Jarad is in één klap wakker, rolt om –
stik, ik zit in wereld 2
– en probeert weer te gaan slapen. Het is zo verwarrend om twee lichamen te hebben, en nog verwarrender om in twee werelden te leven. Hij snakt ernaar om elke dag gewoon in hetzelfde lichaam wakker te worden, zoals alle anderen schijnen te doen, en gewoon door te gaan met het leven te leven. Het is niet altijd zo gegaan, dat weet hij zeker… maar misschien toch wel. Hij kan zich niet herinneren wanneer het is begonnen te gebeuren, dus misschien zijn er altijd al twee lichamen geweest, maar was er eerst maar één waar hij zich bewust van was. Gelukkig zijn de lichamen even groot, met een identiek uiterlijk, dus de verwarring ligt alleen bij hem. Niemand merkt het.
Vandaag is het dus lichaam 2, tenzij het lukt om zichzelf op te trekken naar lichaam 1, wat niet altijd mogelijk is. Lichaam 1 is lichter, kalmer, en brengt een vredige, rimpelloze wereld met zich mee. Een wereld zonder tegenstellingen, waarin alles vloeiend verloopt en alles precies op het goede moment gebeurt. Geen spanning, geen zorgen.
In tegenstelling daarmee is lichaam 2 grillig, voortdurende veranderend, van het ene uiterste in het andere. Er is geen vrede in dat lichaam en ook niet in de wereld waar het mee samengaat.
Manoeuvreren tussen de twee lichamen en hun werelden is bepaald niet eenvoudig, behalve als het spontaan gebeurt, zoals soms het geval is, vooral tijdens de slaap. Maar overdag is het zo goed als onmogelijk en Jared geeft zich er vrijwel altijd aan over, accepteert gewoon het lichaam waarin hij die dag wakker wordt. Hij heeft ontdekt dat de overgang maken van het ene naar het andere, van het dichtere lichaam 2 naar het lichtere lichaam 1, een sterke gerichtheid vereist op een innerlijk principe, een kern binnenin zijn wezen die niet altijd toegankelijk is, vooral als er sprake is van opwinding of een of ander soort afleiding. Het is vaak gemakkelijker maar gewoon te zijn, om de werkelijkheid van de dag en de wereld te accepteren die bij het lichaam hoort. Uiteraard is lichaam 1 altijd te prefereren en brengt het veel innerlijke vreugde. Soms, als hij wegdoezelt na ’s morgens wakker te zijn geworden in lichaam 2, ontwaakt hij daarna in lichaam 1 – maar het tegenovergestelde gebeurt ook en moet koste wat het kost vermeden worden!
Nu is hij dus hier, in lichaam 2, omgeven door de voortdurend veranderende wereld en wetend dat wegdoezelen nu geen optie is. Misschien later…
Een pauze in zijn dagelijkse activiteiten biedt hem een kans. Even rusten, een paar minuutjes dommelen – en daar is hij, in lichaam 1, in alle rust. En de dag duurt voort. Het is dezelfde dag, het zijn dezelfde voorvallen, maar twee onmiskenbaar verschillende werelden, twee onmiskenbaar verschillende lichamen. Het ene lichaam, lichaam 2, dat zich door de dag heen worstelt, die als moeilijk en chaotisch wordt ervaren – net als wereld 2 – terwijl lichaam 1 soepel doorgaat met ademhalen, alle moeilijkheden kalm afhandelend, waar wereld 1 een afspiegeling van is.
Niet wetende wanneer het was begonnen, dat in twee lichamen leven, weet hij ook niet wanneer het zal eindigen – maar hij wordt diep vanbinnen gewaar dat dat wel zal gebeuren: het moet ooit eindigen. Er zal een keuze moeten worden gemaakt tussen de twee en die keuze wordt steeds minder moeilijk. Deze keuze – uiteraard voor het leven in lichaam 1 – gestand doen, dat zal aanvankelijk veel moeite kosten. Moeite om de gerichtheid op het innerlijk vast te houden, steeds bewust van de innerlijke kern die hij heeft leren herkennen en die grote vreugde wekt, iedere keer wanneer hij erover nadenkt. Zij moet gevoed worden, verzorgd, beschermd. Met aandacht en zorg zal zij, kan zij groeien – wat feitelijk al gebeurt. Sterker worden, lichaam 1 stimuleren om de leiding te nemen in zijn leven, lichaam 2 toestaan kleiner te worden, een volger te worden in plaats van een uitdager voor het leiderschap. Een geleidelijk proces, een innerlijk proces en een actueel proces. De overwinning is nabij!