zomerdag kwam een oude gepensioneerde collega van mijn vader, verre familie, oom Hans, op bezoek. Toen hij plaats nam in de werkkamer, mijn vader en hij bespraken enkele gecompliceerde juridische zaken, viel zijn blik op het kompas. Hij stond op, bekeek het kompas en glimlachte. ‘Kurt jongen, weet je dat dit een speciaal object is? Ik zie dat het regelmatig wordt schoongemaakt.’

Mijn vader keek hem met vragende ogen aan. De oude vriend tilde het metalen gedeelte voorzichtig uit de mahonielijst en liet ons een spreuk zien die in de bodem was gegraveerd en die opviel door de goed bewaarde kleur:

Reiziger, luister,

ik, je kompasnaald

vergis mij niet,

ik geef je steeds de richting aan

maar alleen wanneer je weet

hoe je mij moet gebruiken.

Als de zon achter de zon

de aarde achter de aarde je doel is,

dan zal ik je tot hulp zijn,

waar je je op dat moment ook bevindt,

hulp waarop je vertrouwen kunt

in moeilijke tijden.

 

‘Wat dat te betekenen had: hoogst interessant?’ was het op conversatietoon gehouden commentaar van mijn vader. De oom fronste zijn wenkbrauwen en glimlachte. ‘Kom, laat ons jouw problemen eens bekijken.’ Ik zal toen ongeveer 12 of 13 jaar oud zijn geweest. De spreuk liet mij niet meer los en toen ik in bed lag, galmden de zinnen die de oude man had voorgelezen in mij na. Wat zou dat betekenen: de aarde achter de aarde, zon achter de zon? Ik mijmerde nog een beetje voor mij uit over beelden, boeken, ontdekkingsreizigers, vreemde kusten, de kompasroos op elke zeekaart… en toen sliep ik in. Ik werd echter steeds weer bezweet wakker, met hartkloppingen. Slechts droombeelden bleven in mijn herinnering hangen; vulkaanuitbarstingen, aardbevingen, mensen die in volle paniek door elkaar renden, ergens verzonk een eiland in zee. Maar achter dat alles een helder en stil stralend licht, zoals een theater waar de oude coulissen verbrand worden omdat ze niet meer bruikbaar zijn na afloop van het theaterstuk.

2

ZWAVELZUUR (vitriool)

Tientallen jaren later, tijdens een ziekte, die weliswaar niet levensbedreigend was maar me langere tijd verzwakt had, dook plotseling de herinnering aan die ene avond weer op. De spreuk op de onderkant van het kompas: zon achter de zon, aarde achter de aarde, kwam uit het diepste van mijn herinnering in mijn bewustzijn naar boven. Of was het een ruimte die in het donker lag, die plotseling licht werd toen er simpelweg een deur naar buiten openging? Ik vroeg mijn oude vader aan de telefoon of hij zich de avond en de spreuk op de onderkant van het kompas kon herinneren. Na een korte pauze bevestigde hij dit en ik vroeg hem of hij kon nakijken of er ook een naam van een auteur bij stond. ‘Sorry, ik zie alleen die spreuk, hoe kom je daarop?’ Ik antwoord: ‘Dat vertel ik je een andere keer, als we elkaar weer zien.’

In elk geval moet het iemand geweest zijn die wetende was.

De onrust was al langer in mij aan het zeuren, een ontevredenheid met alles en iedereen, in het bijzonder met mijn leven, en nu ik ziek en min of meer aan bed gekluisterd was, besloot ik om de onrust serieus te onderzoeken. Op een dag kreeg ik een boek in handen: Zonen van het licht, roman, en helemaal aan het eind, bij de verklarende woordenlijst, zag ik het woord vitriool/zwavelzuur, preciezer Z.W.A.V.E.L.Z.U.U.R.. Als scheikundige (ik werk voor een milieuorganisatie) is zwavelzuur voor mij al sinds mijn scheikundelessen op school een heel normaal woord. Zwavelzuurverbindingen, zouten van zwavelzuur met metalen. Maar hier, in dit boek, stond iets heel anders: Visita Interiora Terrae, Rectificandoque Invenies Occultum Lapidem. Ga de aarde binnen en als je je zuivert, zul je de steen der wijzen (eigenlijk de verborgen steen) vinden. Toen ik die woorden las, was er geen verbazing, geen verwondering in mij. Het was duidelijk, zo moest het zijn. Alleen: wát te doen, hóe te doen?

