Als ons leven tot stilstand komt en de mens even niet meer weet wat te doen, dan komt de vraag naar boven: kunnen we hiervan leren, en wát dan? Wat is leren en wat vraagt dat van ons, juist nu?
Wat is leren?
Wat is leren? En hoe en wanneer leert een mens? Je zou de eerste vraag kunnen beantwoorden met: ’Leren is het zich eigen maken van kennis.’ Daar houden veel mensen zich (beroepshalve) mee bezig, bijvoorbeeld in scholen, universiteiten, trainingsbureaus en op vele andere manieren. Die professionals zouden de definitie van leren misschien nog wat breder maken, naar ’het opdoen van kennis, vaardigheden, het aanleren van gedrag en het bijdragen aan een bepaalde (professionele) houding die (door die mens of de buitenwereld) wenselijk wordt geacht.’ Die kennis, vaardigheden, houding en gedragingen die een mens wenst op te doen, dienen meestal een doel.
Kan een mens ook spiritueel leren en hoe gaat dat dan? Heeft de spirituele leerweg ook een duidelijk doel? En als er sprake is van een doel, wie heeft dit doel dan? Heeft de mens een doel met zijn of haar spirituele leren? Of heeft de ziel een doel waartoe zij zich wil verheffen?
Startpunt van leren
Eeuwenlang was het gewoon om ‘in de leer’ te gaan bij een meester omdat je vader hetzelfde vak uitoefende of omdat het gilde je familie goedgezind was, het ging dan over een mix van vaardigheden en kennis. Maar al vanaf het ontstaan van universiteiten werd er ook bewust nagedacht over hoe een mens kennis opdoet. Tijdens de verlichting waren twee stromingen populair, die van het empirisme, dat zegt dat een mens kennis opdoet vanuit de ervaring, en het rationalisme, dat ervan uitgaat dat je kennis opdoet vanuit de meer betrouwbare bron, namelijk de rede ofwel het denken. Leren was zeker in universiteiten een doel op zich en de rijke klasse kon zich daar een groot deel van het leven mee bezighouden. Het ging over kennis opdoen over alle wetenschappen, maar daarmee ontwikkelde je je ook tot een beter mens, zo leek de gedachte.
In de afgelopen eeuw is het denken over leren verder ontwikkeld. Leren dient een bepaald doel, namelijk het verkrijgen van een baan of zelfs een carrière en geld of aanzien. Er worden verschillende leerstijlen onderscheiden, en startend bij één doorloopt een lerende vaak meerdere of alle manieren van leren. Zo kun je starten bij de concrete ervaring (empirisme), vanuit reflectie op eigen handelen, vanuit abstract denken (rationalisme) of actief experimenteren. Zo gezien beweeg je je tijdens het leren door verschillende stadia of manieren van leren. Je zou zelfs kunnen zeggen: leren = bewegen. En leren wordt de laatste decennia opnieuw en steeds meer gezien als een levenslange activiteit, die nodig is omdat de wereld om ons heen gedurende ons leven zozeer verandert en steeds nieuwe kennis, vaardigheden of gedrag van ons vraagt, zodat we steeds (moeten?) blijven leren.
Waar is de start van ons spirituele leerproces? Een mogelijk startpunt is dat je tot stilstand komt na een eindeloze rij van ervaringen, waardoor jij en je ziel heen en weer zijn geslingerd. In dit stilstaan kan van alles ontstaan of naar boven komen: rusteloosheid, machteloosheid, verwarring, teleurstelling of misschien juist berusting. Maar wellicht is dit een startpunt voor de ziel om zich hoorbaar te maken in de ontstane stilte. Of misschien is het startpunt wel een overduidelijk besef of gevoel dat, hoewel het leven je nog zo gunstig gezind was, er iets achter dit bewegen moet zitten. Hoe kan het zijn dat het je, ondanks alle kennis en immense projecten van de afgelopen duizenden jaren, nog steeds nooit is gelukt om vrede te hebben en te houden, dat het nog steeds zo oneerlijk is verdeeld ondanks al het pogen. Ook zijn er verhalen van mensen die een ogenblik (of langer) de eenheid met al het levende hebben mogen ervaren. Of is het simpelweg een weten van jongs af aan en een bewust of onbewust handelen in het luisteren naar de ziel?
Een mensenleven lang leren
In een mensenleven is er eigenlijk niets zo natuurlijk als leren. Een kind weet niet beter. Het leert immers in de eerste jaren al hoe het binnen de eigen context van het gezin het beste voedsel en liefde kan krijgen, leert stapjes te zetten en te lopen, woordjes na te doen en te praten. En al communicerend met mensen om zich heen, voelend aan de hete verwarming en vallend met de fiets leert het snel. Er is een totale openheid naar de gehele omgeving. Leren gaat in het begin geheel vanzelf, zonder bedoeling, zonder druk van buitenaf. We noemen dat ook wel ontwikkelen. Een baby lijkt te beginnen zonder kapstok aan ervaringen, blanco. Hoewel, vaak heeft hij of zij al een heel eigen persoonlijkheid en innerlijk weten en drijven die anders doen vermoeden. Het kind bouwt onbewust dagelijks aan die kapstok, te beginnen met het leren van taal, waardoor er structuur ontstaat in het denken.
En voor een jongvolwassene die nog steeds regelmatig dingen voor de eerste keer meemaakt, zou verwondering en de wens om nieuwe dingen te kunnen de basis voor leren kunnen zijn. Als die niet gedoofd is door ons leerstelsel, of het zich aanmeten van een houding richting de andere (stoere) jongvolwassenen. De wat meer ervaren volwassenen gaan patronen en herhalingen zien. Er is een kans dat die zeer ervaren volwassene niet eens meer ziet wat er gebeurt, maar ziet wat hij verwacht; de openheid verandert dan heel langzaam richting starheid. De structuur van de kapstok is misschien wel in steen gehouwen en bewegen (= leren) gaat trager. Maar als de structuur té vast staat, is er geen verwondering meer en wordt er niet meer geleerd.
Hoe zit dat leren voor de ziel? Daar waar het voor de mens in het begin een intuïtief, bijna automatisch proces lijkt te zijn (het kind leert elke dag door ervaring en bijna zonder intentie) wordt het gedurende het leven steeds meer intentioneel. En voor de ziel? Is het bij de ziel niet veel eerder een ont-wikkelen in plaats van leren? Dus in plaats van bewuste stappen te zetten en kennis of vaardigheden aan te leren (zoals een mens dat doet of probeert) is het voor de ziel misschien veel eerder van belang om zich te bevrijden, uit de doeken te wikkelen waarin zij verborgen ligt. Om het even welk startpunt de ziel had voor ont-wikkeling, hier is sprake van een totaal andere leer-reis dan bij het intentionele leren tot een bewust gekozen doel.
Laten we ons dit leren voorstellen als een expeditie. Hoewel de ziel, en door naar haar te luisteren de persoonlijkheid, geheel en al weet dat er een ander doel op haar wacht, weten we niet precies hoe dat doel eruitziet. Niet alleen het doel is onbekend, ook de precieze methode is onbekend, hoewel vele zielen ons al zijn voorgegaan en ons op alle mogelijke wijzen willen helpen.
Zoals bij een fysieke expeditie die als eerste de Grand Canyon wil bevaren, is er een sterk verlangen naar dat doel waar we nog geen woorden voor hebben om het te beschrijven. De methode is die van stap voor stap gaan, want na elke volgende stap is het ‘land’ weer onbekend en moet de juiste richting (het doel) weer worden herontdekt. Zal de boot ons vervoermiddel zijn of moeten we te voet verder? Zijn we afgedwaald of is dit die gewenste gulden middenweg? En net zoals bij een fysieke expeditie is deze reis van ont-wikkeling misschien wel beter te doen in een groep. De groep zorgt met elkaar voor de juiste gerichtheid op het doel en tevens voor een veelvoud aan kennis, ervaring en inzichten. Gezamenlijk krijg je een steeds beter beeld van het doel, de groep maakt sterk.
We stelden leren tot nu toe wel voor als een zuiver positief proces. Maar men zegt niet voor niets dat we het meeste leren van fouten maken. Als dat zo is, dan zouden we idealiter snel fouten maken om snel te leren, om het beter te doen en wéér fouten te maken. Een kind leert lopen door heel vaak te vallen en weer op te staan en naar balans te zoeken. Maar ergens in ons leven worden we bang om fouten te maken, want fouten maken doet iets met ons imago en daarom ook met ons zelfbeeld. De spontane openheid naar dat wat nieuw is, verdwijnt naar de achtergrond, want in een nieuwe situatie weten we niet of bekende acties wel het bekende resultaat opleveren. Daarom vertrouwen zij die ouder zijn steeds meer op de structuur die bekend is, daardoor mogelijk steeds meer behoudend is en minder openstaat voor nieuwe inzichten.
Kun je als je ouder bent en alles al gezien hebt, je niet meer spiritueel ontwikkelen? Misschien kost het als je ouder bent iets meer moeite om te starten met het ont-leren van patronen en zekerheden. Maar is er juist een grotere kans dat er rust is gekomen en dat de stilte van het innerlijk wordt opgezocht.
De expeditie waarvan we spraken wordt ook gekenmerkt door een gebrek aan zekerheid. Je kunt fout lopen of een verkeerde kloof in varen, of gevaar lopen door stroomversnellingen te onderschatten. Tevens is de precieze methode onbekend, en dus is het een zoeken, stap voor stap proberen, ‘fouten’ of ‘misstappen’ maken en weer opkrabbelen. Als de mens de angst voor het maken van fouten durft los te laten en zich kan overgeven aan de leiding van de zich ont-wikkelende ziel, kan de expeditie echt van start gaan, vanuit verlangen en vertrouwen.
Leren in onze huidige tijd
In korte tijd is onze maatschappij en leefomgeving op onverwachte wijze veranderd. En niet alleen beperkt tot één land, maar deze schokgolf van verandering zien we wereldwijd. Dat wat we voorheen zo normaal achtten, een hand geven als begroeting, fysieke ontmoetingen voor het bestendigen van onze verbondenheid, werken en reizen in de fysieke wereld, is ineens onwenselijk. In deze nieuwe werkelijkheid aangeland, vraagt dit constante alertheid. We moeten immers ons gedrag aanpassen én onze onderliggende verwachtingen (tijdelijk?). Daardoor zijn we, zo betoogt antropoloog Jitske Kramer, misschien wel in een collectieve, wereldwijde cultuurshock beland. Ieder van ons bevindt zich in een andere fase van deze cultuurshock. Zit ik in de fase van onbegrip, van acceptatie (of juist niet) of in de fase van het zien van kansen of onmogelijkheden? En mijn gesprekspartner, waar bevindt die zich?
Een ieder reageert dus anders op deze ‘crisis’ of ‘nieuwe werkelijkheid’. We leren onszelf kennen in een onverwachte en nieuwe situatie en iedereen geeft hier een eigen betekenis aan, zijn of haar eigen verhaal. Er wordt van ieder van ons gevraagd, nee bijna vereist, veerkrachtig te zijn. En in die verplichte flexibiliteit leren we veel, over de wereld om ons heen of juist over onszelf.
Maar meer dan wat dan ook biedt dit een ieder de kans om zich te bezinnen op het leven. Wat beweegt mij, wat heb ik te leren? In deze tijd, waarin er iets anders van mij wordt gevraagd, wat geeft mijn leven waarde? Ik voel mij onzeker over hoe mijn leven zal veranderen, hoe kan ik daarmee omgaan? Kan ik wel vooruitgaan en leren als onzekerheid of zelfs angst over hoe onze maatschappij eruit komt te zien, mij klem zet en verstart?
Kan deze onzekerheid in ons uiterlijke leven een startpunt zijn voor een ander leven? Misschien kan het leven dat tot stilstand is gekomen ons uitnodigen naar binnen te gaan. Kunnen we de expeditie van de innerlijke ziele-ontwikkeling laten doorsijpelen in ons uiterlijke leven? Misschien is het de kunst van deze nieuwe tijd dat wij allen de fundamentele onzekerheid van ons bestaan weer voor ons krijgen geplaatst. Ervaren dat de controle die er leek te zijn een illusie was. Dan is niet alleen in ons innerlijke leven een expeditie gaande, maar kunnen we ook ons uiterlijke leven als een expeditie gaan ervaren. Niet angstig, maar vanuit een innerlijke zekerheid, die de enige wezenlijke zekerheid is die we kunnen kennen in het leven. Vol vertrouwen en verlangen om het avontuur aan te gaan. Dan zijn alle aspecten van ons leven gebaseerd op verlangen naar een doel, wetende dat stap voor stap de weg zich ontvouwt.
Zo gezien is het meest wezenlijke wat wij zouden mogen leren in ons leven, te vertrouwen op onze innerlijke basis. Leren om op expeditie te gaan. Onzekerheid en verandering zijn de constante, onze houding en flexibiliteit om het leven aan te gaan onze uitdaging.