De nacht heeft duizend ogen, en de dag slechts één.
De nacht heeft duizend ogen,
En de dag slechts één;
Toch vervliet het licht der heldere wereld
Wanneer de zon gaat heen.
Het verstand heeft duizend ogen,
En het hart slechts één:
Toch dooft heel het licht des levens
Wanneer de liefde valt uiteen.
(Vertaling van ‘The Night Has a Thousand Eyes’ van Francis William Bourdillon.)
Het is een liefdesgeschiedenis.
Het is een verhaal over licht en duisternis.
Het is een gedicht over veelheid en eenheid.
Het is geen lang gedicht; het zijn maar acht regels verdeeld over twee strofen. Toch is het hele krachtige en gebalanceerde beeldtaal.
We zoeken allemaal naar liefde. Haar verblijfplaats en haar wezen zijn vooralsnog een mysterie voor ons. De kleine prins zegt over zijn geliefde roos:
Maar ik was te jong om te weten hoe van haar te houden…
Onzekerheidsrelatie
Wetenschappers hebben aan het begin van de 20ste eeuw vastgesteld, dat het onzekerheidsprincipe van Heisenberg een fundamentele eigenschap van onze wereld is. Het betekent dat de waarnemer het waargenomene beïnvloedt. Spiritueel georiënteerde mensen zouden zeggen dat de realiteit die wij waarnemen afhankelijk is van ons bewustzijn.
De zon is de levensbron voor de natuurlijke mens, de mens die leeft in ruimte en tijd. Met zijn licht, warmte en steunende levenskracht is de zon een mooi symbool voor liefde. In de tijdruimtelijke orde bevindt de zon zich buiten onszelf. Door de omloopbanen en de rotaties van de hemellichamen is alles steeds in beweging. De zon verdwijnt op een gegeven moment uit ons gezichtsveld, om later weer terug te keren. Wanneer het zonlicht wegsterft uit ons bewustzijn, openen zich de duizend ogen van de nacht.
Magisch flonkeren de sterren aan het firmament. De nacht is helder, maar koud: de liefde ontbreekt. We kijken in het verleden. De constellaties tonen ons een beeld uit vergane tijden, omdat het licht naar ons toe moest reizen. Het zijn de krachten van ons onderbewustzijn die in het duister van de nacht op ons inwerken. Bij het opgaan van de zon keert de liefde terug; een nieuwe dag wordt geboren. Toch zal de liefde ons bij zonsondergang weer door de vingers glippen.
Eeuwige liefde
Bestaat er dan geen eeuwige liefde? De planeten en dus ook wij, bewegen zich in wijde banen om de zon. We bevinden ons in een ‘buitenste ring’. We kijken hoopvol naar het centrum, de zon, en verlangen naar licht, warmte en liefde. Er is een relatie, een tijdruimtelijke onzekerheid, tussen ons en het object van ons verlangen. Samen met onze planeet draaien we onze rug toe naar de zon en het wordt duister.
Het zou anders zijn als we ons niet in een ‘buitenste ring’, maar in het centrum bevonden. Als we samen zouden vallen met de zon. Het verstand heeft duizend ogen, de buitenste ring, en het hart slechts een, het centrum.
Eerste liefde
De mens is een mysterie, een microkosmos, een universum in het klein. In het centrum van ons wezen bezitten ook wij een zon, een die van geestelijke aard is. We kennen dit geestelijke oerprincipe niet, we zijn ons er niet van bewust. De Bijbel zegt:
Maar Ik heb tegen u dat u uw eerste liefde hebt verlaten. [1]
We zoeken in de buitenste ring naar liefde, deze vindend en weer verliezend, terwijl we onze ware liefde, onze eerste liefde vergeten zijn.
Er zijn mensen die, gedreven door de pijn en het verdriet van de eindeloze cirkelgangen in het leven, willen terugkeren tot hun eerste liefde. Dat blijkt nog niet zo simpel te zijn. Hoewel onze ware liefde ons voortdurend roept en wenkt, horen we zijn stem niet. Althans, we kunnen de impuls die ons aanraakt niet begrijpen en op de juiste wijze verwerken. We razen over de wereld op zoek naar liefde. Misschien tragisch, maar onvermijdelijk, omdat het juiste lichaam om de roepstem te vernemen nog ontbreekt. De geestelijke zon heeft een geschikt voertuig nodig om zich zuiver in de persoonlijkheid te kunnen openbaren. Dit verbindende lichaam wordt de ziel genoemd. Het is het voertuig dat ‘staat in het midden’, dat zowel een binding heeft met de geest als met het lichaam. Zo zien we voor ons de volmaakte mens: een drie-eenheid van geest, ziel en lichaam. Het is de mens die zijn eerste liefde gevonden heeft.
De ziel
Filosofisch beschouwd is het concept van de drie-eenheid niet ingewikkeld. De praktijk stelt ons grotere uitdagingen. Waarom vinden zo weinig mensen hun eerste liefde, terwijl we allemaal naar liefde zoeken? Het probleem ligt bij de ziel. De ziel zal zich aan een proces van vernieuwing, van zuivering en transformatie moeten onderwerpen. In mystieke termen wordt dat de wedergeboorte van de ziel genoemd. Het oude maakt plaats voor het nieuwe. De nieuwe ziel, die fundamenteel en structureel verschilt van de oude, gaat zich een vuurkleed aanmeten. Het is met dit vurige gewaad dat de geestelijke zon wordt genaderd en begrepen. Het is de transformatie van ons bewustzijn, dus ook het binnengaan in een andere realiteit.
De oude bezieling, die in de ons bekende drie dimensies leeft, zoekt liefde buiten zichzelf, in de ruimte en de tijd. Maar de nacht heeft duizend ogen en die wentelen om ons heen. We zien het beeld van afgescheidenheid, verbrokenheid en disharmonie. De nacht is koud. Het bijzondere aan het universum is, dat het altijd onszelf weerspiegelt. Ons bewustzijn bepaalt onze realiteit. Als wij innerlijk gebroken zijn, geen eenheid vormen tussen geest, ziel en lichaam, dan ervaren wij het universum ook als gefragmenteerd: de duizend ogen van de nacht staren ons aan.
Hoe komen we de afgescheidenheid te boven?
Hoe hervinden we onze eerste liefde?
Hoe maken we een einde aan het onzekerheidsprincipe van de tijdruimtelijke orde?
Gouden sleutel
In het gewone leven zegt men dat de liefde van twee kanten moet komen, wil een relatie succesvol zijn. Dat is te begrijpen. Het is ook de basis van het onzekerheidsprincipe, want er bestaat een afhankelijkheid tussen de partijen. De geliefden cirkelen in een nauwere of wijdere baan om elkaar heen en absorberen elkaars energie. Er bestaat een relatie.
Aardse liefde is een prachtig iets, het heeft evenwel een keerzijde: het veroorzaakt ook veel lijden en verdriet. Vroeg of laat wordt een van de partijen uit zijn baan gestoten. Door ziekte of dood, door de aantrekkingskracht van een andere partij of door het uitdoven van de liefde, wordt onze uiterlijke zon duister.
Liefde, in de spirituele betekenis van het woord, wijst naar iets anders.
Jezus de Christus zei:
Heb uw vijanden lief; doe goed aan hen die u haten. [2]
Hier is sprake van een enkelzijdige relatie; van een liefde die nooit aflaat, van een zon die nooit onder gaat. Het is een liefde die alleen uit de wedergeboren ziel kan voortkomen.
In het boek ‘Beschouwingen over De stem van de stilte’, dat uitgegeven is ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van het Gouden Rozenkruis, schrijft Jan van Rijckenborgh over de eerste gouden sleutel, die van barmhartigheid en liefde:
En wanneer iemand meent dat hij met deze sleutel niet ver zal komen, of deze volkomen onbruikbaar acht in onze wereldorde, dan zeggen wij: deze gouden sleutel is een van de machtigste wapenen die men ooit zal kunnen bezitten.
Is liefde dan een wapen?
Ten eerste in de zin dat het de uitstraler van die liefde onkwetsbaar maakt. God is liefde, daarom is God onkwetsbaar. Gods liefde kent geen meer of minder en vraagt niets terug. Ten tweede heeft de liefde het vermogen de duizend ogen van de nacht te sluiten. Dat wil zeggen dat de liefde ons astrale zelf en aurische uitspansel kan bedekken, overstralen, transformeren. De kille ogen van de nacht worden verzwolgen door de gouden stralen van de innerlijke zon. Het astrale zelf is als een spiegel die in stukken is gevallen. Het gevolg is onbegrip, strijd en koude: de chaotische stralingen kunnen zich niet verenigen. De liefde bezit het vermogen om het astrale zelf te genezen, te transformeren. Wanneer de innerlijke zon van de geestelijke liefde rijst, weerspiegelt ons firmament zijn gouden licht. Duizend ogen van een nieuwe dag zijn dan geboren. Het zijn de harmonische en geordende weerkaatsingen van de innerlijke geestelijke zon. Een nieuwe hemel is geboren, de spiegel is weer heel.
Wil de menselijke ziel onsterfelijk en onkwetsbaar worden, dan zal zij een moeten worden met de centrale microkosmische geestelijke zon. Met haar eerste liefde. Dit centrale geestelijke principe is tevens de kracht die het universum voedt.
God is een cirkel waarvan het middelpunt overal en de omtrek nergens is. [3]
Is er dan toch weer een afhankelijkheid, in de zin dat de ziel afhankelijk is van de geest? Ja, maar de afhankelijkheid berust uitsluitend in de handen van de ziel. De ziel kan zich toekeren naar de geestelijke zon, of niet. Gods liefde zal nooit aflaten, kent begin noch einde, stelt geen voorwaarden en eisen. De ziel, ons bewustzijn, is vrij om te kiezen: de duizend ogen van de nacht of het centrale geestelijke hart dat liefde is.
Bronnen:
[1] Openbaring 2:4
[2] Matteüs 5:44
[3] Empedocles