3

Vertrek

Dat was in die tijd het begin van een nieuw leven, gekenmerkt door het in harmonie brengen van deze mysterieuze kompasinscriptie met het zwavelzuur. Ik doorzag snel dat scheikunde een van de kinderen was van een grote, universele moeder: de Al-chemie. Een druk (onder)zoeken begon, wat me bij de mythen van de Nieuwe Aarde bracht, en hoe die in vele verhalen, sprookjes en overgeleverde geschriften uit alle culturen en tijden werd voorgesteld. En al die overleveringen willen door de mens worden begrepen. Nee het gaat niet alleen om mij, om mijn persoon; wordt niet de gehele mensheid beïnvloed door het middelpunt van de aarde? Omdat ik niet meer geheel beter werd, moest ik veel dingen loslaten die vroeger belangrijk voor me waren geweest. Aan de andere kant beleefde ik, zoals je dat noemt, toevallige ontmoetingen met mensen die ook naar iets anders op zoek waren. Als een geheim dat voor een onmogelijk lange tijd in het diepst van onze ziel heeft gesluimerd, in onze slaap is bewaard maar zich nu weer begint te roeren. Dat wat de aarde achter de aarde is, kan niets anders zijn dan het Paradijs, Nirwana, of hoe we dit ook willen noemen. En het kan nergens anders worden gevonden dan in onszelf. Eigenlijk is dit het midden, op de bodem van ons hart. Als het daar wordt gevonden, dan wordt het overal herkend. Ik moest weer denken aan de oude vriend van mijn vader – zijn ogen kwamen me weer voor de geest, zijn begrijpende glimlach. En nu kwam de betekenis van veel woorden mij voor als in een opengeslagen boek. Het overal gaat waarlijk over het al; wat kon de nieuwe aarde nog meer zijn dan het achter de aarde verlicht door een verborgen zon die ook over-al is. Zou het kunnen dat alles wat wij nu zo zien, coulissen zijn, simpele decoratie, zoals kraampjes op een jaarmarkt?

4

Wedergeboorte van dag tot dag

Mensen behandelen mij de laatste tijd anders, vriendelijker dan normaal gesproken, prettig; zelfs mijn voormalige tegenstanders stoppen met steken. Ik kreeg een donkere gedachte dat dit alles met mij zou kunnen samenhangen. Een jonge collega die mijn opvolger zal worden, ook scheikundige, sleepte boeken voor mij mee over alchemie, en daar waren er veel meer van dan ik had gedacht. Daar dook steeds weer, hoe kon het ook anders, de naam Hermes Tresmegistos op, de driemaal grote. Die werd in de renaissance opnieuw bekendgemaakt, vooral door Marsilio Ficino.

Is het niet de tijdloos eeuwige renaissance, die wedergeboorte in een brandend, ja vlammend hier en nu, diet ons eigenlijke doel is waarvoor we op deze planeet zijn gezet, om door het mysterieuze Licht alles te vernieuwen, ja, ook een nieuwe aarde te laten ontstaan?

En zo worstelde ik van het ene naar het andere, of misschien beter: het was niet ik die zich moest uitstrekken naar dit of dat, het is anders: er is een mysterieuze kracht die precies aantrekt wat nodig kan zijn voor de volgende stappen. En zo vielen mij de volgende zinnen van Marsilio Ficino in handen:

‘Verlang je ernaar het gezicht van de goedheid te zien? Werp een blik op de hele wereld vol zonlicht. Denk eens aan het licht in de materiële wereld, hoe het gevuld is met alle vormen van alle dingen en daardoor beweeglijk; neem de materie weg en laat de rest. Dan heb je de ziel als onstoffelijk, universeel en onveranderlijk licht. Dit licht schijnt oneindig omdat het vanuit zijn eigen aard schijnt en niet beperkt wordt door vermenging met andere dingen. Door alle dingen heen strekt het zich uit, omdat het in niets is, zodat het in alle dingen gelijkelijk kan schijnen. Het leeft uit zichzelf en verleent alle wezens het leven, terwijl zijn schaduw, namelijk dit zonlicht hier, ook leven geeft aan de stoffelijkheid.‘

 

Bronnen:

[1] Ficino, Marsilio, ‘Gespräche zwischen Gott und der Seele’, uit: Von Spiegeln und Schatten, Rosenkreuz Verlag, Birnbach

[2] Peyrefitte, Roger, Die Söhne des Lichtes, Stahlberg

 

Print Friendly, PDF & Email

Deel dit artikel

Artikel informatie

Datum: juni 14, 2023
Auteur: Klaus Bielau (Österreich)
Foto: by Ghinzo on Pixabay CCO

Featured image: