G.F: Bestaat er een mogelijkheid om bewust in contact te treden met het ware ik? Kan, in mijn actuele bewustzijn dit oorspronkelijke, ware ik, mijn ware identiteit, zich aan mij onthullen?
Hoe ontstaat inzicht?
W.S: Laten we proberen ook deze vraag naar het wetenschappelijk denken zo dicht mogelijke te benaderen, zodat we niet alleen in vermoedens en blinde verwachtingen blijven steken. Het is immers een interessant gebied, hoe vruchtbaar probleemoplossend inzicht en begrip optreden. Hoe gebeurt dit proces? We hebben kennis over de vorming van inzicht nodig, die het inwinnen van inzicht nauwkeuriger beschrijft. De pedagoog Friedrich Copei heeft in de jaren dertig een boek geschreven met de titel: Het vruchtbare ogenblik in de vorming van het proces.
Daarin vraagt hij: Wat is het vruchtbare ogenblik in de religieuze ervaring? Wat is het vruchtbare ogenblik in ervaring van kunst, in de scheppende kunst? Wat is het vruchtbare ogenblik in het wetenschappelijk proces? Ik ga me nu wenden tot het laatste. Copei draagt een rij van beschrijvingen over zichzelf op, namelijk hoe belangrijke ontdekkingen zijn gedaan.
Eén van de grootste wiskundigen van de 19e eeuw was Friedrich Gauss. Hij heeft bijvoorbeeld de leer van vergelijkingen grondig onderzocht. Gauss heeft eens beschreven, hoe hij zelf zijn beslissende inzichten krijgt. Het begint ermee, dat de probleemstelling zo goed mogelijk duidelijk gemaakt moet worden. Dan zit hij aan zijn bureau en probeert alle middelen tot oplossingen aan te wenden, die hij tot nu toe in zijn mathematische kunst ( kunst komt van kunnen) heeft gebruikt. Daarmee komt hij nog niet meteen verder, als hij voor een volledig nieuw probleem staat. Gauss beschrijft dan , dat hij als hij drie weken lang aan zijn bureau intensief geworsteld heeft met de oplossingen van het probleem en er steeds weer een nacht over geslapen heeft en toch niet verder is gekomen, dat hij alles heeft laten liggen en zijn wandelstok heeft genomen en door de velden is gaan wandelen. Als het weer mooi was en hij de blauwe lucht op zich liet inwerken, de witte wolken en het groene zaad op de velden en de zachte wind – dat dan opeens de oplossing er was.
Daardoor is het dus duidelijk, dat hij iets niet gewoon bedacht heeft, maar het als een geschenk heeft gekregen. Grote ontdekkingen ervaart de ontdekker als een geschenk uit de – Plato zou zeggen, uit de ideeënwereld. Aangezien de ideeënwereld van Plato echter nog deterministisch is, wil ik me niet vastleggen op Plato, maar er is een geschenk uit een wereld, die uit de samenhang van de wereldinhoud bestaat. Denken is, inzicht krijgen in de samenhang. En iets dergelijks kan men ook zeggen over andere wetenschappen. Heisenberg heeft een dergelijke belevenis beschreven, wat hem de mogelijkheid gaf om een maandenlang oud probleem op te lossen. Het lukte hem op Helgoland na een hele nacht doorgewerkt te hebben tot een beslissende innovatie te komen voor de eerste berekening van het eenvoudigste atoom met behulp van een door hem nieuw ontdekte mathematische methode. Elke keer is het weer zo, dat de wereld in jezelf spreekt en niet jijzelf. Dat is de geestelijke belevenis van het inzicht.
G.F.: Dat kan je nu voor veel dingen gebruiken. Je gaat op zoekt en komt aan bij een grens en je komt niet verder en dan kom je onverhoopt iets tegen. Het is zogezegd een ontmoeting, die plaatsvindt, die plotseling een nieuw niveau voor je bewustzijn openbaart. Dit kan je ook vaststellen in relatie tot ontmoetingen met mensen. Je doet je best om een ander niveau in het gemeenschappelijke werk te bewerkstelligen en plotseling komt dit niveau je tegemoet. En je kunt het ook in relatie tot jezelf beleven. Het ik, dat we nu net zijn, kan dit geestelijke, niet te bevatten “ik” dat “wij” ook zijn, in zekere zin ontmoeten, preciezer gezegd, we worden erdoor gegrepen, en worden er door over de grens getrokken. Dat gebeurt door de innerlijk zoektocht naar de oplossing van het gescheiden zijn, naar het oplossen van de dualiteit. Het is steeds weer deze grote gebeurtenis van een ontmoeting met het voor ons onbekende werelddomein. En het is mijn idee, dat door zo’n ingreep de wereld in zijn geheel zal veranderen. Voorwaarde is de bereidheid, zelf veranderd te willen worden. Het opent voor ons, de mogelijkheid, de problemen, die we hier op de wereld te weeg gebracht hebben, op een hoger niveau te tillen, door dit hogere niveau als toekomst in ons wakker te doen worden.
Inzicht als proces tot genezing
W.S: Dat waarover we daarnet spraken of probeerden te spreken, kan je in optimale vorm vinden bij Hegel. (Hij haalt een boek). Ik citeer de zinnen:
Daaruit blijkt, dat het voorwerp, terwijl het begrepen wordt, niets wordt aangedaan, wat het zelf niet zou aangaan, maar datgene ervaart, waarvoor het bedoeld is en wat voor hemzelf als een tot zijn voleinding onontbeerlijk iets bij hem hoort.
Dat wil zeggen als ik een voorwerp van de wereld begrijp, voltrekt zich een genezingsproces aan het voorwerp zelf, omdat de scheiding tussen het voorwerp en mij niet vanuit het voorwerp , maar ook vanuit mij naar het voorwerp toe, wordt opgelost. Dat wil zeggen, het denken van de mens wordt plotseling therapeutisch-scheppend voor de inhoud van de wereld. Dat houdt dit citaat van Hegel in. En dat is een uitstekende verwijzing naar het wisselspel tussen de wereld en de mens. Als dit wisselspel op de juiste manier plaatsvindt, verheft het voorwerp zich en de mens wordt inhoud van de wereld en de wereld inhoud van de mens.
Het woord wereld is in deze samenhang zo sterk gegeneraliseerd, dat alles wat ik aan bijzonderheden daarop aantref, daarop van toepassing is. Ik kan het zelfs gebruiken voor mijn lichaam, want het lichaam kan ik ook tot voorwerp van mijn inzicht maken. Het is dan ook tot die “wereld” en niet “ik”.
Als men over de eenheid van geest, ziel en lichaam spreekt, is dat alles tot één pot nat gemaakt, wat het begrip over de inhoud van de wereld verhindert.
G.F.: De mensheid zal in de toekomst op een geheel nieuwe manier in relatie moeten treden met alles, wat er op de aarde bestaat. En daarbij mag niet alleen het verstand werkzaam zijn, maar het moet aangevuld worden met een openheid van het hart. Dat kan nieuwe redenen tot verbindingen stichten, waarin de diepere innerlijke bron, die in ons verborgen ligt, kan inwerken. Dat vereist dat de mens aan zichzelf moet gaan werken. Dan kan hij de liefdevolle, open en ook begrijpelijke bijdrage aan de wereld tot stand brengen. Dat lijkt mij tot de belangrijkste uitslag van een goede innerlijke geestelijk weg te behoren.
Idee en rede
W.S: We krijgen hiervoor zelfs hulp van de taal, namelijk het verschil tussen verstand en rede, waarover Kant ook al heel mooi geschreven heeft. Het verstand gaat om met begrippen, de rede met ideeën. Begrippen zijn definieerbaar, ideeën groeien. Daardoor is de rede iets, waarin ik de wereld niet alleen als een zijn, maar ook als een worden kan aannemen, omdat hier het denken met de wereld mee kan groeien. Het woord rede komt van redeneren. Dat wil zeggen, niet ik projecteer mij op het voorwerp met mijn denkmodellen, maar ik ben in de gelegenheid te horen, wat het voorwerp mij geestelijk te zeggen heeft. En dan is er niets wat mij niet geschonken kan worden. Dus de omkering van de werkrichting ligt wonderbaarlijk opgesloten in het woord: ik sta open, ik luister, ik ben voor de wereld een luisteraar. Daarom is het begrip rede zo veel mooier, als dat ik alleen bij het verstand stil blijf staan, omdat ik dan immers als aan de grond genageld sta. In het verstand sta ik alleen, in de rede word ik een geestelijk waarnemer van de samenhang.
G.F.: Rilke heeft in vele gedichten tot uitdrukking gebracht:
De dingen willen worden waargenomen, de dingen willen door de mensen opgenomen worden
en in de negende Elegie schrijft hij:
Ze achten ons in staat tot redden.
Ze vertrouwen ons dus toe, dat wij het inderdaad tot een nieuw niveau van de werkelijkheid tillen, die uitstijgt boven het heden.
(Wordt vervolgd in deel 4)